Na Turkije en Georgië is Cyprus het derde land dat ik bezocht met een wijngeschiedenis ouder dan 5000 jaar. Dat alleen al maakte een reisje naar het eiland op de rand van het Midden-Oosten een bijzondere belevenis. Ik was er half februari, toen aan de kust de lente al begon maar het in de bergen nog aardig koud was.
Opeenvolgende overheersers
Van die eeuwenoude wijncultuur zijn overal de sporen te vinden, bijvoorbeeld op archeologische vindplaatsen, daterend uit de bronstijd tot en met het tijdperk van de Romeinse overheersing. Oude wijnpersen en aardewerken vaten, pithoi, tref je op veel plaatsen, schijnbaar achteloos achtergelaten in de wijngaard. Overheersing is hier wel een sleutelwoord, want de geschiedenis van Cyprus, het eiland waar kypros (koper) werd gevonden, is er een van opeenvolgende golven van veroveraars. Feniciërs, Grieken, Romeinen, Byzantijnen, kruisvaarders, ‘Franken’, Venetianen, Ottomanen en Britten: allemaal drukten ze hun stempel op het eiland. Pas in de 20ste eeuw werd Cyprus een onafhankelijke republiek, om vervolgens weer in twee delen te splijten in 1974.
Op de wijngeschiedenis heeft dit alles uiteraard zijn invloed gehad. Zo stortte de productie van de zoete Commandaria in na het vertrek van de Hospitaalridders in de 16e eeuw, om pas in de 20ste eeuw weer aan een comeback te beginnen. En zo stond er in de jaren van het Britse protectoraat veel palomino aangeplant, voor Cypriotische sherry. Bij navraag werd mij verteld dat er geen sherry meer wordt geproduceerd sinds Spanje en Cyprus lid van de EU zijn. Maar wat is er met de palomino gebeurd?
Lege terrassen en eigen wortelstokken
Het landschap in en rondom het Troödos gebergte, de hoogste bergketen op het eiland, wordt gekenmerkt door lege terrassen waar ooit wijnstokken aangeplant stonden. Sommige van die terrassen zijn beschermd. Phylloxera is niet de oorzaak van de lege terrassen: het hongerige druifluisje reisde wel naar Cyprus, maar vond in de hitte en op de droge kalkbodems geen gunstig leefklimaat. Anno 2017 staan de druivenstokken van het eiland dan ook voor 95% op hun eigen wortelstok en zijn niet geënt op Amerikaanse onderstokken. Dat geldt voor zowel de inheemse rassen als voor de 15% internationale rassen zoals cabernet sauvignon, syrah, chardonnay en sauvignon blanc. Nee, de kale terrassen herinneren aan een tijd dat Cyprus bulkwijn-leverancier was, onder de Britten. Hier stond ooit die benodigde palomino; al vertelde een andere wijnboer me dat de Cypriotische sherry ook van mavro werd gemaakt, een rood druivenras.
Een paar kenmerken
Van de huidige Cypriotische wijnbouw zijn me een aantal dingen bijgebleven. Een bezoek van slechts drie dagen is veel te kort om een goed beeld te krijgen. Maar een indruk kreeg ik wel. Zo zijn er de eigen druivenrassen, die momenteel volop onderzocht worden en waarmee tal van experimenten gaande zijn. Voor wit is er xynisteri, spourtiko, morokanella, altesse. Voor rood mavro, marathefktiko, ophtalmo, gianouddi, lefkada. Ik proefde er vele fraaie voorbeelden van, waar ik in een volgend artikel op terugkom. En dan is er natuurlijk de Commandaria, de legendarische zoete wijn die teruggaat tot de vroegste geschiedenis van het eiland, zo willen de verhalen. Ook daar zal ik een aparte bijdrage aan wijden.
De trots van de wijnboeren op hun eeuwenoude wijncultuur is een volgend opvallend aspect. Verwijzingen naar de Oudheid en het meer recente verleden zijn er overal. En dat terwijl particuliere producenten eigenlijk pas sinds de jaren 1970 actief zijn. De eerste was, volgens eigen zeggen, Vouni Panayia, die uitsluitend met inheemse druiven werkt. In een komend artikel meer over ons bezoek daar. De Cypriotische wijnbouw werd de gehele 20e eeuw eigenlijk gedomineerd door slechts vier grote producenten, deels coöperatie, deels eigendom van rijke landbezitters of zelfs de Kerk. Die vier grote producenten zijn er nog steeds, en één ervan, KEO, bezochten we. In KEO zit veel geld van de Orthodoxe Kerk, werd me verteld. Ze produceren 4 miljoen flessen per jaar, in diverse lijnen, voor verschillende portemonnees. Zowel wijnen van internationale als van lokale rassen zitten in het assortiment. Volgens eigen zeggen zijn zij de ontdekkers van het oude druivenras gianouddi, waar bij diverse producenten mee geëxperimenteerd wordt. Heel bekend is de Commandaria St. John, gemaakt door KEO, die ook naar het buitenland wordt geëxporteerd.
Restaurants en wijnbarren
Voor zover ik ervaren heb, is in de restaurants volop eigen wijn te krijgen. Diverse wijnhuizen exploiteren zelfs een restaurant. In lokale taverna’s als Omodos Katoi Tavern in Omodos, hét wijndorp op de hellingen van Troödos, is de hand van kiezen uitstekend, en we genoten er van kwalitatief uitstekende wijnen. Wijnbars zijn er ook, zeker in de drukke toeristengebieden als Limassol. Bij toeval kwam ik terecht in Do Wine & Dine, waar ik genoot van een van de beste wijnen van het eiland die ik geproefd heb, Xynisteri van Petritis Kyperounda. We mochten er bovendien een kijkje nemen in de wijnkelder, met tal van bijzondere (internationale) wijnen.
Tot slot nog wat over de keuken van het eiland: daar kan ik kort over zijn, die is goed! Veel vlees, dat wel, en ook vis. Maar ook veel groenten, noten, haloumi-kaas en lekker gebak. Oppervlakkig gezien heel Grieks, maar ook met tal van Levantijnse trekjes. En opvallend genoeg ook overeenkomsten met de keuken van Georgië: veel koriander, en zelfs de bekende notenstrengen met gestolde druivenmost eromheen. In Georgië heet dat churchkhela, op Cyprus soutzoukos. Algehele conclusie: Cyprus is het meer dan waard om verder te verkennen, ook als je alleen in wijn en lekker eten geïnteresseerd bent!