Als je een wijn proeft uit de Bordeaux of de Bourgogne, heeft die wijn een bepaald karakter dat je na veel oefenen en proeven wel weet te herkennen. Het word je al makkelijk gemaakt door de druivenrassen: een rode Bordeaux bestaat over het algemeen uit merlot en/of cabernet sauvignon, een rode Bourgogne uit pinot noir.
Maar voor de Languedoc geldt dit helaas niet, en al helemaal niet voor de dubbele wijnregio Languedoc-Roussillon. Een wijn herkennen uit dit gebied is dus een lastige opgave. Er zijn vele tientallen druivensoorten toegestaan en allerhande interessante combinaties. En die druivensoorten kunnen dan ook nog eens beïnvloed zijn door terroir-elementen als garrigue (de invloed van de omringende wilde kruiden als tijm en rozemarijn op de smaak van wijn) of moderne vinificatietechnieken.
Ga je wijnen proeven uit de Languedoc-Roussillon, heb je dus eigenlijk weinig houvast. Zo proefden wij met ons proefgroepje afgelopen maandag bij Yontie huis om te beginnen twee rode wijnen die ons volkomen op het verkeerde been zetten. Mijn proefnotities voor beide luidden: vol, kruidig, sappig. Voor glas 1 noteerde ik nog dat de tannines niet heel uitgesproken aanwezig waren, terwijl dat voor glas 2 wel het geval was. De alcoholpercentages vond ik aardig overeen komen, beide wijnen hadden geen hout en min of meer een donkerpaarsrode kleur. Mijn gedachten gingen in de richting van een zogenaamde gsm-wijn (grenache, syrah, mourvèdre) voor de één en carignan voor de ander. Ook de andere aanwezigen dachten in deze richting. Tenslotte zijn dat de druiven die heel regelmatig in het gebied voorkomen. Maar wat bleek: beide wijnen waren gemaakt van 100% merlot! Glas 1 bleek een Domaine Preignes le vieux, Merlot des Terres Noires 2006 (Mitra, € 4,99), glas 2 een Domaine Natura 2005 (eigen import van Karin, onze sommelier van de dag, gekocht op het domaine, € 5,95), beide Vin de Pays d’Oc. Vinificatietechnieken, oogstjaren, terroir en opvoeding leken hier een grotere rol te spelen dan het karakter van de druif. Of zouden we ons toch te veel hebben laten leiden door het feit dat we wisten dat er wijnen uit het zuiden van Frankrijk op de tafel stonden?
Gedurende de rest van de proeverij kwamen gelukkig ook de meer ’typische’ wijnen aan bod: een Côtes du Roussillon Villages Tautavel (carignan, syrah, mourvèdre), een Domaine Salabert Saint Chinian 2005 (syrah, grenache, carignan), Château Remaury Grande Réserve Minervois 2004 (syrah, mourvèdre) en een Domaine des Murettes Cuvée des Cimes 1998 AC Minervois-La Livinière (grenache, syrah) bijvoorbeeld. Deze laatste was mijn absolute favoriet van de middag. Deze toch al negen jaar oude wijn geurde naar rood fruit en kruiden, had nog stevige maar mooie ronde tannines, was tamelijk complex en had een prettig lange afdronk. En hij blijkt ook nog te krijgen te zijn bij een wijnhandel vlak in de buurt bij mij, voor slechts € 12,50!
Als afsluiting van de rode wijnen maakten we nog een uitstapje naar de de Provence. Helaas kon ik deze tanninebom – een Bandol van Château Jean Pierre Gaussen, Cuvée LongueGarde 2001, gemaakt van 98% mourvèdre en 2% grenache, 22 maanden op eikenhouten vaten – niet meer zo waarderen. Ik noteerde er slechts over: stal, inkt, tannines! 10 jaar laten liggen…. (en dat zou ik dan ook echt maar doen.)
Yontie had gekozen voor een andere aanpak dan gebruikelijk: na al dit stevige rood waagden we ons nog aan twee heerlijk verfrissende witte wijnen. Het pleit absoluut voor de kwaliteit van de gekozen wijnen dat ze de test glansrijk doorstonden, ook na de rode Bandol van 14.5%. Voor de eerste witte bleven we in de Provence en proefden we een speciaal voor mij aangeschafte wijn: Domaines Ott Clos Mireille Cru Classé Côtes de Provence 2000 (ik had in de les eens laten vallen dat ik daar zo nieuwsgierig naar was, naar Domaine Ott), gemaakt van sémillon, ugni blanc en rolle. Die rolle meende ik zelfs te herkennen: deze druif maakt ook een aanzienlijk deel uit van de Chateau Planères die ik onlangs dronk. In de geur ontwaarde ik citrus, anijs, venkel, iets zilts. De smaak was fris, met een vederlicht zoetje.
Na een laatste witte wijn, Château d’Anglès 2004, Terroir de la Clape AOC Côteaux du Languedoc, ronden we de middag af met een mooie vijf jaar oude Banyuls Baillaury, uit de Roussillon. Deze versterkte zoete rode wijn, gemaakt van 50% grenache noir en 50% grenache gris, is een heerlijke begeleider van chocolade, maar smaakt ook uitstekend met een stukje kaas. Yontie had er een mooi plateau van klaar staan, waar we dan ook heerlijk van genoten hebben. Er was niet veel meer over toen we naar huis vertrokken. Zo willen we vaker onze proefsessies afsluiten. Op naar de volgende bijeenkomst!
Robèrt zegt
Ott is altijd één van mijn favorieten. Helaas heb ik die Clos Mireille niet geproefd….
Ik had mijn karretje al volgeladen in Grand Var bij Toulon kreeg ik opeens weer een aanval van verkeerde zuinigheid…. de witte gingen er uit en de rosé’s en de rode wijnen gingen wel mee naar huis. “Krijg je spijt van” zei mijn vrouw nog en inderdaad ze had (weer) gelijk…..
Dus fijn om te lezen dat je deze wijn heerlijk en verfrissend vond toch?
Ik moet er nodig weer naar toe!