In het uiterste noordoosten van Spanje, zo’n 100 kilometer boven Barcelona, ligt een wijnstreek die in Nederland vrij onbekend is. De DO Empordà vormt het achterland van bekende (bad)plaatsen als Roses en Cadaqués; de wijnen die er vandaan komen zijn rood, wit, rosé, zoet, droog, stil en mousserend. Het gebied kent een aantal coöperaties, maar sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw laten ook steeds meer kleinere producenten van zich horen. De bekendste producent is sinds jaar en dag Castillo Peralada in het gelijknamige stadje, die een vrij goede en bekende cava maakt.
Tijdens mijn vakantie had ik het grote geluk één van die ‘kleinere’ wijnmakers, Espelt Viticultors, te mogen bezoeken, een zeer moderne producent van fruitige en kwalitatief uitstekende wijnen. Dat ‘klein’ is relatief: van de 2000 ha. wijngaard in Empordà bezit Espelt er 200 (die overigens niet allemaal in gebruik zijn). Zij zijn daarmee één van de grootste particuliere producenten in het gebied. In een tweetal bijdragen zal ik de komende tijd het bedrijf introduceren. Voordat ik aandacht schenk aan de wijnen, eerst aandacht voor de wijngaarden, omdat die een belangrijk deel van ons bezoek vormden. En: zonder goede wijngaarden meestal geen goede wijn!
Bij onze aankomst in Vilajuïga werden we ontvangen door Ramuntxo Andonegui, die sinds enige jaren exportmanager is van het bedrijf. Hij stelde ons voor allereerst twee wijngaarden te gaan bezoeken. De oorspronkelijke wijngaarden bevinden zich rondom het huis van de familie Espelt, maar sinds een aantal jaren worden ook wijngaarden in de omgeving gekocht en aangeplant. Twee van die wijngaarden wilde Ramuntxo Anondegui ons graag laten zien: een aantal percelen op Cap de Creus, met veelal jonge aanplant, en een aantal percelen zeer oude stokken in Vilamaniscle, in het gebied dat lokaal bekend staat als L’Albèra. Bij Espelt wordt handmatig geoogst, wat met de vele oude stokken die als zogenaamde ‘bushvines’, lage struiken, aangeplant zijn, ook niet anders kan. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met respect voor omgeving en milieu, uiteraard ook ingegeven door de ligging van de wijngaarden in twee nationale parken.
Na onze pubers achtergelaten te hebben op het strand van Roses, sloegen we een uiterst smal weggetje in. Het bleek het weggetje naar het beroemde restaurant El Bulli te zijn, waarlangs ook de wijngaarden van Espelt liggen. Deze wijngaarden bevinden zich in het Parc Natural del Cap de Creus, een fantastisch mooie natuurgebied aan zee, waar Espelt rechten heeft op 18 ha. aanplant en waar nauw samengewerkt wordt met de beheersorganisatie van het Nationale Park. Espelt heeft er alleen mogen planten omdat men de biodiversiteit van het Park wil verbeteren. Bovendien vormen de wijngaarden een wal tegen de veel voorkomende bosbranden en beschermen zo de badplaats Roses. Wijnstokken branden namelijk zeer slecht. De bodem op Cap de Creus bestaat uit verpulverd graniet, dat zeer fruitige wijnen oplevert (denk aan de Beaujolais, waar in de cru’s de bodem ook uit graniet bestaat!). Aangeplante druivenrassen zijn garnatxa (grenache), cariñena (carignan) en monastrell (mourvèdre), met nog wat marcelan en syrah. De hellingen liggen voornamelijk op het zuiden.
Naast de wijngaarden bezit Espelt hier ook een olijfboomgaard: men mocht in het gebied wijnstokken planten, op voorwaarde dat ook de oude verwaarloosde olijfbomen werden gered. De uitstekende extra vierge olie van Espelt is inmiddels in het proeflokaal te koop.
Achter Ramuntxo Andonegui aan reden we vervolgens terug naar Vilajuïga, lieten daar onze eigen auto achter en vervolgden in één auto onze weg de andere kant op, richting de Pyreneeën. L’Albèra, of de Albères – zoals ze in Frankrijk genoemd worden – zijn de meest oostelijke uitlopers van deze bergketen. Ook dit is een beschermd natuurgebied. Wijngaarden liggen zowel op de noordelijke hellingen in Frankrijk als op de zuidelijke in Spanje. Ter hoogte van plaatsjes als Vilamaniscle en Rabós, net ten noorden van Figueres, gaan deze zuidelijke uitlopers over in het vlakkere land van de provincie Girona. Al in de Romeinse tijd trof men hier wijngaarden, terwijl in de Middeleeuwen kloosters als Sant Pere de Rodes een belangrijke rol in de wijnbouw speelden. In de jaren zestig van de twintigste eeuw trad echter het verval in. Ramuntxo Andonegui vertelde ons bijvoorbeeld dat veel wijnboeren uit dit gebied in de oogsttijd hun eigen wijngaarden achterlieten om te gaan werken op de hellingen in Banyuls, aan de Franse kant. Daar konden zij veel meer geld verdienen. Nu worden veel van deze oude wijngaarden opgekocht en nieuw leven ingeblazen, onder andere door Espelt. Zij kochten bijvoorbeeld zo’n drie jaar geleden een perceel aan met stokken die teruggaan tot 1901! Er staat hier veel cariñena, afgewisseld met grenache gris.
Rondom Vilamaniscle bestaat de bodem uit leisteen, zand en klei en bezit men zo’n 52 ha., met een gemiddelde leeftijd van de stokken van 70 jaar. De wijngaarden worden afgewisseld met percelen met andere gewassen en met kurkbomen. Door het piepkleine plaatsje Rabós, waar onze luxe stationwagen niet door de straatjes had gepast, keerden we terug naar Vilajuïga, waar we dan eindelijk de wijnen zouden gaan proeven.
De overige wijngaarden van Espelt bevinden zich in Vilajuïga zelf, rondom het oude familiehuis en het hypermoderne bedrijfsgebouw. Aan te treffen druivenrassen zijn nog merlot, cabernet sauvignon, sauvignon blanc, muscat d’Alexandrie, chardonnay, macabeu en xarel.lo. De laatste drie worden gebruikt voor de mousserende wijnen Escuturit en Escuturit Brut.
Wijnen van Espelt worden in Nederland geïmporteerd door Vinites. Op 8 september organiseert dit bedrijf een grote Spaanse proeverij in Amersfoort, waar ook Ramuntxo Andonegui van Celler Espelt aanwezig zal zijn.
Foto’s: Wijngaarden op Cap de Creus; Ramuntxo Andonegui (links) in de wijngaarden bij Vilamaniscle.