Apulië (Puglia) is het gebied in Italië dat de hak en de spoor van de laars omvat. Het uiterste zuidoosten dus, waar uitgestrekte landbouwgronden met wijngaarden, olijfboomgaarden en graan te vinden zijn. Voor 1970 werd er vooral wijn van mindere kwaliteit gemaakt, alleen geschikt voor assemblages of vermout. Gelukkig heeft de invoering van moderne inzichten in dit gebied de kwaliteit van de wijn enorm verbeterd, al komen er nog steeds heel middelmatige wijnen vandaan. Het gebied is bovendien een schatkamer aan inheemse druiven, waaronder de nero di troia, de bombino bianco, bombino nero en de aglianico. Daarvan is de nero di troia de bekendste. Men zegt dat de naam verwijst naar het oude Troje en dat de druif door de oude Grieken naar deze streek is gebracht. De totale productie van het gebied is 11 miljoen hl., waarvan slechts 198.000 hl. DOC-productie is: wijnen die binnen de regels van een afgebakend gebied, Denominazione di Origine Controllata – de Italiaanse appellations -, zijn geproduceerd. Het DOC-systeem heeft dezelfde tekortkomingen als het Franse systeem: alleen middelmatigheid wordt gegarandeerd.
Maar uiteraard zijn er ook heel goede wijnen binnen het DOC-systeem te vinden, ook in Apulië. Het bedrijf Rivera maakt bijvoorbeeld goede wijn in de DOC Castel del Monte, genoemd naar een karakteristieke burcht van Frederik II van Hohenstaufen uit de 13e eeuw (het kasteel staat op het Italiaanse muntstuk van 1 eurocent).
Onlangs proefde ik twee wijnen van Rivera, een bedrijf dat in de jaren vijftig door Sebastiano de Corato werd opgericht. Zoon Carlo en kleinzoon Sebastiano hebben er in de loop der jaren voor gezorgd dat Rivera een voorloper op het gebied van technische en andere vernieuwingen werd, waardoor het bedrijf momenteel de topproducent van de DOC Castel del Monte is.
Ik proefde wijnen van de inheemse druiven aglianico en nero di troia, beide voor Nederlanders totaal onbekende druiven. De Cappellaccio (prijs rond de 12 euro) is gemaakt van 100% aglianico-druiven, heeft 12 maanden op Franse eiken vaten gerijpt en daarna nog een jaar in de fles. Het bouquet is rijk, de wijn heeft het karakteristieke bittertje van een Italiaanse wijn en zal het heel goed doen bij het eten. Aangezien de bijeenkomst eigenlijk te gezellig was om goed te proeven, heb ik geen nadere notities.
Hetzelfde geldt voor de Violante (prijs rond de 7 euro), een wijn gemaakt van de nero di troia. Deze deed in de verte wel een beetje denken aan een pinot noir, had in de geur viooltjes en ook wat mooi rood fruit. Deze wijn is uitstekend te drinken als aperitief, maar zal ook smaken bij een pastagerecht.
De wijnen zijn binnenkort verkrijgbaar bij Van Wageningen en de Lange, die ook nog een rosé van bombino nero en een klassieke bewaarwijn van nero di troia en montepulciano zullen gaan voeren. Deze laatste, de Il Falcone, is het paradepaardje van Rivera. Tom Stevenson noemde deze wijn als enige van de Castel del Monte-wijnen in zijn Wijnencyclopedie.
Voor een wijnspecialist blijft het altijd een gok om wijnen te introduceren van druivensoorten die wij Nederlanders niet kennen: wat de boer niet kent….. Maar ik kan de wijnen van Rivera van harte aanbevelen, ze vormden voor mij een spannende kennismaking met een onbekend stukje Italië.