Een rustige, zonnige zondagochtend in Leeuwarden. Na een korte wandeling door de oude stad aankomen bij de Prinsentuin en in het restaurant een glas morgenwijn bestellen: zo zou een ochtend in de Friese hoofdstad rond 1900 eruit hebben kunnen zien.
Vanmorgen maakten we een dergelijke wandeling; in de Prinsentuin heet het restaurant inmiddels de Koperen Tuin (naar Vestdijks roman) en drink je er ’s ochtends koffie, thee of chocolademelk. In een vitrine lagen voorbeelden van oude menukaarten, en op die menukaart kwam een rijtje ‘morgenwijnen’ voor: Malaga, Madera, Port en ‘Bergerac met citri’. Al voor 20 cent had je een glaasje morgenwijn op één van Leeuwardens fraaiste plekjes: in tuinen die door de eeuwen heen nauw verbonden zijn geweest met de Friese Oranjes.
Uiteraard was ik gefascineerd door de term: wie drinkt er tegenwoordig in de morgen nu een glas port, madera of zoete wijn? Maar toen we even nadachten en thuis nog wat dingen opzochten, konden Nico en ik een aardig stukje drankengeschiedenis reconstrueren. Het begon met de realisatie dat ‘Bergerac met citri’ moest slaan op de zoete wijnen die uit die streek komen. Wij kennen nu vooral Montbazillac en Saussignac, maar J.P. Keuls zegt over de Bergerac in zijn Het boek van den wijn uit de tweede helft van de jaren dertig: ‘[..] in de Dordogne heeft de welbekende witte Bergerac een zekere reputatie wegens zoetgehalte en aroma. Deze wijn heeft weliswaar niet de finesse van de Sauterneswijnen, maar is toch onder de zoete wijnen zeer gezocht’.
Alleen het idee om in zo’n wijn een schijfje citroen (tenminste, zo vatten we citri op….) te doen, is toch wat apart. Hoewel, witte port met citroen wordt ook geschonken.
In een ander historisch wijnboekje, Wijn van J.D. Rahusen uit 1957, vond ik over ‘Bual Madeira’ de uitspraak: ‘de klassieke morgen-drank van onze voorouders’. En tenslotte leverde Google een verwijzing naar de roman Fernand van Melati van Java uit 1874 met de term ‘morgenwijn’. ‘Nadat Fernand den eersten keer gekomen was om beide zusters af te halen en de boodschap ontvangen had, dat ze uit waren, ging hij even naar huis om zijn mama te zeggen, dat zij niet onmiddellijk haar gasten behoefde af te wachten. Tot zijn teleurstelling zag hij niemand in het salon en in de huiskamer dan Emilie die de morgenwijnen op tafel arrangeerde’.
Wat ik me nu afvraag, is wanneer de omslag is opgetreden en waarom? Wijnen als madera, port en Montbazillac associëren wij bijna uitsluitend nog met het dessert, na het avondeten. Het Standaard Wijnboek uit 1972 bijvoorbeeld, van Hugh Johnson en Arne Krüger, rept met geen woord over de oudere traditie om dergelijke wijnen ’s morgens te drinken. Ik vermoed dat de Tweede Wereldoorlog een grote breuk in deze traditie is geweest. Bovendien hangt het waarschijnlijk ook samen met het verdwijnen van een manier van leven door de gegoede klassen.
En toch tref je de traditie hier en daar nog aan: zo is van grand old man van de Engelse wijnwereld Michael Broadbent bekend dat hij graag ’s morgens een sherry drinkt. En ontving onze eigen Prins Bernhard zijn gasten in de ochtend niet ook met champagne, bier en nootjes?