Tradities komen en gaan. Morgen is het Driekoningen, maar wie weet er nog wat voor feest dat is? Op 6 januari werd van ouds gevierd dat de drie koningen of wijzen uit het oosten op bezoek kwamen in de stal waar Maria net bevallen was van het kindje Jezus. Een ster wees hen de weg. De koningen brachten geschenken mee voor het kind, zoals goud, wierook en mirre.
In de landen om ons heen leeft dit feest nog enigszins. De Engelsen hebben het over Twelfth Night, in Italië wachten kinderen met spanning op de Befana die cadeautjes voor hen meebrengt. In Spanje zetten de kinderen een glas cava klaar voor Los Reyos Magos, de drie wijzen. Hun paarden krijgen hooi, en de kinderen krijgen de volgende ochtend cadeautjes en snoepgoed.
In Nederland is van dit alles niets meer over. Ooit werd er rondom deze datum nog flink gebakken, een zogenaamde Driekoningentaart (die ook in andere landen nog voorkomt). In de taart werd een boon verstopt, en wie in zijn stuk taart de boon had, was die avond de koning van het feest. Schilders als Jan Steen en Jacob Jordaens hebben het feest vereeuwigd, waarbij ook drank een rol speelde: de ‘koning’ mocht de eerste dronk van de avond nemen. Jordaens’ schilderij ‘De koning drinkt’ is daarvan waarschijnlijk wel de bekendste uiting. Jan Steen maakte op zijn schilderij een klein kind de koning van het feest, die uit een roemer het eerste slokje mag drinken. Wafels en muziek maken de avond tot een waar ‘volksfeest’.
De Driekoningentaart werd met frangipane gemaakt, een beslag met boter, suiker, eieren, bloem en amandelen. Onlangs maakte ik bij toeval een verrukkelijke cake, om de van de gevulde speculaas overgebleven amandelspijs te verwerken. Deze amandel-appelcake kan perfect als Driekoningentaart dienen. Je hoeft er allen maar een boon in te stoppen en een mooie zoete wijn bij uit te zoeken. Ik denk aan een zoete Riesling Auslese uit Duitsland. Of misschien toch die Hongaarse Tokaj?
Recept voor een Driekoningen appelcake met amandelen
150 gram boter
3 eieren
1 eetlepel citroenrasp
150 gram basterdsuiker
1 zakje vanillesuiker
100 gram amandelspijs
150 gram zelfrijzend bakmeel
450 gram appel (bijvoorbeeld Marlène Golden Delicious)
25 gram geschaafde amandelen
2 eetlepels poedersuiker
Laat de boter en de eieren op kamertemperatuur komen. Vet een springvorm van 20 cm doorsnede in met boter en een beetje bloem. Meng in een beslagkom citroenrasp, boter, basterdsuiker, vanillesuiker en zout. Gebruik de mixer om een gladde massa te krijgen. Voeg een voor een de eieren toe. Verwarm de oven voor op 180 °C. Verkruimel de amandelspijs door het deeg. Voeg het zelfrijzend bakmeel toe. Schep de massa in de springvorm. Schil de appels, snij ze in kwarten, verwijder het klokhuis. Kerf de partjes op de bolle kant 4 à 5 maal in. Leg de partjes met de bolle kant naar boven in het beslag. Bak de cake in het midden van de oven gaar en bruin. Neem de cake uit de oven. Verwarm de grill op de hoogste stand. Strooi geschaafde amandelen en poedersuiker over de cake. Zet de appelcake vlak onder de grill en bak enkele minuten totdat de amandelen goudbruin kleuren en de poedersuiker smelt. Laat de appelcake vervolgens in de vorm afkoelen.
Voor een Driekoningentaart verstop je een gedroogde bruine boon in het beslag voordat je gaat bakken.