Compleet verrast waren we na de eerste slok: dat hadden we niet verwacht van deze Australische Riesling van Jacob’s Creek. Een uitstekende wijn, die we bij een bord zuurkool zeker wel zagen zitten. En ze zijn deze week nog in de aanbieding bij de groothandel (Makro/Lukas Klamer) ook. Heel bleek van kleur, bijna kleurloos. In de neus echte naaimachineolie (= typisch voor Riesling), veel fruit, goede zuren, geen spoortje zoet. Toegegeven, het kan niet op tegen een goede Riesling van de Moezel of uit de Elzas, en zeker niet tegen de volle Rieslings uit Oostenrijk. Maar ondanks dat zagen wij deze Australische Riesling wel zitten. En voor de prijs van € 5,75 koop je in Nederland helaas nauwelijks goede Duitse of Elzasser Riesling. Deze Australische is dan een ‘redelijk’ alternatief.
Ik had de fles eigenlijk laten proeven gisterenavond om 1. een Australische Riesling op de tafel te hebben en 2. een wijn van een van de grootste merken van down under te schenken. Bovendien had de fles een schroefdop, waar je natuurlijk ook weer een leuk verhaal bij kunt vertellen.
Laat ik even bij het begin beginnen en netjes verslag doen van de avond: ik hield een inleidend verhaal over wijn en wijn uit Australië, voor beginnende tot minder beginnende wijnliefhebbers, aspirant-leden van het Utrechtse Wijnmakers- en Wijngaardeniersgilde. Het werd een heel geanimeerde avond, met informatie over de wijnbouwzones in de wereld (tussen de 30e en 50e breedtegraden), over de definitie van wijn (het gegiste sap van druiven), over wijngeschiedenis, wijnconsumptie in Nederland en de gemiddelde prijs van een liter wijn in Nederland. Als themaland voor de proeverij had ik Australië gekozen, vanwege de viering van 400 jaar Nederlands-Australische relaties dit jaar. Bovendien wist ik zelf niet zo veel over het land, dus was dit een mooie gelegenheid om er eens in te duiken.
Een korte schets van de Australische wijngeschiedenis blog ik binnenkort, vandaag zal ik kort de geproefde wijnen beschrijven. Dat waren
• Barossa Valley Estate Spires Chardonnay 2004, al eerder beschreven;
• Jacob’s Creek Dry Riesling 2004, South Eastern Australia, hierboven zojuist beschreven;
• Tortoiseshell Bay Mourvèdre Shiraz 2005, South Eastern Australia (Hema, € 4,50)
• d’Arenberg, The Footbolt, Shiraz 2003, McLaren Vale (Bloem, € 10,95)
De Tortoiseshell Bay Mourvèdre Shiraz was min of meer op aanraden van Harold Hamersma. In het Parool van 10 januari 2006 werd deze wijn van familiebedrijf Casella beschreven. Eigenlijk had ik een Yellow Tail-wijn willen hebben, met het kangoeroetje op het etiket. Kon ik een mooi verhaal over het succes van het familiebedrijf Casella houden, een van de wereldleiders op het gebied van rode colawijn. In Amerika kunnen ze het niet aangesleept krijgen, schijnt. Maar de Yellow Tail was in mijn omgeving niet zo snel te pakken te krijgen, dus bood het schildpadje van Tortoiseshell uitkomst. ‘Gelukkig’ was dit ook een echte colawijn, ook van Casella. Mij hoeven ze er niet voor wakker te maken: veel te zoet, wel redelijk mooi fruit. Ik kan het niet met Hamersma eens zijn: hij schreef ‘zwarte en rode vruchten, kruidig, zonnig, aards, stoere tannines, mooie bitters, lekker sap, goeie zuren’. Dat zonnige en de zwarte en rode vruchten, daar wil ik in meegaan, maar verder is deze beschrijving mijns inziens wat al te geflatteerd. Bij een aantal aanwezigen viel de wijn echter wel in de smaak.
Voor mij had de avond na de Dry Riesling vervolgens nog een echte verrassing: de beste wijn van de avond vond ik The Footbolt van d’Arenberg. Pure Shiraz, met de kruiden en tannines die daarbij horen. Goed rijp fruit, maar niet te, mooie zuren, een hint van vanille (van het eikenhout). Een paar jaar laten liggen zou voor deze wijn waarschijnlijk niet slecht zijn. Ik ga er zeker een paar van kopen om weg te leggen om eens te ervaren hoe zo’n Australiër nu oudert. En om nog eens met aandacht te proeven.
D’Arenberg is eigendom van familie Osborn en is in 1912 ontstaan, toen geheelonthouder Joseph Osborn de Milton Vineyards kocht, in wat nu bekend staat als McLaren Vale in de staat South Australia, veertig kilometer ten zuiden van Adelaïde. Osborn was directeur bij Thomas Hardy and Sons en wilde zijn zonen blijkbaar ook een toekomst in de wijnindustrie nalaten. Tot 1928 werd het fruit van de wijngaarden verkocht, totdat de eigen kelders gereed waren. Voor de nog steeds groeiende markt van het Engelse koloniale rijk werden droge rode tafelwijnen en versterkte wijnen gemaakt. Inmiddels maakt de vierde generatie, Chester Osborn, wijn, en nog altijd zijn droge rode tafelwijnen de specialiteit. Vooral Rhône-variëteiten worden verbouwd, zowel shiraz als grenache en mourvèdre. De wijnen hebben in Australië – het land van de trophy’s en competitions – vele prijzen gewonnen en staan ook in de rest van de wereld zeer goed bekend. Alle wijnen hebben prachtige namen: The Stump Jump, Dead Arm Shiraz, Dry Dam Riesling, The Lucky Lizard Chardonnay, The Laughing Magpie Viognier-Shiraz ….De naam The Footbolt komt van een racepaard waarmee Joseph (Joe) Osborn een boel geld wist te winnen. Met dit geld konden de Milton Vineyards gekocht worden. De wijn wordt gemaakt van stokken die een eeuw oud zijn, nog aangekocht door de grondlegger van het domein.
En zo levert zo’n proeverij toch meestal wel weer wat op: een prima goedkope Nieuwwereldse Riesling en een glimps van de betere wijnen van Australië, The Footbolt Shiraz van d’Arenberg.