Hoewel in Klein Azië de wieg van de wijnbouw staat, ben je toch verbaasd als je in een restaurant Turkse wijn aantreft. Turkijke: komt daar wijn vandaan dan, is de eerste reactie.
Op de avond van 4 mei, een wat bijzondere avond om uit eten te gaan, besloten we van het mooie weer te genieten en een terrasje aan de Oudegracht uit te zoeken. We kozen voor een simpel restaurant, Abrikoos, waar ook de kids iets van hun gading zouden kunnen vinden. Extraatje voor moeder: zicht op de plaats waar in de middeleeuwen de kraan stond waarmee de wijnen gelost werden, en op de kelders waar de wijnen opgeslagen hebben gelegen.
De kaart van Abrikoos vermeldt een interessante mix van Spaanse tapas, Griekse mezze en Turkse hapjes. En ook de wijnen komen uit die gebieden. Wij kozen bij ons vismenu (calamares, gekruide garnalen, gemengde visschotel) een Turkse rosé, Lál, van het bedrijf Kavaklidere. Een prima rosé, heel droog, met rood fruit in de neus en een intrigerende nasmaak van … ja, wat was het nu precies? Iets van droog hout, sigaar, in ieder geval een indruk die ik niet eerder aantrof in wijn. De wijn maakte een uiterst frisse indruk, mede door de hoge zuurgraad. De rosé combineerde uitstekend bij de pittige gerechten, al werkte de 13% alcohol uiteindelijk wel aardig door.
Thuis gekomen bleek dat Turkije een aanzienlijk aantal inheemse druivenrassen kent. De Spectrum Wijnatlas en Google leverden een interessante hoeveelheid informatie. Onze rosé bleek gemaakt van Çalkarasi van het Denizli-plateau (wat ook op het etiket staat, maar dan moet je wel weten dat het om een druivenras gaat). Op de fles staat ook de term Aegean, hetgeen aanduidt dat de rosé uit het gebied tegen de Egeïsche Zee aan komt. Denizli is een plaats en plateau tussen Antalya en Izmir.
De wijnen wordt gemaakt in een grote ‘plant’(volgens de website) in de buurt van Ankara en de wijnmakerij behoort tot een van de grootste particuliere (wijn)bedrijven in Turkije. Turkije heeft een omvangrijke druiventeelt, maar het grootste deel daarvan is tafeldruiven. Midden jaren negentig van de vorig eeuw was slechts 3% bestemd voor de wijnbouw, een percentage dat mogelijk aangepast is de afgelopen 10 jaar. Kavaklidere produceerde 17.5 miljoen liter wijn in 2005 en heeft 32 verschillende wijnen en druivensappen. Tot het assortiment behoren droge rode en witte wijnen, rosé, versterkte, mousserende en halfzoete wijnen. Twintig procent van de productie wordt geëxporteerd, onder andere naar een distributiecentrum in België. Vandaaruit wordt het westelijk deel van Europa bevoorraad.
De overige 80% – waarvan wel een deel druivensappen – moet dus in eigen land geconsumeerd worden. Een opmerkelijk gegeven in een land wat dan wel in naam niet islamitisch is, maar in de praktijk toch zeker wel. Waarschijnlijk zal de toeristenindustrie aan de kust een groot deel van die 80% voor zijn rekening nemen, maar ook de Turken zelf moeten toch af en toe een flesje drinken. Kavaklidere is bovendien niet de enige grote wijnproducent in het land.
Kavaklidere is opgericht in 1929 en is de oudste wijnproducent in particuliere handen. In dezelfde tijd – de jaren twintig van de twintigste eeuw – stimuleerde Kemal Atatürk, stichter van de seculiere republiek Turkijke, de bouw van staatswijnbedrijven. Hij wilde zijn volk overtuigen van de deugden van de wijn en is van groot belang geweest voor het instandhouden van de honderden inheemse druivenrassen. Eigenlijk moet ik Atatürk dus dankbaar zijn, dat ik vanavond op een Utrechts terras een prima wijn van een mij totaal onbekende druif mocht proeven. En hij beviel nog goed ook…