Langs de Duero in Spanje wonen twee tevreden opa’s: José Pariente en Elias Mora. Op hun naam staan namelijk twee fantastische wijnen, gemaakt door de ‘kleindochters’ Victoria Pariente en Victoria Benavides, beter bekend als de Dos Victorias. De wijngaarden van José en Elias leveren al veel langer druiven, maar in het verleden werden die altijd verkocht aan de coöperaties en bodega’s. Nooit zagen zij van hun eigen druiven een fles wijn terug; die verdwenen op de grote ingekochte hoop van een wijnmaker. Maar nu dus niet meer. José Pariente had het makkelijker dan Elias Mora: José had een kleindochter Victoria die in 1998 wijn besloot te gaan maken. Elias had niet zo’n kleindochter, maar werd verrast door het aanbod van die andere Victoria om zijn wijngaarden over te nemen. Met tranen in de ogen heeft hij de eerste flessen ontvangen en gedronken, zo wordt verteld.
Dit prachtige verhaal en deze prachtige wijnen stonden afgelopen zondag centraal op een bijzondere wijnproeverij bij Van Wageningen en de Lange in Utrecht. Gert Crum vertelde ons kort maar heel krachtig hoe het er met de Spaanse wijnbouw voorstaat; hij kenschetste Spanje als het boeiendste wijnland van dit moment. En nadat we de 20 wijnen op de proeftafel geproefd hadden, konden we dat alleen maar beamen.
De spannendste wijngebieden van dit moment zijn wel die langs de rivier de Duero, die in Portugal in zee uitmondt als de Douro. Van west (bijna tegen de Portugese grens) naar oost liggen daar Toro, Rueda en Ribera del Duero, allemaal gebieden waar HET op dit moment gebeurd. Zoals het verhaal van José en Elias al vertelt: tot 1975 kende Spanje eigenlijk alleen maar kleine druiventelers die hun druiven aan de coöperaties verkochten; die maakten er goedkope wijn voor binnenlandse consumptie van. Met de dood van Franco verdween deze gang van zaken al snel. Europese subsidies maakten de Spaanse wijnbouw in korte tijd tot de interessantste van Europa, waar technieken uit de zogenaamde Nieuwe Wereld heel snel ingang vonden (irrigatie, koeling van de most e.d.).
Tot 2000 bleef er vooral aandacht voor die nieuwe wijnmaaktechnieken, maar inmiddels is er ook een groeiende bewustwording van het belang van de kwaliteit van het fruit. Wijn wordt gemaakt in de wijngaard, niet in de kelder, aldus Crum. Het bedrijf Dos Victorias is daarvan een goed voorbeeld.
We proefden van deze dames de José Pariente 2005, een fantastisch lekker witte wijn waar je indruk mee maakt op iedere wijnliefhebber die bij je op bezoek komt. Hij is gemaakt in de DO Rueda van de druivensoort verdejo (niet dezelfde als verdelho van de madera en uit Australië), een van de spannendste inheemse Spaanse druivensoorten. Met deze wijn kun je bij iedere wijnliefhebber aankomen; hij smaakt heerlijk vol en fruitig en er is een prachtig verhaal bij te vertellen (zie hierboven).
Ook in de DO Toro maken de Dos Victorias wijn: de krachtige rode crianza en semi-crianza Elias Mora. We proefden van de semi-crianza de jaargang 2005, van de crianza de 2001. Beide zijn fantastische rode wijnen, met veel pit, kruidig en geconcentreerd en aan te raden bij een mooie stoofpot of een goed stuk vlees. Wil je je wijnliefhebbende baas wat onder zijn kin kietelen, neem dan absoluut van deze opa een fles mee!
De andere 17 wijnen op de tafel waren ook allemaal even goed en aantrekkelijk. De prijzen liggen zo rond de 10 euro, vaker eronder dan erboven. Ik kan met Gert Crum alleen maar concluderen dat Spanje inderdaad een wijnland is om de komende tijd goed in de gaten te houden.