Wat hebben Hongaarse wijn, het Utrechtse Academiegebouw en de Archipoeta, een twaalfde-eeuwse middeleeuwse dichter, met elkaar te maken? Op het eerste gezicht: niets. Maar na een reconstructie van mijn woensdagmiddag vallen alle stukjes in elkaar: het leven bestaat af en toe uit dit soort toevalligheden.
Rond 15.00 uur vanmiddag begon ik aan een verslag over een aantal Hongaarse wijnen die ik op Wine Professional proefde. Ik kon het echter niet afmaken, want om 16.15 uur begon in het Utrechtse Academiegebouw een college van prof. Árpád Orbán, Hongaar van geboorte. Prof. Orbán was hoogleraar Middeleeuws Latijn aan de Universiteit Utrecht en nam vandaag afscheid met een even humoristisch als boeiend college over de omgang met de teksten van Ovidius in de vroege en minder vroege Middeleeuwen.
Drieëntwintig jaar geleden ontving ik mijn bul uit handen van prof. Orbán. In een van de kleinste kamertjes van het Academiegebouw spraken hij en mijn scriptiebegeleiders mij ernstig toe, waarna ik mij doctorandus mocht noemen. In de twee jaar ervoor had ik genoten van Orbán’s werkcolleges, waarin wij Latijnse teksten op kritische doch soepele wijze leerden lezen. Vooral de soms scherpe humor van prof. Orbán staat me nog bij, evenals zijn wat snelle, soms gehaaste manier van spreken. De afscheidsrede vanmiddag bracht dat allemaal weer boven; ik heb ervan genoten!
De favoriete dichter van Árpád Orban is de Archipoeta, zo leerde ik vanmiddag. En de Archipoeta, die leefde rond 1150 maar van wie verder de echte naam, geboorteplaats noch afkomst bekend is, hield wel van een goed glas wijn! Zo is de cirkel weer rond….
Het woord ‘vinum’ komt zeer regelmatig voor in de ruim 700 dichtregels die van de Archipoeta overgeleverd zijn. Zo ook bijvoorbeeld is deze fraaie regels:
Meum est propositum in taberna mori,
ut sint vina proxima morientis ori.
tunc cantabunt letius angelorum chori:
“sit deus propitius huic potatori.”
Heel vrij vertaald, naar de Engelse vertaling die ik op internet vond (want de lessen van prof. Orbán zijn uiteraard diep, heel diep weggezakt):
Ik ben van plan in een herberg dood te gaan, zodat ik wijnen onder mondbereik heb als ik sterf. Koren van engelen zullen dan gelukzalig zingen: “Moge god deze drinker genadig zijn”.
Met een dikke glimlach ga ik dit weekend verder schrijven aan het verslag over de Hongaarse wijnen; de Archipoeta, prof. Orbán en een uurtje in de Aula van het Academiegebouw zijn daar nu voor eeuwig mee verbonden…..