Eindelijk was het dan zover. De fles waarvan ik al jaren wist dat mijn schoonouders hem hadden, ging open dit weekend: een 1957 Grand Vin Pomerol, Appellation Pomerol Controlée, Expedié en cercles par Roger Joanne & Cie. Negociants à Bordeaux (Gironde).
Voor veel mensen is een oude Bordeaux uit de kelder van hun ouders een spannende vondst. Helaas, negen van de tien keer is het een echte ‘winkeldochter’. Zo was het ook met deze fles. Gelukkig wisten we dat al jaren, maar ik bleef toch nieuwsgierig. Je weet maar nooit….
Nu was de tijd daar om hem open te maken, want de capsule bleek kapot en de kurk was in de wijn gevallen. De fles was de laatste jaren rechtop bewaard en daardoor was de kurk volkomen uitgedroogd en gekrompen. Het vloeistofniveau stond maar net tot de schouder van de fles; er was dus al een groot deel van de wijn verdampt en de zuurstof had zijn werk kunnen doen. We besloten hem maar gelijk door de gootsteen te spoelen. Maar niet voordat ik ‘m toch maar heb geproefd. Tenslotte krijg je niet elke dag de kans azijn uit 1957 te proeven. Azijn was het echter niet eens, eerder slootwater. De kleur was diepbruin, de geur gek genoeg heel aangenaam. Ik rook walnoten! Maar de smaak had meer iets weg van afwaswater of slootwater. Het was absoluut geen wijn meer.
Als je de gegevens op het etiket nazoekt, blijken onze ervaringen ook goed te kloppen. Allereerst het jaar, 1957. In dat jaar was er nagenoeg geen productie van betekenis op de rechteroever van de Gironde. In 1956 werd een groot deel van de wijngaarden rond Bordeaux namelijk getroffen door de beruchte gelée noire, extreme vorst met temperaturen tot min 25 °C. Een groot deel van de wijngaarden moest worden vervangen, waardoor er ook in 1957 nauwelijks iets te oogsten viel.
Dan de term Grand Vin: een prachtige aanduiding, die echter zowel nu als in 1957 helemaal niets zegt. Het is geen beschermde of vastgelegde term, iedereen kan dit op het etiket zetten.
Dan is er de generieke aanduiding Pomerol, zonder aanduiding van Château of Domaine. Waarschijnlijk zijn het druiven die met veel moeite uit het hele gebied bij elkaar geschraapt zijn, gezien de gevolgen van die extreme winter in 1956.
Verder ‘Expedié en cercles’: ik kan er weinig chocolade van maken, maar letterlijk betekent het ‘verzonden naar clubs, sociëteiten, besloten kringen’. Oftewel: wijn die speciaal voor bepaalde wijnclubs of genootschappen is geassembleerd en verscheept. Dat kan dus van alles betekenen. Mijn schoonmoeder wist zich te herinneren dat het een kerstpakketwijn was, die de ouders van mijn schoonmoeder eens gehad hadden. Een en ander sluit elkaar zeker niet uit. Wat zou de kwaliteit geweest zijn van de gemiddelde kerstpakkettenwijn aan het eind van de jaren vijftig in Nederland?
En tot slot: Roger Joanne, Negociants: dit was waarschijnlijk één van de honderden handelaren in Bordeaux die sindsdien door grotere en sterkere broeders zijn opgeslokt. Internet bood er geen informatie over en ik heb geen idee of ze nog bestaan. Maar ik denk niet dat het een grote naam is (geweest). In de boeken die ik over Bordeaux in huis heb, komt het huis in ieder geval niet voor.
Het was een grappig avontuur, zo met die gehavende fles Pomerol uit 1957. Maar geef mij toch maar een jonger flesje! Tot slot van het weekend dronken we nog een ‘echte’ Pomerol, Château Bonalque uit 1998. Heerlijk fris, fruitig, sappig: een prima begeleider van de stoofpot met rundvlees, groenten en aardappel. Voor wijn geldt echt niet altijd: hoe ouder hoe beter, dat is maar weer gebleken.