Als je je al wat langer bezighoudt met wijn, vergeet je wel eens de simpelste dingen, en dus schrijf je er niet over. Maar wat ik nu ga schrijven, kan zeker geen kwaad regelmatig te herhalen.
Onlangs vertelde een collega mij het volgende: op zoek naar een niet al te dure wijn voor een gezelschap vrienden op Koninginnedag ging zij naar haar vaste wijnadresje. Normaal gesproken koopt ze daar een Sauvignon Blanc, uit Quincy. Een Loirewijn dus, en een verrassend originele keus, vond ik zelf. Wel eentje waar ik het van harte mee eens kan zijn. Vorig jaar heeft Quincy ook op mij een grote indruk gemaakt.
Voor dat Koninginnedagfeestje, op een boot, vond zij die Quincy echter wat te duur, en liet zich een goedkopere Sauvignon Blanc aanraden. Het werd een Chileen.
Mijn collega was wel nieuwsgierig en probeerde de fles samen met een vriend alvast uit, om even te kijken of hij lekker was. Lekker wel, maar oef, wat viel die wijn ‘zwaar’. Ze kregen de fles samen niet op en snapten er eerlijk gezegd niets van. Na overleg met een andere collega, goed thuis in de wijnwereld, bleek het volgende: de Chileen had een alcoholpercentage van 14%, de Quincy waaraan ze gewend was maar 12%! En dat tikte aan. Op de Koninginnedagboot zijn de Chilenen er grif doorgegaan, maar mijn collega koopt die flessen niet meer….
Let dus inderdaad op het alcoholpercentage als je een nieuwe wijn gaat uitproberen! Als je normaal gesproken wijnen van 12-13% gewend bent, kan een fles met 14-14.5% hard aankomen. Het lijkt niet veel, die 1 à 2%, maar als je het niet gewend bent, is het precies te veel.