Een slijter vóór de Tweede Wereldoorlog had een boel werk te doen. En met de feestdagen op komst moest hij (of zij) zijn assortiment uiteraard nog eens extra goed onder de loep nemen.
Wat er met Kerst en Oud en Nieuw 1926 op de Utrechtse Nachtegaalstraat verkocht werd, kan ik je precies vertellen! G.J. van Gils, van de gelijknamige wijnhandel (nu A.C. van Dongen) liet namelijk een instructie na over wat er op voorraad gehouden moest worden.
Allereerst was het zaak al voor de Kerstdagen voldoende advocaat, punch en port gebotteld te hebben. Maar wel in hoofdzaak goedkope soorten. (Het waren tenslotte Nederlanders, ook toen…).
Voor rum, cognac en diverse likeuren wilden de klanten blijkbaar wel eens wat meer betalen; daarvan moesten alle soorten in de kast staan, niet alleen de goedkopere (gelukkig….).
Kinawijn was geliefd, vooral van Oud. Over dit drankje binnenkort meer. (Er woedde een hele discussie op LinkedIn recent). Daarnaast moest een goede voorraad pils aangehouden worden, maar weinig lager en bock. Ook spuitwater en limonade vonden gretig aftrek (voor de kinderen?).
Champagne werd gek genoeg niet veel verkocht, hoewel de buurt, vlak bij de chique Maliebaan, toch als gegoed bekend stond. En van wat er verwacht werd te verkopen aan champagne: je raadt het al, uitsluitend de goedkope soorten! Daarnaast was bisschopswijn populair, en vermout.
Over een mooie fles bordeaux of moezelwijn wordt met geen woord gerept. Ik vind het eerlijk gezegd een heel aparte instructie en ik had dit niet verwacht. Ik ben benieuwd of dit elders in Nederland ook zo gold. Misschien kom ik dat nog eens tegen!
Dit is deel twee in een serie bijdragen over een Utrechtse slijterij in de 20ste eeuw. Deel 1 kun je hier lezen.
Raymond zegt
Onlangs mocht ik op audiëntie komen bij Arend Hofland, hierbij heb ik een heel goed inzicht gekregen omtrent de verkopen van de periode waarover jij rept. Limonade voor de kinderen?, ja misschien voor die van Wilhelmina, maar niet voor de kinderen van gewone burgers, dat kwam pas in zwang na WW2. In die periode was het een slappe tijd in de wijnhandel, ook bij ’s lands grootste wijnkooper Hoogewerff Chabot & Visser. Een periode van slechte oogsten achtereen in Frankrijk en Duitsland, m.u.v. 1924, maar de Nederlandse vruchtenwijnen fabrieken vierden hoogtij destijds. Tevens werden er goede wijnen gemaakt van druiven uit het westland. Vreemd genoeg werden er veelvuldig vruchtensappen, limonades en limonadesiropen gefabriceerd. Denk maar aan Hooghoudt siropen, en Phaff e.d., zo ook bij Hofland. Het volledige verhaal over Hofland vindt u terug op http://www.wijnfreak.nl