Het was vorige les al aangekondigd, maar toch bleek het voor een aantal deelnemers van de vinologenopleiding niet helemaal duidelijk: in de ochtendles proefden we op deze derde lesdag dezelfde wijnen uit verschillende oogstjaren (verticaal proeven).
De witte wijnen waren overduidelijk gemaakt van Chardonnay, afkomstig uit Frankrijk en hoogst waarschijnlijk uit de Bourgogne. Het verschil tussen de drie glazen zat hem vooral in de aroma’s: in glas 1 tropisch fruit en wat zuivel, in glas 2 gebutste appels en noten, in glas 3 fris fruit, karamel en boterbabbelaars (aldus mijn proefnotities). Ook in de zuren waren aanzienlijke verschillen te ontdekken, verklaarbaar uit de weersomstandigheden van de verschillende groeiseizoenen. Glas 1 bleek uiteindelijk uit 2004 te stammen en had vrij hoge zuren. Glas 2 was gemaakt in 2006 en had een lager zuurgehalte, glas 3 vond zijn oorsprong in 2005 en zat qua zuren wat tussen de eerste twee in. De jaartallen had ik niet goed, maar de streek gelukkig wel: het bleek uiteindelijk om een Pouilly Fuissé (zuidelijke Bourgogne) van Domaine Collovray & Terrier te gaan.
Met de rode wijnen had ik aanzienlijk meer problemen: uiteindelijk bleek het om twee verschillende Bordeauxs te gaan. Glas 4, 5 en 6 waren van Chateau Lescale 2003, 2006 en 1990; de glazen 7 en 8 kwamen net als de eerste drie glazen uit de Medoc, maar van een ander chateau, Preuillac 2002 en 2000. Alle vijf de glazen bevatten dus een mix van cabernet sauvignon en merlot, maar als je me had verteld dat het heel andere druivensoorten waren, had ik het ook geloofd. Wat is het toch ongelooflijk lastig blind te proeven!
’s Middags stond de eerste ‘landen’les op het programma: onder leiding van Chris Alblas zouden we de wijnen van de Elzas en de Loire gaan behandelen. Eerlijk gezegd was een aantal van ons wat sceptisch: de eerste lessen waren er met zo’n sneltreinvaart doorheen gejast, dat we niet het gevoel hadden ter plekke iets geleerd te hebben. We waren nog op zoek naar de meerwaarde van deze middaglessen.
Chris Alblas heeft die meerwaarde echter ruimschoots geleverd. Zoals ik al eerder schreef, was het een fantastische les, enerzijds door de geweldige wijnen die geschonken werden en anderzijds door het bevlogen verhaal dat erbij verteld werd. Ik bedacht net de term ‘verborgen schatten’ voor deze wijnen: velen weten niet dat er uit beide streken zulke uitstekende wijnen kunnen komen. Frankrijk is terug, is het thema van de grote Europa Klassiek-proeverij van Perswijn deze maand. Maar Frankrijk is in mijn ogen helemaal nooit weggeweest. De meeste mensen weten gewoon niet maar ze de kwaliteit kunnen halen! (Maar dit even terzijde, terug naar het verslag van les 3).
Een van de toppers was bijvoorbeeld een glas Pinot Noir Reserve van de dames Faller (Domaine Weinbach) uit Kaysersberg. Op zichzelf al een belevenis om te proeven, want de eigenzinnige moeder en dochters Faller behoren tot de absolute top van de Elzasser wijnproducenten. Maar als Chris Alblas dan ook nog vertelt over een lunch met reekoteletjes die hij op domein kreeg voorgeschoteld, dan loopt het water je echt in de mond!
Eerder hadden we al ‘gepicknickt’ met een top-Muscadet (Expression d’Orthogneiss) van Domaine l’Ecu, waarbij ons verteld werd dat de wijngaarden voor deze muscadet door de eigenaar, Guy Bossard, geploegd worden met een paard.
Aan excentrieke wijnproducenten was er in deze les zeker geen gebrek, want ook Henry Marionnet uit de Touraine blijkt wijnen te maken met gebruikmaking van bijzondere middelen: in zijn wijngaarden worden alleen vrouwen toegelaten om de druiven te plukken. Bovendien zijn zijn stokken niet geënt op Amerikaanse onderstokken. Het risico van phylloxera neemt Marionet op de koop toe. Nooit eerder proefde ik een Gamay uit de Loire die zo krachtig en vol van smaak was als deze Les Pierres Fines 2006 van Henry Marionnet.
Het gehalte biodynamische wijnen in deze les was opvallend hoog: het blijkt dat veel producenten in zowel de Loire als in de Elzas ervan overtuigd raken dat het loont om niet met chemicaliën te spuiten, te kijken naar de stand van de maan, met de hand te plukken etc… In de Loire is Nicolas Joly het grote voorbeeld en in de Elzas kent men Einzelgänger als Marcel Deiss, die alle regels van de AOC’s aan zijn laars lapt maar er wel voor heeft gezorgd dat in de Grand Cru Altenberg meer dan één druivenras is toegestaan. In de rest van de Elzas mag er voor Grand Cru-wijnen overal maar één – ook nog speciaal gedefinieerd – druivenras per wijn gebruikt worden. De wijn die wij van Deiss proefden, een Grand Cru Altenberg van 2002, was dan ook erg moeilijk in een hokje te stoppen. En dat hoefde gelukkig niet echt: het was de laatste wijn van de middag, en ik heb het glas lekker opgedronken in plaats van uitgespuugd. Waarschijnlijk hebben velen met mij aldus de derde dag afgesloten.
En dan heb ik het nog niet gehad over de sublieme Vouvray sec Le Mont 2002 van Huet (ik dacht dat we er zelf nog één hadden, gekocht op domein in 2003, maar helaas bleek hij later thuis al opgedronken); de Coteaux du Layon Saint Aubin 2004, Clos du Pavillon van Domaine Philippe Delesveaux, de Pinot Auxerrois H Veilles Vignes 2002 (met de H voor Hengst, de wijngaard die niet op het etiket genoemd mag worden omdat auxerrois geen druif is die toegestaan is voor de Grand Cru Hengst) van Josmeyer, de 2006 Sancerre Grande Réserve van Henri Bourgeois (waarom zijn we daar vorig jaar nou eigenlijk niet langsgeweest, het stond wel op de agenda?) of de verrassend frisse Cabernet d’Anjou rosé van Chateau de Passavant.
Kortom: deze les zal niet snel verbeterd worden, denk ik. Als dat wel het geval is, staat ons nog een prachtige winter te wachten!
Op de foto: Chinon, waar fruitige rode wijnen vandaan komen.
www.wijnerij.web-log.nl zegt
Domaine Weinbach is ook een van mijn absolute favorieten uit de Elzas. Ik bezocht hun bedrijf reeds twee maal, afgelopen jaren.
Zelfs een relatief eenvoudige Sylvaner van de dames is een waar genot.
Ook hun ommuurde wijngaard ‘Clos des Capucins’ even ten noorden van Kaysersberg is een lust voor het oog om te bekijken.
Ed