Anno 2016 is de keuze van drankjes waarmee we onze dorst kunnen lessen enorm. Bovendien is in de westerse wereld op iedere straathoek wil iets te krijgen dat een opkomende droge keel bevochtigd. Hoe ontzettend anders moet dat vroeger geweest zijn. Geen plastic flesjes om met je mee te dragen, alleen onhandige veldflessen van steen, metaal of dierenhuid. Geen frisdrankautomaten, geen snackbars met koelvitrine, geen supermarkten. En de keuze aan drankjes was ook vrij beperkt: water, bier en wijn waren eeuwenlang de belangrijkste, aangevuld met kruidenthee, vruchtensappen en melk. Die laatste twee waren alleen beschikbaar voor huiselijk gebruik; de houdbaarheid was slechts tot de deur. Tot de komst van koffie en thee bleef het daar zo ongeveer wel bij. Oké, er was nog mede, maar dat was tamelijk duur en het duurde vrij lang om honing te vergisten.
Die veelheid aan moderne dranken viel me onlangs weer eens extra op, tijdens de jaarlijkse Culiperslunch, waar diverse nieuwe producten gepresenteerd werden. Na een eerste rondje langs de diverse ‘kook’-eilanden van de Amsterdamse Kookfabriek was ik al getroffen door de vele boektitels over sapjes, thee en water. Daarnaast waren er nieuwe merken limonadesiroop, frisdrank en vermout. De komende tijd daarom op onregelmatige tijden aandacht voor allerhande drankjes, te beginnen met vermout, als kleine voortzetting van een recent geschreven artikel. Daarna zullen ook niet-alcoholische drankjes een bespreking krijgen, evenals een aantal nieuwe boeken.
Belsazar vermout
De Duitse vrienden Maximilian Wagner, Philipp Schladerer en Sebastian Brack delen een passie voor goed eten en drinken. Bij een perfect avondje uit hoort een goede vermout, zo vinden de drie. Maar in hun stad Berlijn konden ze die eigenlijk nergens vinden. Daarom besloten ze een eigen vermout te gaan maken. Ze besteden veel aandacht aan de kwaliteit van de wijn, de versterkende alcohol en de droge ingrediënten. Voor de wijnen gingen ze naar Baden, waar rondom de Kaiserstuhl met spätburgunder uitstekende rode wijnen worden geproduceerd. De alcohol waarmee hun vermout, Belsazar, versterkt wordt, komt van fruitbrandewijn van Schladerer, een distillateur in het Zwarte Woud die al sinds 1844 werkzaam is. En de droge ingrediënten houden ze geheim. Alleen over de alsem, het kenmerkende kruid voor vermout, doen ze niet geheimzinnig. Wel laten de heren los dat de kruiden en ‘botanicals’ bijna allemaal uit Duitsland komen.
Op dit moment zijn er vier varianten van de Belzasar vermout: een droge, een rode, een witte en rosé. In de witte variant worden sylvaner, riesling en muscat-druiven gebruikt. Voor de Belsazar-vermouts worden geen kleurstoffen gebruikt: de rosé en rode variant worden van spätburgunder gemaakt, en niet zoals gebruikelijk met karamel gekleurd. De zoetheid krijgt Belsazar van regionale druivenmost.
Long drinks en cocktails
De vier varianten zijn allemaal ideaal om te mixen in een longdrink of cocktail, maar ook puur met een ijsklontje zeer smaakvol. Zelf vond ik de mix van Belsazar rosé vermout met East Imperial tonic erg geslaagd, evenals de rode vermout met ginger ale. In de brochure trof ik ook spannende combinaties als vermout met sekt of prosecco en rosé vermout met gin.
Belsazar is op de Nederlandse markt verkrijgbaar via Bart’s Bottles, een drankenimporteur die zich richt op het hogere segment in de horeca, waarbij de nadruk ligt op frisdrank en gedistilleerd.
Recept voor een B&T, Belsazar en Tonic
Vul een breed longdrinkglas met ijs. Schenk Belzasar vermout over het ijs, top af met tonic en garneer eventueel met een citroenschil.