Wijn als basis voor lekkere drankjes is ouder dan de weg naar Rome. Wijn werd gemengd met kruiden en specerijen, niet alleen als medicijn, maar ook om een smakelijk glas te creëren. En dat was echt niet om de slechte kwaliteit van wijn te maskeren. Een goed voorbeeld is de overheerlijke vin d’oranges die we opgenomen hebben in ons boekje Borreltijd! Zoals de Franse benaming al aangeeft: dit is een wijn waaraan sinaasappels zijn toegevoegd. Het oorspronkelijke recept uit de dertiende eeuw, van de arts Arnau de Vilanova, gebruikt bittere sinaasappels, ook wel pomeransen genoemd. Die waren ook in Holland rond 1370 al bekend: ik kwam ze tegen als leverancier van verjus in de keuken van de Frans-Henegouwse graaf Jan van Blois, die ook in Schoonhoven en Gouda bezittingen had. Voor een diner in 1376 of 1377 in het kasteel in Schoonhoven werden ‘seven appel van oraengie te verjuse’ aangeschaft.
Pas in de zestiende eeuw leerden Portugezen de zoete variant kennen in China, en brachten deze ‘sinaas’appelen mee naar Europa. Al snel ontstonden de eerste sinaasappelboomgaarden. Citroenen waren er zeker al eerder, maar bleven net als pomeransen en sinaasappelen lang een luxeproduct. Denk bijvoorbeeld ook aan de oranjerieën bij landhuizen en buitenplaatsen. Vanaf de zeventiende stonden in zo’n glashuis of kas ’s winters de citrusboompjes, die door de gegoeden als hobby opgekweekt werden. Het fruit van die boompjes pronkte op tafel bij banketten en diners, of werd gebruikt in bijzondere dranken.
Het recept van de vin d’oranges dat we opnamen is mede geïnspireerd door de Provençaalse versie, die ik ooit van Lucette Faber leerde. In de Provence wordt voor deze wijn rosé als basis gebruikt, en heeft ieder huishouden wel zijn eigen variant. Speciaal voor het winterse seizoen deel ik dit heerlijke recept. Als je dit komende week maakt, kun je in januari van je eigen vin d’oranges genieten. Want ja, planning en vooruit denken was essentieel in het huishouden van voorheen. Naar de winkel lopen om een fles vin d’oranges te halen was er nu eenmaal niet bij!
Omdat pomeransen maar beperkt verkrijgbaar zijn, nam ik sinaasappel en grapefruit.
Vin d’oranges
1,5 l (2 flessen) rosé
250 ml brandewijn
1 sinaasappel
1 grapefruit
1 pijpje kaneel
6 kruidnagels
suiker naar smaak, 100 gr bijvoorbeeld
Doe de wijn, brandewijn, suiker en specerijen in een grote afsluitbare (glazen) pot. Was de (biologische) sinaasappel en de grapefruit goed. Snij de sinaasappel in stukken en doe die met schil en al in de pot. Schil de grapefruit en voeg de schil eveneens toe. (Het vruchtvlees wordt niet gebruikt.) Sluit de pot af. Laat minimaal drie weken staan. Proef na drie weken, en als je de smaak goed vindt, zeef de vloeistof en giet over in een mooie karaf of terug in de (afsluitbare) fles. Serveer koud.
Manon serveert bij dit drankje een heerlijke patrijs in sinaasappelsaus. Een aanrader, ook te vinden in Borreltijd!
Interesse in het boekje? Mail me, en je hebt het op tijd voor Kerst in huis.