In de wijnwereld is vaak iets niet wat het lijkt. Of misschien moet ik het anders formuleren: iets is vaak veel meer dan het lijkt! Neem El Puerto de Santa Maria, een plaatsje aan de monding van de rivier de Gaudelete, zo’n 15 kilometer zuidelijk van Jerez de la Frontera. Terwijl Jerez wereldberoemd is om de wijn die naar de plaats is genoemd, sherry, kent bijna niemand het havenstadje. Pas bij een bezoek ter plekke hoor je over de rijke geschiedenis en het belang ervan binnen de sherryproductie. Zo zijn veel reizen naar Amerika na de ontdekking door Columbus vanuit El Puerto de Santa Maria gestart! En was de finoproductie in El Puerto vroeger veel belangrijker dan je zou denken.
Wij bezochten El Puerto de Santa Maria tijdens een korte vakantie in Andalusië. We waren er veel te kort natuurlijk, maar hebben er heel wat geleerd. Over sherry, over El Puerto, over heden en verleden. En dat alles dankzij Carmen Gutiérrez Colosia, vrouw van wijnmaker Juan Carlos Gutiérrez Colosia, van de gelijknamige Bodega. Samen met hun twee dochters houdt dit echtpaar de eer van de wijnen van El Puerto de Santa Maria hoog, overtuigd van het unieke karakter daarvan. Met recht, want wat wij daar aan de Avenida Bajamar proefden, was het reisje naar de kust meer dan waard.
Woonhuizen in plaats van bodega’s
Veel bodega’s zijn er in 2016 niet meer in El Puerto de Santa Maria. Je kunt ze op de vingers van een hand tellen. Bij binnenkomst van de gemeente ligt nog een groot complex van sherrygigant Osborne, maar Carmen vertelt ons dat het leeg staat. Het zal gebruikt gaan worden voor evenementen, educatie, winkels. Ook de Grupo Caballero trekt weg, al wordt er in Jerez onder toeristen nog geadverteerd voor een bezoek aan het fraaie Castillo de San Marcos, waar Caballero een vestiging heeft.
Wonen in El Puerto blijkt zo in trek bij de rijken uit Jerez en Cadiz dat de tweede huizen er de grond uit schieten. De scholen zijn er uitstekend, en veel jonge stellen uit de grote stad stichten hier graag een gezin. De grondprijzen zijn er inmiddels hoog, het leven is er duur aan het worden. Voor de bodega’s is geen plaats meer. Het zal niet het hele verhaal zijn, maar een indruk van wat er gebeurt, krijgen we wel.
Geschiedenislessen
Carmen geeft ons ook heel wat geschiedenislessen. Bijvoorbeeld dat de meeste fino vroeger van El Puerto kwam. En dat wat tegenwoordig in El Puerto ‘fino’ heet, eigenlijk ‘manzanilla’ zou moeten heten. Met manzanilla wordt normaal gesproken de lichte, droge sherry van een ander plaatsje, Sanlucar de Barrameda, aangeduid. Net als El Puerto de Santa Maria ligt het vlak aan zee, aan de Atlantische Oceaan. In beide ontwikkelt zich in de bodega’s op de basiswijnen eenzelfde schimmellaag, de flor. Die flor is aan de kust dikker dan in het binnenland, in Jerez, dankzij een net even andere variant van saccharomyces, en levert daardoor een subtielere wijn. De vochtige zeelucht is voor deze gistvariant de bepalende factor. Maar ergens in de geschiedenis van de regulering rondom sherry-wijnen is bepaald dat alleen de wijnen van Sanlucar nog manzanilla mogen heten, en dat die van El Puerto voortaan fino heten.
En nog zo’n weetje: de naam manzanilla heeft helemaal niets te maken met het kruid kamille, waar het naar genoemd zou zijn en waar het naar zou ruiken. Nee, manzanilla was, opnieuw aldus Carmen, oorspronkelijk een beroemde wijn uit het plaatsje Manzanilla, oostelijk van Sevilla. Die wijnen werden eeuwen geleden geëxporteerd via Sevilla over de Guadalquivir naar El Puerto en Sanlucar, en waren zo beroemd dat ze hun naam leenden aan wijn die later gemaakt zou gaan worden rondom de uitvoerhavens. Heerlijk, die verhalen!
Wijn opvoeden
Terug naar het nu en Gutiérrez Colosia. Het familiebedrijf gaat terug tot 1838; totdat Spanje toetrad tot de EU waren ze almacenista, een woord dat de – voormalige – almacenista’s zelf liever niet gebruiken. Het betekent iets als ‘voorraadbeheerder’: een almacenista voedt wijnen op in opdracht van andere bodega’s. Het was almacenista’s verboden zelf wijnen op de markt te brengen, totdat de EU daar een stokje voor stak. (De vergelijking met de Douro in Portugal dringt zich op. Daar mochten de boeren in de Douro wel port maken, maar die niet zelf exporteren. Dat mochten alleen de huizen met lodges in Vila Nova da Gaia. Dit is veranderd na toetreding van Portugal tot de EU.)
Gutiérrez Colosia voedde wijnen op voor Osborne, Gonzalez Byass, Williams & Humbert. Zij startten met de verkoop van hun eigen wijnen in 1997. Anno 2016 liggen er ongeveer 1300 vaten in de bodega, waarvan een deel van onbekende leeftijd, nog uit de tijd als almacenista.
Rechtstreeks uit het vat haalt Juan Carlos diverse proefbeetjes voor ons. We proeven Fino en rama van drie en vijf jaar oud, Oloroso en Amontillado van 60-70 jaar oud. En krijgen als toegift een slokje van de Palo Cortado uit de Solera Familiar, waar we helemaal stil van worden. De vaten werden ooit door Williams & Humbert geweigerd als Oloroso, en verhuisden naar een hoekje van de kelder. Totdat ze (her)ontdekt werden, en de wijn op de kaart van El Bulli belandde. Een halve liter is nu in mijn bezit.
Na de rondleiding in de bodega heeft Carmen voor ons een assortimentsproeverij klaargezet, waarbij we de wijnen bovendien niet alleen uit een typische copa moeten proeven, maar vooral ook overgieten in een normaal wijnglas. Want daarin komt de wijn echt veel beter tot uitdrukking, is haar mening. We kunnen haar alleen maar gelijk geven. Vooral het verschil in de aroma’s is enorm groot. We zijn opnieuw ongelooflijk onder de indruk van de subtiele Fino en rama, genieten van de krachtige ‘gewone’ Amontillado, zijn verrast door de fraaie Oloroso en de Cream. In tegenstelling tot bij andere bodega’s rijpen de wijnen voor de Cream – Oloroso en de zoete PX – samen in het vat, wat een mooi evenwichtig geheel oplevert.
Wijnbar Bespoke
We sluiten ons bezoek af met een lunch in het hippe Bespoke, waar Carmen ons vertelt over het initiatief van haar dochter om deze wijnbar op te zetten. De inrichting is vrolijk en modern, met gebruik van restmaterialen als pallets en oude beschilderde wijnvaten. We proeven er van de mosto – jonge basiswijn van palomino-druiven, en de sobretabla, basiswijn waar al wijnalcohol aan is toegevoegd. Vooral de bite van de sobretabla bevalt ons wel, al zal je dergelijke wijnen nooit buiten een bodega te proeven krijgen. De Argentijnse chef serveert er ajo caliente bij, en heerlijke empanadas en diverse andere hapjes.
Diep onder de indruk wandelen we na ons bezoek door de stille straatjes van El Puerto, en bewonderen het middeleeuwse Castillo. We rijden bovendien naar de kop van de boulevard, waar we zicht hebben op Cadiz en de oceaan. En we kunnen ons voorstellen dat het hier goed toeven is voor mensen uit de drukke, warme stad. Als we ooit zouden overwinteren in Spanje, dan graag hier. Maar liever nog zouden we om een hoekje willen kijken in het El Puerto van decennia geleden, toen de bodega’s nog in het centrum zaten en de stad altijd naar wijn rook. Die tijden zijn voorbij, helaas. Voorlopig zit er echter nog Gutiérrez Colosia. Ga er langs, als je die kant op gaat!