In januari 2012 maakte ik voor het eerst kennis met Cisca Ansem. Op de grote wijnbeurs WineProfessional liet zij toen wat van haar wijnen proeven, gemaakt in Hongarije. Ik was onder de indruk, en kort daarna kocht ik een set obligaties om haar wijngaard te steunen. Nog elk jaar krijg ik daar rente van, in de vorm van drie flessen wijn. Het zijn in de loop der jaren steeds betere wijnen geworden, en als de (weer)goden Cisca goed gezind zijn, zullen ze ongetwijfeld nog beter worden. Oktober vorig jaar besloot ik haar te interviewen, over hoe het nu liep met Hegyem. Want zo heet de wijngaard: ‘mijn berg’, Hegyem in het Hongaars. Hegyem ligt in het dorp Gyümölcsény in het westelijk deel van Hongarije, halverwege tussen Pécs en het Balatonmeer. Niet in een van de bekende wijngebieden van het land, maar ver weg van alle drukte in een glooiend agrarisch landschap. Hier kon Cisca haar droom verwezenlijken: een wijngaard beginnen. Ze vertelt me hoe dat toen ging.
‘Hongarije is waar het lot me bracht. Ik wilde eigenlijk altijd al een wijngaard en heb serieus onderzoek gedaan. Vooral in Frankrijk, maar daar bleek het niet te betalen. Ik had me al een beetje neergelegd bij het feit dat het een droom zou blijven, tot ik op bezoek ging bij mijn schoonzus, die in 2004 een huis gekocht had in Hongarije. Vlakbij stond een huis met wijngaard te koop. En toen begon het te kriebelen. Toen ik daar op die plek, op ‘mijn’ berg, stond, dacht ik: ‘Dit is het’. Het voelde echt magisch, alsof het hier gewoon moest gebeuren.’
Nederlands klasje wijnboeren
Haar wijnopleiding volgde Cisca in Nederland. Ze begon met het wijnbrevet en later de meer technische cursussen bij Gerhard Horstink. Daarna kreeg ze les van Fred Lorsheijd, in een klasje tussen de (aanstaande) Nederlandse wijnboeren. Cursussen bij Stan Beurskens waren vervolgens aan de beurt. Ze leerde er meer over nieuwe rassen (piwi’s) dan over klassieke, en niet alle technische aspecten waren nuttig voor de omstandigheden in Hongarije. ‘Dubbelzoute ontzuring, zoiets is bij mij echt nooit aan de orde. Mijn druiven hebben soms eerder te weinig zuren. Maar die technische lessen hielpen me wel inzicht te krijgen. En Stan en zijn team hielpen regelmatig om de vertaalslag te maken naar mijn situatie.’
De wijngaarden die Cisca kocht waren verwaarloosd. Het gebied kende rond 1900 nog 100 hectare druivenstokken, nu zijn dat er nog slechts 10, waarvan 1,5 van Hegyem. De wijnbouw die er was, was vooral voor eigen gebruik, zeker vanaf de communistische tijd. En dat is nog steeds zo.
Rooien en planten
‘De aankoop was in 2005, en in 2006 zijn we begonnen de percelen weer bruikbaar te maken. De eerste twee jaar heb ik gekeken wat er eigenlijk allemaal stond. Het bleek een tamelijk ratjetoe te zijn. Er was veel uitval, stokken met verschillende rijpingstijden, druiven die ik niet wilde hebben. We zijn gaan rooien en planten. Eén stuk is helemaal omgezet naar syrah. Er staat nog een enkele kékfrankos of zweigelt uit die tijd, in totaal nog zo’n 7 à 8 stokken. Vooral rizlingsoorten, kékfrankos en zöld veltlini (grüner veltliner) zijn aangeplant, in 2008 en 2009. In 2011/12 volgde nog een nieuw stuk zöld veltlini. En in het voorjaar van 2017 gaan we nog een kleine 1000 syrah-stokken planten en wat olaszrizling. Het rizling-perceel is overigens gemengd: tussen de olaszrizling staat ook wat ‘gewone’ (rijn)riesling.
Kékfrankos wilde ik hebben omdat het een authentiek Hongaarse druif is. Bovendien vind ik hem interessant. Je moet hem wel kort houden om spannende wijnen, met Bourgogne-achtige nuances, te krijgen. Zöld veltlini plantte ik ook die reden. Bovendien vond ik de Oostenrijkse grüner veltliner altijd al een lekkere druif. Je kunt er een terraswijn van maken, maar ook een gastronomische. Echt een mooie druif om mee te werken. Syrah heb ik gekozen omdat ik bij mijn buren zag hoe ongelooflijk spannend die kan zijn. De wijnen pakken hier niet zo zwaar en heftig uit als in de Rhône, maar eleganter.
In 2011 was de eerste officiële oogst die ik op de markt mocht brengen. Bovendien zijn we toen ook begonnen met de omschakeling naar biologisch werken. Dat lukt nog niet helemaal, want ik moet af en toe ook druiven inkopen om het volume te vergroten. En er is nauwelijks (biologische) syrah te koop. Kékfrankos gelukkig wel. Met de nieuwe aanplant wordt het biologische aandeel langzaam groter. De rode wijnen zijn inmiddels helemaal biologisch gecertificeerd en de witte blijven nog een tijdje in overgang, denk ik’.
Vrienden van Hegyem
Ook in 2011 begon Cisca met de Vrienden van Hegyem. Inmiddels zijn er zo’n 130 obligatiehouders, die één of meer sets obligaties hebben en dus allemaal drie flessen wijn, of een veelvoud daarvan als ‘rente’ krijgen. Voor Cisca een belangrijke groep mensen, die het bedrijf hebben helpen maken tot wat het nu is. Een snelle rekensom leert dat alleen al aan de obligatiehouders zo’n 450 flessen opgaan. Daarnaast is er nog een vaste groep van mensen die regelmatig besteld. Hoeveel flessen produceert Hegyem eigenlijk per jaar en wat zijn de plannen voor de toekomst?
‘Met de wijn gaat het goed. Ik heb nu 3.900 flessen. Dit jaar had ik gehoopt naar de 5.000 door te groeien, maar 2016 is een heel raar jaar geweest. Ik heb gewoon veel minder geoogst. Die 5.000 flessen zijn dus niet gelukt. Helaas had ik in 2016 wat te weinig tijd voor marketing en verkoop. Ik ben nu op het punt dat ik eigenlijk een importeur wil vinden, en daar ben ik ook over in gesprek. Het bedrijf zit qua omvang nu een beetje tussen tafellaken en servet in; het zou mooi zijn als ik net iets groter was en bijvoorbeeld door kon groeien naar 8.000 liter, 10.000 flessen. Maar misschien moet ik toch al bij 6.000 liter stoppen, omdat ik meer wijn gewoon niet in mijn kelder krijg zonder verbouwing. Ik wil best uitbreiden, maar dan moet ik sterk investeren. We zijn nu aan het kijken of we de rode wijnen op het dak van de bestaande kelder kunnen lageren, of dat technisch haalbaar is. Dat zou een mogelijkheid zijn die niet al te veel kost. En zo zijn er tal van lastige beslissingen op het moment. Gelukkig komt Hongarije steeds meer in de belangstelling. Belangstelling voor Midden-Europese wijnen stijgt. En dat is natuurlijk alleen maar goed.’
Nederland – Hongarije
Vanuit Nederland een wijngaard in Hongarije leiden, dat moet niet makkelijk zijn. Uiteraard ben ik nieuwsgierig hoe dat werkt.
‘Ik heb inmiddels twee mensen die voor me werken, Éva en Balázs, een stel. Dankzij Hegyem konden zij in het dorp blijven wonen, wat ik een belangrijk aspect van mijn aanwezigheid daar vind. De economie helpen, het dorp levend houden. Éva heeft een graad in de biologische wijnbouw en werkt vooral in de wijngaard. Balázs is autodidact; hij doet het grondwerk, helpt mij in de kelder en doet alle administratie. Als ik er niet ben, heeft hij daar de leiding. Hij spreekt ook Engels, dat was vooral in het begin essentieel. Nu spreek ik zelf ook wel Hongaars. Balázs heeft vorig jaar bovendien een wijnmanagement-opleiding gevolgd. Zelf ben ik er tussen februari en eind oktober de helft van de tijd. Binnenkort (oktober 2016) ga ik weer, de wijnen overzetten. Daarna komen allerlei laboratoriumtesten, en ga ik voor de rest van de winter bepalen wat er moet gebeuren. Half februari ga ik dan weer, om het stabiliseren na te lopen bijvoorbeeld. In september, met de oogst, ben ik er in principe de hele tijd.’
Ik ben ook nieuwsgierig naar de regels in Hongarije en of het met zo’n lastige taal nu extra moeilijk is.
‘De regels over bijvoorbeeld het gebruik van druivensoorten zijn betrekkelijk ruim hier, veel minder strikt dan in een land als Frankrijk. Maar verder geldt natuurlijk de Europese wetgeving. Wat vergunningen en verplichtingen betreft hebben we wel alles zelf uitgezocht. De hulp van Balázs daarbij was en is nog steeds onmisbaar. Alle benodigde vergunningen, de inrichting van je kelderboek etc… Daar zijn we best lang mee bezig geweest, zeker drie jaar. Ieder wijnbedrijf valt hier onder een Hegyközség, een soort verplichte brancheorganisatie die van alles registreert over de wijnbouw. Er zitten daar mensen die alles weten over zaken als plantrechten en opbrengsten. En je krijgt te maken met de NEBIH, een soort voedings- en warenautoriteit speciaal voor wijn. Vertegenwoordigers daarvan komen langs om van alles te controleren, maar ze geven ook adviezen. Omdat we gecertificeerd biologisch werken is er natuurlijk ook daarvoor nog een advies- en controle-instantie. Wij werken met Öko-Garancia.
Groeiende expertise
Voor Nederlandse (en waarschijnlijk alle) wijnboeren geldt sterk dat hoe meer ervaring ze krijgen, hoe beter de wijnen worden. Ook voor Cisca geldt dat. Zelf voelt ze zich ook steeds zekerder.
‘In het begin was ik alleen bezig met het maken van zuivere wijn. Er mochten geen foutjes meer in zitten. Maar vanaf 2012/13 ben ik gaan differentiëren en gaan experimenteren. Ik maak nu twee stijlen Kékfrankos, bijvoorbeeld, of probeer eens een cuvée. Recent heb ik wat cabernet franc aangekocht, om daar eens iets mee te doen. Bij de Zöld Veltlini heb ik ervoor gekozen meer de gastronomische kant op te gaan, door hem een beetje op hout te laten rijpen. Die van 2014 is echt een geweldige wijn geworden. De Dínomdánom (een cuvée van diverse soorten riesling, waaronder olaszrizling en gewone riesling) is een wijn die heel erg reductief gemaakt is, met weinig schilcontact. Als hij net gebotteld is, is het vooral een frisse wijn. Na een half jaar, driekwart jaar, krijgt hij plots body en diepgang. Gaandeweg leer je dat soort dingen. Die ontwikkelingen in de wijn hebben waarschijnlijk ook te maken met het materiaal; ik pluk meestal vrij rijp fruit.’
Op de kaart van het Rijks?
Ooit vertelde Cisca me dat het een van haar doelen was op de kaart van het Rijks terecht te komen. Is dat nog steeds zo?
‘Nou, ik heb het nog niet opnieuw geprobeerd. Ik wil wachten tot ik wijnen heb die echt goed op dronk zijn. Mijn voorraad daarvan moet nog groeien. Misschien komend jaar? Wat ook leuk is: ik probeer binnen te komen bij een landelijk opererende wijnzaak in Hongarije zelf! Die hebben een landelijke en regionale selectie. Als ’t lukt komen mijn wijnen in die regionale selectie. Verder is er een restaurant in de buurt van Pécs waar Hegyem op de kaart staat, en dat loopt heel goed.’
2017 wordt een spannend jaar voor Hegyem. Zal het Cisca lukken om van servet naar tafellaken te groeien? Kan een importeur de wijnen meer bekend geven? En zullen de oogsten van 2016 en 2017 Cisca toestaan haar voorraden op te bouwen, zodat zij bijvoorbeeld aan het Rijks of andere belangrijke partners in Nederland kan gaan leveren? Ik zou zeggen: stay tuned. To be continued.
Geproefd
Zöld Veltelini 2015: Helder geel, vol, rijk bouquet, rijpe citrus, romig, appel. Fris en prikkelend, mineraal, bitters, grapefruit in afdronk. Mooie wijn!
Dínomdánom 2015: Lekker fris, opwekkend. Sappig, levendige zuren, lekker als aperitief of op het terras.