Recent proefde ik van de Wijnbeurs een witte wijn gemaakt van sauvignon blanc, chardonnay en vermentino. De wijn kreeg de naam Mon Bijou, Pays d’Oc IGP, en is een project van Wijnbeurs-oenoloog Christophe Pippo, die voor zijn 10-jarig jubileum de vrije hand kreeg om een wijn naar eigen smaak en wens op de markt te brengen. In geur en smaak is Mon Bijou lekker bloemig en kruidig, met hints van laurier, venkel, anijs en sinaasappel. De 20% vermentino geeft de wijn een lekkere bite, alcoholpercentage is 13% en de zuren zijn fris en prettig. Mon Bijou dronken we bij een pompoenschotel met courgette en kerrie, en was wonderwel tegen de kerrie opgewassen.
Samenvattend: een lekker soepel en makkelijk glas wijn, met precies dat beetje complexiteit om hem niet té gemakkelijk te maken. Goed bij het eten, maar ook heerlijk op het terras.
Het bijzondere aan deze wijn is natuurlijk de samenstelling. Chardonnay en sauvignon blanc blenden komt niet zo veel voor, en met vermentino erbij is het helemaal apart. Bovendien heeft een deel van de sauvignon blanc ook nog eens houtrijping gehad. In Mon Bijou gaan twee internationale druiven bovendien samen met een lokale; vermentino is vooral bekend uit de Provence.
Hokjes
De wijnjournalistiek is dol op in hokjes stoppen, labeltjes eraan hangen, dus uiteraard moeten dergelijke blends een naam krijgen. In de laatste Wine Life werd door Noële Ruitenberg de term multi–culti blends gebruikt, enige jaren geleden gebruikte Frank van der Auwera al de term duoblends. Toen vermoedde hij dat dit een trend zou worden, overgewaaid uit Australië. Inderdaad komt het in Australië al veel langer voor om druiven samen te brengen waarvan wij niet gewend zijn dat ze tegelijk in de fles zitten.
Wat vinden we er van?
Ik vroeg mij toen al af wat het ging betekenen. En nu eigenlijk nog steeds. Zelf vind ik Mon Bijou een heerlijke wijn die een plaats in het wijnrek verdient. In mijn proefvoorraad staan bovendien nog wat flessen Ella Hill van Puklavec & Friends uit Slovenië, waar ook bijzondere combinaties gemaakt worden. Ook in Hongarije zie je steeds vaker traditionele rassen gemengd met lokale, net als in Portugal. Gaan we steeds vaker dit soort combinaties zien? Is het een belangrijke ontwikkeling? Zijn we klaar met mono-cépage wijnen (wijnen van slechts één druivenras)? Zijn het hobbyprojecten van wijnmakers of speelt het in op de vraag van de consument? Wat is eigenlijk het belang van bepaalde druiven aan bepaalde plaatsen binden? (Ja ja, ik ken het antwoord: de ene druif gedijt nu eenmaal beter dan de andere op een specifieke bodem en in een specifiek microklimaat.) In het genoemde Wine Life artikel komt de schrijfster er ook niet helemaal uit, vind ik. Wel signaleert ze het feit dat er druk wordt gezocht naar bijzondere en nieuwe combinaties van druivenrassen, zeker in landen waar de wijnwetgeving dat niet al te ingewikkeld maakt.
Wat vinden jullie ervan? Is dit een goede ontwikkeling? En hoe maken wij – de wine communicators – de smaken van deze wijnen dan duidelijk aan de consument? Of, beste wijndrinkers, hoe willen jullie dat we dat doen?
jonneke krans zegt
is er iets op tegen om ze naast elkaar te laten bestaan – én oude, beproefde samenstellingen én nieuwe? die bestaande zijn per slot ook ooit voor het eerst zo gemengd.
en wat bekend maken bij het publiek betreft: laten proeven en de druivesoorten duidelijk noemen op het etiket.
het lijkt een beetje 'uit' te zijn, op het etiket vermelden uit welke druivesoorten de wijn in de fles is samengesteld. tot mijn verdriet, want ik vind cabernet-sauvignon niet lekker. die koop ik dus graag níét.
Mariëlla zegt
Daar ben ik het zeker mee eens Jonneke: het ene doen maar het ander niet laten. En inderdaad druiven vermelden op het etiket is waarschijnlijk een absolute must, zeker als we dit soort blends vaker gaan krijgen. Voor vanavond heb ik een rode Portugees klaar staan, waarvan ik dus niet weet wat er in zit. Komt ook Alentejo, dus ik heb wel een vermoeden. Maar waarom die druiven niet gewoon even noemen, dan had ik wat meer houvast gehad. Ik verheug me wel op die fles overigens, hou wel van een beetje spanning. Maar kan me voorstellen dat je dat niet altijd wilt!
Bart Oomen zegt
Ik spreek mijn wens alsmede verwachting uit dat de monocépages zullen blijven bestaan. Sterker nog: ik denk dat vergeten druiven en druiven die doorgaans als aanvulling in een blend worden gebruikt, meer en meer gebruikt zullen gaan worden voor monocépage-wijnen. Zolang er mensen, zoals ik, geïnteresseerd raken en blijven in wijn, zal de behoefte voor monocépages blijven. Hoe kun je anders de karakteristieken van een druif ontdekken? Eerst de basis leggen, voordat je gaat experimenteren.
E. Blezer zegt
Wat dacht je van bijvoorbeeld een Tavoli Vilag van Pfneizsl uit Hongarije? Ook een unusual blend maar met een geweldig verhaal erachter. Wat mij betreft een goede ontwikkeling. Ik hou wel van ongebruikelijke blends…
Mariëlla zegt
@bart Ik hoop zeker ook dat monocépages blijven bestaan. En dat zal ook gebeuren, denk maar aan pinot noir in Bourgogne, Grüner Veltliner, Duitse Riesling en veel meer.
Die zijn soms overigens veel lastiger te doorgronden of te genieten dan een lekkere duoblend. Ze zeggen wel dat complexiteit komt dankzij meerdere druivenrassen in een wijn, maar ik zou een mooie Moezel Riesling qua complexiteit toch hoger achten dan een duoblend uit de Languedoc. Uiteindelijk denk ik dat er voor alles een plaats is.
Nico zegt
Gefeliciteerd met blog nummer 1111!