Hoeveel cava’s ik het afgelopen jaar heb ontdekt in Nederland, weet ik op dit moment niet. Het zijn er in ieder geval heel wat: er is absoluut meer, veel meer dan Codorniú en Freixenet. En eigenlijk ben ik in al die cava’s nog zelden echt teleurgesteld. De ene cava is wat expressiever dan de andere; sommige hebben meer restsuiker, andere hebben vooral stevige zuren. Maar allemaal hebben ze zon en vrolijkheid, waar we erg gesteld op zijn geraakt. Zozeer zelfs dat we die zon en vrolijkheid misten in een fles andere bubbels die we laatst dronken – een champagne notabene…..
Castell de la Comanda
Diezelfde zon trof ik ook weer in de cava’s van Castell d’Or, onder de naam Castell de la Comanda. Ik kreeg er drie toegezonden van Schouten Import, en proefde er inmiddels twee, een Brut en een Brut Rosé. Beide waren het wat strengere cava’s dan ik inmiddels heb leren kennen, met stevige zuren. Voor sommige mensen misschien iets te zuur, maar ik vond ze heerlijk verfrissend. Ook het alcoholpercentage van slechts 11,5% beviel goed, evenals de druivenrassen. De Brut is gemaakt van 50% macabeo en 50% parellada, de Brut Rosé van 100% trepat.
Macabeo levert bloemigheid en een matig alcoholpercentage, parellada frisheid en levendigheid. Dat in de assemblage van de Brut geen xarel.lo zat, was wel te merken. De wijn miste iets aan structuur, en ik zou hem niet al te lang laten liggen. (Over het algemeen zorgt toevoeging van xarel.lo voor meer rijpingspotentieel). Het was verder een wijn waarbij je graag iets eet: schaal- en schelpdieren bijvoorbeeld!
De trepat was uitzonderlijk kersenrood voor haar doen: meestal heeft trepat een bleekrose kleur. Waarschijnlijk hebben de schillen hier wel enige tijd meegeweekt, wat ook het kleine bittertje zou kunnen verklaren. De trepat viel zeer in de smaak bij mijn collega’s (en bij mij), die hem ter ere van mijn behaalde examen afgelopen donderdag geschonken kregen. ‘Niet zo zoet’, en ‘lekker fris’, waren enige van de commentaren.
Tien coöperaties
Castell d’Or is een samenwerkingsverband van tien Catalaanse coöperaties die tussen 1900 en 1950 zijn opgericht. De aangesloten wijnbedrijven willen door gezamenlijke inspanning beter functioneren. Het doel van een speciaal opgeleid team van specialisten is een zo hoog mogelijke kwaliteit te bereiken die tevens optimaal aan de eisen van de consument voldoet.
Voor het wijnmaken, het bottelen en de verkoop wordt nauw samengewerkt, om zowel de nationale als de internationale markt goed te kunnen bereiken. Wijnmaken vindt plaats op diverse plaatsen in Catalonië; iedere plek heeft zijn eigen karakteristieken wat betreft bodem, klimaat, hoogte enzovoorts. De wijnen van Castell d’Or dragen geen algemeen stempel, maar zijn een uitdrukking van het gebied waar ze gemaakt worden, en vallen onder de desbetreffende DO. De coöperaties werken hoofdzakelijk met inheemse druiven.
De kelders van de groepsleden zijn bovendien vaak architectonische hoogstandjes, in veel gevallen ontworpen door tijdgenoten of volgelingen van Antoni Gaudí, zoals Cèsar Martinell en Domènec i Muntaner. De inrichting van de kelders is uiterst modern, met nieuwe installaties en machines. Vooral de kelder waar de cava’s van Castell de la Comanda worden gemaakt, El Cellar Barberà de la Conca, is beroemd: hij staat bekend als ‘kathedraal van de wijn’, ontworpen door Cèsar Martinell. Castell de la Comanda is gevestigd in Conca de Barberá, een wijngebied net even ten zuidwesten van de Pénèdes, waar de meeste cava gemaakt wordt.