Slechts tien meerkeuzevragen over acht wijnen waren het, maar toch ben ik vooralsnog gezakt. Tijdens de zesde les van de vinologenopleiding kregen we in het ochtendgedeelte een mini-examen. Van acht glazen moesten we aangeven welke wijn er in het glas zat, en als extraatje mochten we nog twee vragen maken. Ik had vijf vragen goed en vijf fout; pas bij zes vragen goed ben je geslaagd.
Voordat we de vragen te zien kregen, moesten we eerst de wijnen proeftechnisch beschrijven. Pas nadat we dat gedaan hadden, kregen we de vragen voorgelegd en kon het elimineren en redeneren beginnen. Een lastige opgave, die je soms noopt keuzes te maken die achteraf door de docent onderuit worden gehaald. Het schijnt vrij bijzonder te zijn om, in mijn geval, nog zelden een Soave te hebben gedronken…. Maar ach, ik herkende in ieder geval wel de Trockenbeerenauslese, de AOC Coteaux du Languedoc uit La Clape of de Rioja Rosado van Marqués de Riscal. En een gewone Bordeaux wist ik ook nog wel te onderscheiden van een Argentijnse Cabernet Sauvignon of een Crozes Hermitage van Chapoutier….
Conclusie na dit eerste proefexamen: er is nog veel, veel meer te oefenen, te proeven en te studeren.
Het middagdeel van de les werd opnieuw verzorgd door Peter van Houtert, die ons op zijn gebruikelijke enthousiaste manier alles vertelde over de wijnen van de Languedoc, de Roussillon en de Provence. Wat ik me nooit eerder had gerealiseerd: terwijl de Languedoc-Roussillon een gebied met grote problemen is, is dat voor de Provence totaal niet het geval. De belangrijkste reden daarvoor is dat de wijn die in de Provence gemaakt wordt, grotendeels ter plekke geconsumeerd wordt, ofwel door de ‘inheemse’ bevolking, ofwel door de duizenden Engelse en Nederlandse expats die daar het grootste deel van het jaar wonen. Wijn die wel geëxporteerd wordt is vooral rosé. Van de totale wereldproductie van rosé komt 8% uit de Provence! En dus proefden we tijdens deze les uiteraard Provençaalse rosés. Vooral de 2006 Les Tartanes, AOC Bandol rosé vond ik een echte topper. Ik noteerde: lichtoranje tot steenrood, vrolijk zonnig kleurtje; snoepjes en aromatische kruiden in de geur, onder andere tijm, maar ook stoofperen. Smaak: vol, rond, zuren medium, alcoholpercentage 13%, lange afdronk. Absoluut een rosé om bij te eten. Ik betaalde er later in de winkel € 12,30 voor.
Over de Languedoc-Roussillon is natuurlijk ongelooflijk veel te vertellen. Het is de roerigste streek van Frankrijk, waar enerzijds het grootste bocht vandaan komt en anderzijds de meest spannende wijnen gemaakt worden. Een streek waar prachtige kansen liggen voor nieuwe, innovatieve wijnmakers, maar waar de komende jaren veel traditionele wijnboeren waarschijnlijk noodgedwongen zullen moeten stoppen.
Die tweedeling werd voor mij aardig getypeerd door de 2005 Chardonnay Vin de Pays des Coteaux du Libron van Domaine La Colombette, datzelfde domein dat wij onlangs ‘ontmaskerden’ als de makers van Ilja Gort’s Qool-wijnen. Deze Chardonnay van de Pugibets geurt naar rijp geel fruit, laurier en allerhande andere kruiden, is vol, heeft een prachtige lange afdronk en wordt gerijpt in de inmiddels beroemde demi-muids, grote houten vaten van 600 liter: het is een wijn waar je me best wakker voor mag maken. Deze wijn op één lijn zetten met laagalcoholische wijnen was volgens Van Houtert dan ook vloeken in de kerk. Ik kan hem ergens geen ongelijk geven. (Overigens zijn de eigen laagalcoholische wijnen van La Colombette, Plume, veel beter dan de Qool-wijnen.)
Andere witte wijnen waren een 2005 Limoux van Mouscaillo en een 2005 Picpoul de Pinet van Terre de Neptune. Uit de rode wijnen kan ik eigenlijk geen keuze maken: we proefden een Saint Chinian, een Faugères, een Minervois la Livinière, een Corbières, een Cabardès. Het waren allemaal prachtige wijnen, veelal overheerst door het fruit, vaak met de typische geur van de garrigue (zie foto), de kruiden als tijm, rozemarijn, laurier en lavendel die zo alomtegenwoordig zijn in de Languedoc.
Uiteraard was er ook aandacht voor de geschiedenis van het gebied en de theorie: aan bod kwam, naast de vele aanslagen door militante wijnboeren van CRAV en beroemde producenten als Aimée Guibert van Mas de Daumas Gassac, ook de nieuwe AOC Languedoc die sinds 30 april 2007 geldt en die overal in het gebied gebruikt kan worden voor wijnen die afgekeurd worden binnen hun eigen streekappellation. Vroeger werd een wijn die niet aan de eisen voor een Saint Chinian voldeed, op de markt gebracht als een vin de table. Sinds dit jaar is het echter mogelijk die wijn als een AOC Languedoc te labellen. Alsof we daar op zitten te wachten…. Het levert weer een reeks etiketten op waaraan de consument totaal niet kan aflezen wat hij nu in die fles zal aantreffen.
Het gebied is eigenlijk te groot om één enkele les te behandelen, laat staan in een blogje. We kwamen die middag helemaal niet toe aan wijnen uit de Roussillon en moesten een Chateau Planères of een Banyuls ontberen. Gelukkig hebben we dat in ons proefgroepje goedgemaakt. Ik zal daarover binnenkort meer melden.
De les werd in dezelfde sneltreinvaart afgesloten als we er aan begonnen waren. Peter van Houtert was om 17.10 uur nog even enthousiast, terwijl wij allemaal weer helemaal gaar waren. En dat was niet alléén omdat wij Van Houterts regelmatige advies om niet te spugen opgevolgd hadden!
Foto: Garrigue: wilde tijm en rozemarijn in de Languedoc
Robèrt zegt
Hmmm…gezakt…jammer.
Maar Bandol rosé kon je gelukkig wat opvroijken, Bandol rosé is voor mij de mooiste rosé uit het zuiden.
Mariëlla zegt
’t Was maar een proefexamen hoor 🙂
Maandag weer herkansing!