In het uiterste westen van Australië liggen twee vrij jonge wijngebieden: Mount Barker en Margaret River. Beide zijn in de jaren ’60 van de twintigste eeuw opgezet en begonnen naam te maken in de jaren ’70. Margaret River is de bekendste van de twee en volgens de wijnpers ook de beste. Dit weekend dronken wij bij de visgourmet de eerder genoemde Australische Riesling van Margaret Wines, Sandalford Riesling, een combinatie van druiven uit Mount Barker en Margaret River. Wat een fantastische fles was dat! En nog met een schroefdop ook. Na een vermoeiende dag, onder andere doorgebracht in de Voornse duinen, smaakte een glas van deze Riesling werkelijk goddelijk. Voor het eten namen we slechts één glas, aangezien al snel bleek dat het meer een ‘eetwijn’ was. We kunnen hem van harte aanbevelen: verkrijgbaar bij Margaret Wines voor € 14,95.
Nog een aanvulling op de wijnen in zeventiende-eeuws Nieuw Nederland: waarschijnlijk kwamen ze rond 1650 niet uit Madeira, zoals ik eerder veronderstelde. In het boek Beverwijck. A Dutch Village on the American Frontier, 1652-1664 is sprake van Spaanse en Franse wijn. Als je verder hierover nadenkt, moet je je toch niet voorstellen hoe deze wijn gesmaakt heeft. Eerst in Bordeaux of Jerez aan de Spaanse zuidkust ingeslagen door Nederlandse handelaren, naar Amsterdam verscheept, verkocht aan de WIC of aan een privé-ondernemer, om vervolgens vier maanden op een schip over de oceaan door te brengen. Er moet wel brandewijn aan toegevoegd zijn om die wijn nog een beetje te laten smaken. Ik kan me voorstellen dat de kolonisten wijn wilden proberen te maken van inheemse druiven. Dat zou heel wat beter hebben kunnen smaken. Om precies te weten of en zo ja wanneer die Nederlanders in Amerika nu wijnbouw probeerden, moet ik een boek te pakken zien te krijgen: Thomas Pinney, A History of Wine in America. Tot die tijd blijft het Amerikaanse verhaal maar weer even op de plank.