Hoog tijd voor de laatste impressies van Megavino! Het voelt een beetje als mosterd na de maaltijd, maar deze ontmoeting moet ik nog even kwijt. Net toen we het idee hadden dat we op deze beurs geen Belgische wijnen zouden tegenkomen, liepen we namelijk tegen de stand van Château Bon Baron aan. Een struise dame schonk met ferme hand haar rode wijnen uit, dus dat moesten we ook even proeven. Het bleek een fraaie pinot noir, met lichte houttonen, fris en soepel. Toen ik wat in aarzelend Frans wilde gaan vragen (Bon Baron, dat lijkt toch Frans, niet?), kreeg ik prompt antwoord in onvervalst Nederlands. Gelegenheid voor een uitgebreid praatje was er niet echt, maar de uitnodiging om een keer in Lustin, in het Waalse deel van de Maasvallei langs te komen, kwam al snel. Dat moet ik volgend jaar serieus eens gaan doen, want een wijngaard in zo’n historisch gebied moet ik natuurlijk bezoeken. Al in de Middeleeuwen werd er ook ten zuiden van Namen wijn gemaakt, en deze oude tradities doen Jeanette en haar familie weer herleven.
Na de Pinot Noir proefden we nog een tweede wijn, Acolon 2007, winnaar van het Concours Mondial de Bruxelles als beste rode Belgische wijn. Zowel mijn metgezel als ik vonden de wijn erg goed, al zijn mijn proefnotities spoorloos. Fruitig en aangenaam, herinner ik me nog. Acolon is een kruising tussen blaufränkisch en dornfelder, ontwikkeld in Duitsland. Van de dornfelder heeft hij in ieder geval de donkere kleur gekregen! De wijn rijpte één jaar op grote houten vaten van Frans eikenhout. De wijnen van Château Bon Baron vallen onder de Belgische herkomstbenaming ‘Côtes de Sambre et Meuse’.
Meer over dit intrigerende domein in Waals België volgt ongetwijfeld te zijner tijd, als mijn kennismaking met de wijnen en het domein wat uitgebreider is geweest.