Het is opvallend hoe dingen soms samenkomen. De afgelopen weken las ik het boek van Alice Feiring, The Battle for Wine and Love. In dit boek schrijft Feiring, onder andere wijnschrijfster voor The New York Times en de San Francisco Chonicle, over haar zoektocht naar ‘authentieke’, traditionele wijnen. ‘I want my wines to tell a good story. I want them natural and most of all, like my dear friends, I want them to speak the truth even if we argue’.
Feiring zet zich daarmee af tegen wijnen die steeds meer op elkaar gaan lijken, die gedreven worden door overrijp fruit, moderne technologie, toegevoegde gisten en enzymen. Ook moet ze niets hebben van de drang om Parkerpunten te verzamelen. De ondertitel van haar boek luidt dan ook: How I Saved the World from Parkerization. Zelf is ze ervan overtuigd dat het wijncriticus Robert Parker jr. is die verantwoordelijk is voor het verdwijnen van de ‘traditionele’ wijnen: wijnen die je met plezier drinkt, waar je niet van op je kop gaat staan en die niet vervelen. Of dat ook echt zo is, is een discussie die ik (nog) niet wil aangaan. Waar het me hier om gaat, is iets anders.
Nieuwe Wereld
Zelf heb ik natuurlijk ook dat verschil wel opgemerkt tussen wijnen van een ambachtelijke, biologische werkende wijnboer in Duitsland of Frankrijk en de fruit-, alcohol- en/of tanninebommen van andere werelddelen dan Europa. We noemen die andere werelddelen meestal de Nieuwe Wereld, hoewel ze in Chili en Argentinië al in 1550 wijn produceerden en in Zuid-Afrika in 1652 de eerste stokken de grond in gingen.
Recent heb ik dat verschil opnieuw ervaren in een proeverij waar een twintigtal wijnen uit de Nieuwe Wereld op tafel stonden: uit Zuid-Afrika, Californië, Australië, Chili, Argentinië en Nieuw-Zeeland. Het waren niet de kleinste namen die we proefden: Banrock Station, Villa Maria, De Rothschild, Bernardus, Vergelegen…
Geen extra glas
Nadat we alles geproefd hadden, keken we (Nico, een bevriende vinologe en ik) elkaar aan en constateerden dat we nou niets écht geweldig vonden. Van geen enkele wijn hadden we de neiging er nog eens lekker een glas van in te schenken. We hadden wel onze voorkeuren: de Mapu Reserva 2007 van De Rothschild en de twee wijnen van Jean Bousquet, Chardonnay en Cabernet Sauvignon. Maar dat waren nu net de meest Franse van al die wijnen! Beide huizen zijn in Zuid-Amerika opgericht door Franse moederbedrijven, en maken wijnen die veel Europeser zijn dan veel andere Nieuw-wereldse wijnen.
Alle andere wijnen waren of te zoet (Lorendona, Californië), hadden te veel hout (Bernardus, Californië), waren te alcoholisch of te overrijp. Vrijwel geen van de wijnen bood spanning, elegantie (met uitzondering van de genoemde drie), geen wijn nodigde uit tot nog een glas. Er hing een soort ‘sameness’ over al die wijnen, er miste een bepaald fris karakter dat ik nauwelijks in woorden kan vatten. Ik denk aan de geproefde wijnen als glad en gepolijst, zonder uitdagingen. Dit in tegenstelling tot wijnen met verborgen kantjes, kleine hoekjes, smaken waarover je iets meer wilt nadenken, die tot nadenken aanzetten. Niet dat de geproefde wijnen slecht waren, integendeel. Het waren allemaal keurig gemaakte wijnen. Maar misschien was dat het wel: ze waren soms te perfect, te glad….
Niet spannend
Het lijkt me dat Nieuw-wereldse wijnen dus echt een ander karakter hebben dan veel Europese wijnen. Een karakter bovendien dat mij niet tegenstaat, maar dat ook niet speciaal aantrekkelijk is. De wijnen zijn voor mij niet spannend genoeg: ze missen iets.
Of dat komt door alle bewerkingen die Alice Feiring aan dergelijke wijnen toeschrijft? Het toevoegen van zuurstof tijdens de rijping, het bewerken met enzymen en gemodificeerde gisten en het de-alcoholiseren? Ik denk het wel, maar ondanks mijn net verworven vinologenschap weet ik het niet zeker. Hoe meer je leert, hoe meer je beseft hoe weinig je toch eigenlijk weet….
Overigens een echte aanrader, dat boek van Feiring: The Battle for Wine and Love or How I saved the World from Parkerization, Boston – New York 2008.
Nico zegt
Wat wel het vermelden waard is, is dat de groep deelnemers aan de proeverij die je hier noemt een duidelijke voorkeur had.
Bij de witte wijnen waren de favorieten: Banrock Station chardonnay 2007 (€ 6,95) en de Gallia Alta torrentes/chardonnay 2009 (€ 5,25).
Bij de rode wijnen waren de favorieten:
Mapu Reserve Merlot 2007 (Baron Mouton Rothschild, € 8,25), opnieuw een wijn van Gallia Alta, de Shiraz uit 2008 (€ 5,95) en de Boschendal-Lanoy Cabernet-Sauvignon 2008 (€ 10,75)