Zo, dat weten we ook weer. Zelf wijn maken is niets voor mij. Veel te tijdrovend, zeker als je het tussen het theedrinken en het avondeten wilt doen. En wat een p-zooi krijg je ervan.
Onze ene rieslingstok hing echter vol met 1800 gram druiven (inclusief steeltjes e.d.) en de trossen werden er de afgelopen dagen niet beter op. Rot begon al in te treden, veel zon kregen ze niet meer op de plek waar ze staan. Er zat niets anders op vandaag: plukken en wijn van maken. (Opeten was geen optie: rieslingdruifjes zijn iets te zuur.)
Met goede moed toog ik aan het ontstelen van de bessen. Of eigenlijk was het meer de goede druiven scheiden van de verdroogde, de keiharde, de deels rottende en de veel te kleine. Wat een dichte, gesloten trossen heeft een riesling, zeg. Ik moest sommige bessen echt onder de andere vandaag peuteren. Geen wonder dat rot snel optreed.
Voeg daar nog eens aan toe de slakjes, spinnen, lieveheersbeestjes en de kattenharen die ik moest verwijderen (onze katten zitten graag op de schutting waartegen de riesling staat), en je hebt een beeld van de k-klus die ik vanmiddag uitvoerde. Uiteindelijk leverde het een schaal met losse bessen op, totaal 1200 gram, die ik vervolgens met de hand zachtjes uitkneep. Na veel gewroet en gepers leverde het 600 ml sap op. Te weinig dus voor een fles van 0,75 cl, laat staan voor die van 1 liter die ik klaar had staan.
Er zat niets anders op, bedacht ik me na enig vloeken en zuchten. Op naar een van de tuinen verderop, om nog wat overhangende blauwe boskoopdruiven te plukken en mijn kostbare rieslingmost aan te vullen met goedkoop boskoopsap. Gelukkig bleek de boskoop een veel opener tros te hebben dan de riesling. Bovendien zaten de bessen veel beter in hun sap. Binnen een paar tellen had ik de benodigde extra 400 ml en kon de gist erbij en het waterslot erop. (Sulfiet heb ik nog niet toegevoegd… ik twijfel nog…). Uiteraard zorgde ik ervoor de blauwe schillen van de boskoop zo kort mogelijk in contact te laten met de most. Ik wil geen roze riesling-boskoop straks….
Intussen zat de keuken overigens wel ónder het druivensap. Spetters overal, kleverige plekken op de vloer, een vieze zeef, rondkruipende slakjes in de gootsteen en nog wat spinnetjes die weer tussen het afval vandaan kropen. Het schoonmaken duurde net zo lang als het wijnmaken, vrees ik. Nou, wijn…. Dat moet ik nog maar afwachten, of dit wijn wordt. Ik heb er een hard hoofd in. Als beloning heb ik mezelf tijdens het opruimen maar een glaasje uitstekende Brouilly ingeschonken, een van de 10 cru’s van de Beaujolais. Dat was andere, en betere, koek!
And now we wait. Tot we plopjes zien in het waterslot. Dikke kans dat ik de fles ook nog naar het wasmachinehok op zolder moet verhuizen, waar het lekker warm is. Wat een gedoe, dat wijnmaken. Volgend jaar mag mijn vriendin Ariane de riesling hebben, ik doe het niet meer, heb ik me heilig voor genomen. (Net als vorig jaar, overigens ;-))
Ariane zegt
Hihi, wat een rare hobby heb ik he? Maar met zo weinig grondstoffen is het veel geblaat en weinig wol. Tuurlijk maak ik volgend jaar gewoon wijn van jullie rieslingdruifjes, dan doe ik het tegelijk met onze druiven, en de troep houden we gewoon in de tuin! Hoef ik ook niet te dweilen, geen spinnen en slakken te ruimen, alleen maar de afwas te doen.
Sulfiet voeg ik ook niet zo vaak toe. Wel jammer dat je dan sneller last van oxidatie hebt. Wel benieuwd hoor, naar die fles riesling!
Mariëlla zegt
De wijn is inmiddels bijna uitgeplopt, goed helder, met een gigantische laag depot op de bodem van de fles. Ik kom binnenkort bij je langs om een filter te lenen 😉