“Mevrouw, waarom praten we wel over zoete en droge witte wijn, en wordt dat bij rode wijn nooit gezegd?” De HBO-student die ik vorige week een workshop Rode Wijn had gegeven, deed me eigenlijk met de mond vol tanden staan. Ik mompelde iets als ‘historisch gegroeid’, maar wist het antwoord gewoon niet. Waarom is er wel witte wijn in een zoete en droge variant, maar is rode wijn voor veel mensen per definitie droog? Natuurlijk is rode wijn ook wel vaak wat zoeter, maar niet zó zoet dat we van zoete rode wijn spreken (uitzonderingen als Banyuls natuurlijk daargelaten). En je kunt er al helemaal niet om vragen in een restaurant; ‘Ober, doet u mij maar een zoete rode wijn’… Nee dus.
Zoete rode wijn in de 21ste eeuw bestaat eigenlijk alleen als gekruide wijn: wijn op smaak gemaakt met specerijen, suiker en citrusfruit. We kennen dat in Nederland vooral als ‘bisschopswijn’. Dáárover kreeg ik een tweede vraag, op Twitter, en ik wist er het antwoord ook niet onmiddellijk op. Waar komt de term ‘bisschopswijn’ vandaan, luidde die vraag. Zelf dacht ik altijd dat bisschopswijn te maken had met Sinterklaas, en verwees naar onze Goedheiligman, die bisschop van Myra was. Maar na wat pluizen en googlen ben ik ervan overtuigd geraakt dat er een heel ander verhaal achter ‘bisschopswijn’ zit.
Het onderzoek van dit weekend in stappen.
– De Nieuwe Welervarene Utrechtsche Keuken-meid, een Nederlands receptenboek uit 1771, kent de term bisschopswijn niet. De keukenmeid kende wel iets anders: hypocras, wat zij maakte met rode of witte wijn, suiker, citroensap, kaneel en kruidnagels. Aangezien dat ook het basisrecept is voor alle varianten van bisschopswijn die ik ben tegengekomen, vermoed ik dat we de eeuwenoude hyprocras moeten zien als moeder van alle bisschopswijnen.
– De term ‘bisschopswijn’ komt in oude Nederlandse kranten pas sinds 1875 voor, en dan vooral als ‘bisschopwijn’, zonder tussen –s (bron: kranten.kb.nl).
– De Algemeene kunstwoordentolk van Jacob Kramers Jz uit 1847 noemt niet de term ‘bisschopsWIJN’, maar ‘bisschop’. Daarbij geeft Kramer als verklaring: een bekende drank uit warme wijn, suiker en specerijen bereid. Kramer wordt in het Chronologisch Woordenboek van Nicolette Sijs uit 2001 vermeld als bron voor de term ‘bisschopswijn’ (wat dus eigenlijk niet terecht is).
– Zowel ‘bisschopswijn’ als ‘Bisschop’ komen voor in het boekje van Netty Engels-Geurts uit 1981 over oude huisdranken. Daarin staat bovendien ook een drankje dat ‘Kardinaal’ heet. Alle drie zijn het dranken op basis van rode of witte wijn, specerijen, suiker en citrus.
– Op zoek in de Wikipedia’s van andere landen wordt plotseling meer duidelijk. ‘Bischof’ is namelijk een drank op basis van de ons inmiddels bekende ingrediënten die al zeker sinds de 18e eeuw in Duitsland gedronken wordt. Er werden zelfs speciale schalen voor gemaakt, in de vorm van een bisschopsmijter. Naast ‘Bishof’ was er ook ‘Kardinal’, soms in één zin genoemd met punch.
Het feit dat in Duitsland aardewerken mijters als containers voor wijn bestaan, heeft mij meer dan enig ander feit ervan overtuigd dat de oorsprong van de term ‘bisschopswijn’ in Duitsland ligt, rechtstreeks afstammend van het Duitse ‘Bishof’. Met de Nederlandse variant ‘bisschopswijn’ is het dan net zo als met ‘bordeaux’: eigenlijk is het namelijk ‘een bordeaux’, net als ‘een bisschop’ . Sommige mensen maken daarvan ‘bordeauxwijn’, om te verduidelijken dat het om wijn gaat; analoog daaraan ontstond ‘bisschop(s)wijn’.
– Googlen op het Engelse ‘Bishop’ levert een Wikipedia-artikel over ‘Smoking Bishop’, vooral gedronken in Victoriaanse tijden. Dickens schijnt het onder andere te noemen in zijn boeken. En stond Victoriaans Engeland niet onder invloed van Duitsland, vanwege de sterke banden van het hof met dat land? Dear Prince Albert, echtgenoot van koningin Victoria, was bijvoorbeeld een Duitser, en het huis Hannover waar Victoria zelf uit stamde, was ook al afkomstig uit Duitsland.
– Het Engelse Wikipedia-artikel kent overigens ook Smoking Archbishop, gemaakt met Bordeaux (claret); Smoking Beadle, met gemberwijn en rozijnen, Smoking Cardinal, met Champagne of Rijnwijn en Smoking Pope, gemaakt met Bourgogne. Mijn boekje over oude huisdranken kent diezelfde dranken, Aartsbisschop en Kardinaal, en ook Kardinaal wordt daar met Champagne gemaakt.
Resten natuurlijk nog wat vragen.
1. Hoe komt het dat gekruide wijnen genoemd zijn naar rangen in de Rooms- Katholieke Kerk?
2. Waarom wordt deze term in Nederland in de 19e eeuw gangbaar voor wijnen die in de 18e nog als hypocras werden aangeduid?
Op de eerste heb ik een voorlopig antwoord, maar voor bevestiging moet ik wachten op wat bronnen die ik aangevraagd heb. Niet alles is op internet te vinden… Op de tweede vraag denk ik dat ik ook een antwoord heb, maar ik laat de vraag om andere redenen even onbeantwoord.
Rest mij nog een oproep te doen: als er iemand een museum in Nederland weet met in de collectie een dergelijke prachtige porseleinen of aardewerken mijter als hierboven afgebeeld, dan hoor ik dat heel graag!