Al jaren ben ik bezig met wijn. Daarbij heeft niet alleen moderne wijn mijn belangstelling, maar eigenlijk vooral de geschiedenis van wijn. Trouwe lezers van Wijnkronieken hebben dat natuurlijk al lang gemerkt. Hoe meer ik echter in de geschiedenis van wijn duik, hoe meer ik merk dat het dan ook nuttig, misschien zelfs noodzakelijk is, om meer over de geschiedenis van ons eten in het algemeen te weten. Al jaren ben ik een trouw bezoeker van het Amsterdam Symposium on the History of Food, en ik kijk al weer uit naar het volgende. Dit jaar ben ik echter ook eens naar het beroemde Oxford Symposium on Food geweest, en wat een fantastische belevenis was dat! Sowieso was het leuk om eens in Oxford rond te kijken, waar ik nog nooit geweest was. Vooral de historische colleges en de Bodleian Library zijn een bezoek meer dan waard. Maar dat is een ander verhaal.
Oxford Symposium on Food
Het Oxford Symposium on Food is een begrip in de wereld van food- en drinkspecialisten. In 1979 organiseerde de bekende voedselhistoricus Alan Davison samen met de Franse socioloog Theodore Zeldin voor het eerst een serie van drie seminars, onder andere over de impact van ‘science’ in de keuken. Deelnemers waren niet alleen de kookboekenlegende Elisabeth David maar ook de Nederlanders Berthe Meijer en Titia Bodon. Al snel groeide dit uit tot een symposium, dat inmiddels al heel wat jaren georganiseerd wordt in St. Catherine’s College, net buiten het oude centrum van Oxford. De sfeer hier is heel bijzonder, vooral vanwege de strakke en rustgevende architectuur en tuinen, ontworpen door de Deense architect Arne Jacobsen in 1962.
Het symposium bestaat uit een aantal plenaire lezingen, diverse parallelsessies waarin de papers losjes gecentreerd zijn om een thema, twee diners en twee lunches. Slapen kun je in een van de studentenkamers, ook al een leuke ervaring. Voor dit jaar was het thema Food & Power; ieder jaar heeft het symposium een thema, dat drie jaar van te voren op democratische wijze gekozen wordt aan het eind van het symposium. Daarbij is het thema om en om concreet of abstract. Dit jaar Food & Power, volgend jaar Herbs & Spices. En voor 2022 kozen we dit jaar Food Away from the Table.
Wat is er te beleven?
Is er voor een wijnhistoricus wel genoeg te beleven? Absoluut, zeker omdat ik ook, zoals gezegd, mijn horizon wil verbreden en meer te weten wil komen over de geschiedenis van ons voedsel, zowel vast als vloeibaar.
Het symposium opende op vrijdagmiddag met een welkom van de president van het bestuur, Claudia Roden. Daarna sprak journaliste Joanna Blythman over The Power of Enjoyment in the Face of Industrialized Food. Het hoogtepunt van de eerste dag vond ik echter het diner verzorgd door Sandra Mian, Liz Galicia van El Mural de los Poblanos en chef Tim Kelsey van de St. Catz Kitchen: The Power of Food in the Columbian Exchange. Centraal stond eten en drinken uit Mexico zoals dat al eeuwen wordt klaargemaakt, met een belangrijke rol voor ingrediënten die vanuit Zuid-Amerika in de 16e eeuw naar Europa zijn gekomen, zoals chocolade. Ook insecten hebben we op. Ze leken een beetje op stukjes bacon… En, heel bijzonder: het diner ging vergezeld van de wijnen van het oudste wijnhuis Casa Madera, opgericht in 1597. Geen straf, dat kan ik je verzekeren.
De zaterdag was volledig gevuld met lezingen. Eerst plenair: een indrukwekkend verhaal van Marion Nestle over Power in the Food System: Big Food versus Everyone Else. Daarna heb ik diverse korte presentaties bijgewoond over uiteenlopende onderwerpen: over Food and the Phoenicians door David Sutton bijvoorbeeld. Later sprak ik Sutton nog even over de vondsten van Phoenicische scheepswrakken met amforen met wijn: daarover wordt de laatste jaren steeds meer bekend. De macht van de Phoeniciërs heeft waarschijnlijk ook aan de wijn veel te danken.
Verder luisterde ik naar Kathryne Crossley over bedienden in het Oxfordse colleges, en de manieren waarop zij betaald werden: in drank. Met alle gevolgen van dien natuurlijk. Naar Frieda Moran, over botsingen en onbegrip over voedselverdeling bij de kolonisatie van Australië; en naar Janet Beizer over de rol van fotografie rond 1900 en het op stereotype wijze neerzettingen van de laagste klassen: door ze etend en drinkend af te beelden.
Ook zaterdag vormde het diner weer een hoogtepunt: nooit eerder at ik zo goed Grieks. En ik heb toch al wat Griekse maaltijden achter de kiezen. The Power of Frugal Greek Cooking werd verzorgd door Aglaia Kremezi, chef Michael Costa van Zaytinya in Washington DC en Tim Kelsey van het St. Catz team. Bij het eten: verrassende en mooie Griekse wijnen, onder andere de bijzondere retsina’s van Kechris, maar ook een mooie Vin Santo van Santo Wines.
Suiker
Na het eten volgde nog een (bitter)zoet toetje: suiker was het centrale thema van een presentatie door Amanda Herbert van The Folger Shakespeare Library in Washington DC. Zij vertelde over een tentoonstelling in deze bibliotheek geheel gewijd aan suiker. Over de Folger Library vertel ik in een volgend verslag meer.
Suiker speelde ook weer een rol in drie presentaties die ik op zondag bijwoonde: van Allison Fisher over Food and Power in the Letters of Isabelle d’Este (en ja, Isabelle deelde ook wijn uit); van Michael Krondl over Sugar and Show, met een bespreking van de banketten die in Venetië werden georganiseerd voor de Franse koning Henry III in 1547 en de suikerwerken die daarvoor gemaakt werden; en de Italiaanse hoogleraar Andrea Maraschi over The Power of Eating Together, or the Story of Why Banquets were the Core of Marriage in the Past. Alle drie fascinerende verhalen, die me samen met de presentatie van Amanda Herbert veel food for thought gaven. De zondag was sowieso al goed begonnen, met het vlotte en gedreven verhaal van Carolyn Steel: A Tale of Two Cities, Paris, London and the Political Power of Food. Wie haar boek The Hungry City nog niet kent: lezen! Daarin onderzoekt Steel de invloed van de organisatie van de voedselvoorziening in vroeger eeuwen op de manier waarop een stad ruimtelijk georganiseerd is. Fascinerend én verhelderend.
Tot slot
Zondagmiddag eindigde op een heerlijke positieve noot: het verhaal van Zita Cobb over het eiland voor de kust van Newfoundland waar zij woont, Fogo Island. 50 jaar geleden verloor de gemeenschap daar het belangrijkste middel van bestaan: de visserij. Dankzij Cobb en haar duurzame initiatieven is de gemeenschap echter weer in staat het hoofd boven water te houden en hoeft niemand van het eiland te vertrekken om een bestaan op te bouwen.
Wat leverde het Oxford Symposium me op? Heel veel moois om over na te denken. Heel veel boeken op mijn lijst om te gaan lezen. Een aantal boeken in de koffer om nu al te lezen. Contacten met mensen die dezelfde interesses hebben. Veel gesprekken en kennismakingen (zo bleek ik eens tegenover de ex-vrouw van een mij bekende wijnmaker te zitten tijdens de lunch). Diners en lunches die je niet snel zult vergeten. En de onvergetelijke ervaring eens te slapen in een Oxfords College. Zie ik je volgend jaar in Oxford?
Links
Amsterdam Symposium on the History of Food