Over wijn in het verleden heb ik de afgelopen jaar heel wat kennis verzameld, maar er blijven altijd terreinen waarover nog meer te leren valt. Bijvoorbeeld op het gebied van drinkgerei. Witte Duitse wijn dronk je uit roemers met een groene tint; maar waar dronk je eigenlijk de grote zoete wijnen van de middeleeuwen en zestiende eeuw uit? Waren het inderdaad zoete wijnen die in de geschilderde fluitglazen van de Gouden Eeuw glinsteren, zoals ik meestal vertel? Ik vermoed van wel, maar meer onderzoek kan geen kwaad. Met dit soort vragen ben ik bezig na een lezing die ik pas bij het Nationaal Glasmuseum in Leerdam mocht geven. Die lezing ging over wijn in de Gouden Eeuw; diezelfde avond hield historisch-glasspecialist Kitty Lameris een verhaal over de fopglazen uit die tijd. Samen hadden we na afloop heel wat te bespreken en uit te wisselen.
Aanleiding van de avond was een grote tentoonstelling over fopglazen die het museum ism met Kitty Lameris en glaskunstenaar Marc Barreda aan het voorbereiden is. In 2020 moet het resultaat te zien zijn. Barreda is al jaren gefascineerd door fopglazen, en maakte die avond een wijnfontein en een glazen drinkhoorn.
Met dergelijke kunstige glazen hadden zeventiende-eeuwse drinkebroers de grootste lol. Meestal verborg zo’n glas namelijk een of meerdere geheime openingen, waardoor bij het drinken op een gegeven moment vloeistof over het gezicht of de kleren van de drinker gutste. Zeker de wijnfontein was een ingenieus ding (zie het binnenwerk rechts op de foto hieronder). Er zijn wel historische voorbeelden van dergelijke wijnfonteinen, maar helaas geen afbeeldingen waarop te zien is hoe hij precies gebruikt werd. Onderzoek van Lameris brengt dat mogelijk nog aan het licht.
En welke wijn ervoor werd gebruikt, weten we al helemaal niet. Zelf denk ik dat het in ieder geval niet al te dure wijn geweest moet zijn, wat de zoete wijnen uitsluit. Bovendien: zoete wijn was plakkerig en wat dikker, soms zelfs stroperig. Zou je die wijn in een wijnfontein gebruiken, krijg je hem nooit meer schoon! Een wat goedkopere witte wijn ligt het meest voor de hand.
Bij de wijnspelletjes op deze zeventiende tekening was waarschijnlijk ook witte wijn in het spel. Kijk maar naar de glazen…
Tot slot van de avond in Leerdam mochten de aanwezigen drinken uit een glazen drinkhoorn. De ribbels op de glazen hoorn zijn zogenaamde passen: het was de kunst om van pas naar pas te drinken in een teug. Lukte dat niet, moest je de hele hoorn leegdrinken en begon het spel opnieuw.
Hoe je uit een glazen hoorn dronk, is te zien in het volgende filmpje.
En wil je meer weten over ludieke gebruiken rondom wijn in onze geschiedenis? Je leest er meer over in Wijnkronieken. Twintig eeuwen Nederlanders en wijn.