Wijn maken lijkt simpel: druiven persen, het sap laten gisten, het gistende nat laten rijpen, bottelen, et voilá! Maar helaas, rondom wijnmaken bestaan in sommige landen zoveel regels en voorschriften, dat sommige wijnboeren hun wijnen niet op de markt mogen brengen als ‘wijn’. Of als wijn uit een bepaald herkomstgebied, in het Frans appellation.
In Frankrijk hebben ze inmiddels een hele ‘salon des refusés’: salon der geweigerden. Wijnen geweigerd door de organisatie die toeziet op het handhaven van de regels van de desbetreffende appellation, de INAO, en haar locale vertegenwoordigingen, maar die wel gewild zijn, gretig aftrek vinden en verrukkelijk smaken.
Zo mag je onder de appellation Picpoul de Pinet alleen maar droge frisse wijnen maken, en onder de appellation Côteaux de Languedoc van alles, maar geen wijn van laat geoogste druiven en die dan als een zoete dessertwijn op de markt brengen, en al helemaal niet onder de benaming Vendange Tardive (late oogst, late harvest). Wat in de Elzas weer wel mag, maar dan van riesling of gewurztraminer en nog een paar andere druivenrassen.
Wat dan te doen als je verrukkelijke rijpe picpouldruiven hebt staan en daar een fraaie zoete wijn van wilt maken? Dan noem je hem Moûts de raisins piquepoul partiellement fermentés. Issus de raisins passerillés. Vrij vertaald luidt dit: most van picpouldruiven, gedeeltelijk gefermenteerd. Afkomstig van ingedroogde druiven.
Hoe het proces precies werkt, houden de wijnmakers van Mas St. Antoine in Castelnau de Guers geheim (het mag toch niet van de INAO), maar lekker is de Cuvée Zenobie wel. Zeker als je alleen de droge, frisse Picpoul de Pinets kent, die geschonken worden bij vis en schaal- en schelpdieren, is deze Cuvée Zenobie een grote, aangename verrassing. Het zilte van de picpouldruiven (die niet ver van de Middellandse Zee groeien) geeft samen met het indrogen van de druiven een heerlijk frisse, bijna niet-zoete zoete wijn. In de neus geeft de wijn een beetje de indruk een madera te zijn, en ook in de mond heeft Zenobie wel wat weg van een sercial of een rainwater madeira. Tonen van karamel zijn ook te ontdekken, naast heel frisse zuren en een mooie lange, notige afdronk.
We dronken de Cuvée Zenobie (vernoemd naar de schoonmoeder van één van de drie partners van Mas St. Antoine) bij walnoten en gedroogde abrikozen en wat stukje oude Hollandse geitenkaas. Maar ook vette paté van de levers van die vogels ‘die wij in Nederland zoveel hebben maar nauwelijks mogen schieten en al helemaal niet te pakken kunnen krijgen om te eten’ en blauwschimmelkazen smaken er uitstekend bij.
Cuvée Zenobie wordt geïmporteerd door A2Vins te Utrecht.