Zo zouden ze vaker moeten zijn, de wijnproeverijen die ik bezoek. In klein gezelschap, aan tafel, met uitleg bij iedere wijn die geproefd werd. Dit keer bestond het gezelschap uit de wijnschrijvers Frank Jacobs, Nicolaas Klei, Hans Melissen en mijzelf. Andere uitgenodigde schrijvers konden helaas niet aanwezig zijn. De geproefde wijnen werden geschonken door David Bolomey, eigenaar van Bolomey Wijnimport, gespecialiseerd in wijnen uit Frankrijk, speciaal de Loire, Bourgogne, Bordeaux en Champagne. En het was genieten van deze Franse wijnen! Heb ik toch nog wat Frankrijk genoten, voordat de vakantie straks naar Zweden gaat….
Voorafgaand aan de proeverij gaf Bolomey kort een inleiding op zijn bedrijf. De wijnen worden via internet aan particulieren verkocht, maar je kunt altijd langskomen in Amsterdam om zelf je doosjes op te halen en misschien nog wat te proeven. Bolomey’s drijfveer: lol in wijn! Lol in het zoeken, het vinden en natuurlijk het drinken. Daarbij kiest hij vooral voor wat hij ‘vins naturels’ noemt, maar wat we misschien ook wel ambachtelijke wijnen kunnen noemen. Levendige wijnen van kleinschalig werkende wijnboeren, die met respect voor natuur en milieu hun akkers bewerken, veelal geen chemicaliën gebruiken, zwaveltoevoeging zoveel mogelijk proberen te vermijden en niet werken om volumes te produceren. Een van Bolomey’s stokpaardjes is verder lichte rode wijnen, rode wijnen die niet stijf staan van het fruit en de alcohol, maar verteerbaar zijn (zoals Frank Jacobs het uitdrukte).
En daarvan hebben we er zeker een aantal geproefd, waaronder een grappige Parijse bistrowijn, Clos Saint-Fiacre, Orléans Rouge 2007 van Hubert Piel, gemaakt van 80% pinot meunier en 20% pinot noir. Een echte streekwijn, die het in Parijs in de bistro’s uitstekend doet bij het stevige vette eten. De bulk van de bistrowijnen komt van de coöperatie in Orléans en wordt geschonken in pichet (een kannetje). Deze wijn van Piel, trekker van de AOC Orléans, blijft gelukkig ook buiten Parijs overeind!
Het was een proeverij waar je vrolijk van werd (en dan doel ik niet op hoeveelheden en alcohol, maar op de kwaliteit, en ik citeer ook een beetje Nicolaas Klei). We proefden alleen maar goede, lichte wijnen en een paar echte toppers die voor hun doen ook nog eens prettig geprijsd waren. Mijn favorieten, in willekeurige volgorde:
– Een mousserende wijn uit Montlouis, uiteraard van de chenin blanc, Montlouis Pétillant Naturel 2007 ‘Nouveau Nez’ van Damien en Coralie Delechenau. Hun domein, La Grange Tiphaine, ligt in de buurt van Amboise en omvat circa 10 ha. De Delechenaus werken biologisch. ‘Ze gaan voor puur’, aldus Bolomey. De wijn heeft slechts de eerste alcoholische gisting ondergaan en werd gebotteld met de laatste resten koolzuur er nog in. Hij is dus niet gemaakt als champagne of crémant, met tweede gisting. In de neus de geur van gist en rijpe appels, aangevuld met iets kruidigs, bijna mentholachtig. In de mond een wat grove mousse en weer appeltjes, waardoor de wijn wel iets van appelcider wegheeft. Heel fris en fruitig, droog en strak. Prijs per stuk € 15,90.
[Kleine correctie, doorgegeven door David Bolomey, op het proces van koolzuurgasvorming: Wat er gebeurt is dat de wijn wordt gebotteld nog voor de 1e gisting is voltooid. Wat je dan bottelt heeft op dat moment geen koolzuur (wat zich tijdens het gisten vormt ontsnapt uit het vat) maar omdat de vergisting nog niet beëindigd is gaat dit proces door op fles, en het koolzuur dat zich dan vormt zit (en blijft) opgesloten in de fles. Vandaar de bubbels.]
– Een simpele maar verrukkelijke Sauvignon Blanc uit de Touraine, Les Hexagonales 2008 van Jean-Francois Mérieau. In tegenstelling tot veel Touraine-producenten, die voor volume gaan, verlaagt Mérieau zijn rendementen en oogst iets later. Het levert een wijn die in eerste instantie bijna on-sauvignonachtige geuren van rijp geel fruit vertoont, denk aan gele pruimen. Bij even geduld komen echter de bekende groene tonen van kruisbes naar boven. De zuren zijn hoog en heerlijk fris, in de afdronk blijft een hint van laurier of drop achter. Een wijn die het als huiswijn uitstekend kan doen, prijs € 7,90.
– Een fraaie Gamay van oude stokken, Boa le Rouge 2005, opnieuw van Mérieau. Zeer donker van kleur, in de neus eerst een flinke hoeveelheid luchten van het boerenerf, daarna veel rood en zwart fruit. Tannines aanwezig, maar uiteraard niet overheersend. Een wijn met veel diepte, maar ook licht (al is het alleen al vanwege het alcoholpercentage van 12.5%), geheel passend bij het Bolomey-assortiment. Prijs € 14,80.
– De Fixin 2006 ‘La Place’ van Jean Tardy (een Bourgogne, voor wie even kwijt is wat Fixin ook alweer is). Tardy nam het domein in 2003 definitief van zijn vader over, en creërde inmiddels een geheel eigen wijnstijl. De druiven gaan ongekneusd in de gistingsvaten; de jonge wijn blijft lang op zijn bezinksel en wordt niet overgestoken. Het levert een uiterst aromatische wijn, met de geur van viooltjes (of misschien wel andere bloemen); in de mond heel fris en fruitig, met rood vers fruit en veel elegantie. Voor € 22,50 een Bourgogne die je je nog eens kunt permitteren!
– Ik sluit af met één van mijn stokpaardjes: goed zoet! Van de Belg Eddy Oosterlinck, van Domaine de Juchepie, schonk Bolomey een Côteaux du Layon Faye, Les Churelles de Juchepie 2006. Uiteraard een nog jonge wijn, met de geuren van boenwas die een zoete Chenin vaak kenmerken. Tevens de frisse en hoge zuren die daarbij horen. Oosterlinck werkt biologisch en liet deze Churelles 18 maanden op vat rijpen. Ik kocht een flesje, maar zal ik hem kunnen laten liggen tot over een fors aantal jaren? Prijs € 18,50.
Meer informatie over de wijnen op de website en het blog dat David Bolomey bijhoudt.