Afgelopen weken las ik met veel plezier het prachtige boek Foot Trodden. Portugal and the Wines that Time Forgot, van Simon J. Woolf en Ryan Opaz. Daarin schetsen de auteurs een mooi beeld van de diversiteit aan Portugese wijnen en wijnstreken, aan de hand van interviews met vooral wijnmakers van kleine (familie)bedrijven, met vernieuwende inzichten. Zij maken zelden ‘main stream’ wijnen, maar veel vaker natuurwijnen, biologische wijnen, talha-wijnen, wijnen met weinig of geen interventie etc… Hoewel ik van het boek heb genoten, en dolgraag een kijkje zou gaan nemen in Portugal, vroeg ik me toch af: hoeveel procent van de totale Portugese wijnproductie vertegenwoordigen deze ‘unsung heroes’ en ‘forgotten corners’ nu eigenlijk?
Zoals Simon en Ryan al aangeven: wijnliefhebbers moeten moeite doen om Portugal als wijnland goed te leren kennen, en krijgen op grote proeverijen over het algemeen een beeld dat gedomineerd wordt door grote producenten die soms wijnen maken in een meer ‘internationale’ stijl. Kleine familiebedrijven die zelf wijn maken zijn er in Portugal om allerlei complexe en historische redenen erg weinig. (Lees het boek als je meer wilt weten!) Met wijnen van kleine producenten is het daarom voor een buitenlands publiek niet altijd makkelijk kennis te maken.
Toen ik onlangs een doos van twaalf proefflessen Portugese wijn opgestuurd kreeg, besloot ik eens te kijken hoe deze wijnen in het verhaal van Foot Trodden passen. Uit een eerste inventarisatie bleek al dat ze over het algemeen niet afkomstig waren van kleine familiebedrijven of vernieuwende jonge wijnmakers. En nu ik de eerste vier wijnen heb geproefd, kan ik in ieder geval ook aangeven dat zij inderdaad in de categorie van de ‘internationale’ stijl lijken te vallen. Hoewel…. Ik laat de wijnen stuk voor stuk voor zichzelf spreken.
Uit de toegezonden doos blijkt op zich een grote diversiteit. Rood en wit, stil en mousserend, internationale maar zeker ook diverse representanten van de talloze verschillende inheemse druivenrassen. Die eigen druivenrassen zijn mijns inziens de kracht van Portugal. Niet dat de Scalab Sauvignon Blanc Reserva 2019 of de Fat Baron Syrah 2020 geen goed gemaakte wijnen zijn. Ze waren echter niet mijn smaak. Beide vertoonden naar mijn idee te veel houtinvloed, wat bij een Sauvignon Blanc toch ook eigenlijk helemaal niet hoeft. De Syrah barstte van het rijpe jammy fruit, en voor een liefhebber van deze Amerikaanse stijl zal dit ongetwijfeld een mooi glas zijn, voor bovendien een aantrekkelijke prijs. Maar veel meer plezier beleefden wij aan de Fat Baron Touriga Nacional 2020, met zijn complexere neus, lichte bosbesaroma’s, koele afdronk en ongecompliceerd drinkplezier. Maar toch ook nog wel heel wat houtinvloed. De Fat Baron-wijnen zijn afkomstig van een van de grootste wijnproducenten van Portugal, Casa Ermelinda Freitas, gevestigd op het Sétubal-schiereiland ten zuiden van Lissabon.
Op een wat saaie doordeweekse dag, bij een gerecht met in de oven geroosterde knolselderij, zoete aardappel, wortel en rode biet, openden we de vierde fles: de Baga Flutt Blanc de Noir Brut van het bedrijf PositiveWine. De rode baga is dé druif van het wijngebied Bairrada. Naast in krachtige rode wijnen met veel tannine en stevige zuren komt die baga ook vaak terecht in espumantes, mousserende wijnen. Al sinds het eind van de 19e eeuw staat Bairrada bekend om zijn espumantes van vaak hoge kwaliteit. En dat gold ook voor deze wijn. Prettige romige aroma’s met tonen van noten, gist en aalbesjes. Stevige, fijne mousse, droog en verfrissend in de mond. Geen heel elegante wijn, maar wel een met veel karakter. Bij de Hollandse gegrilde knollen combineerde deze zonnige Portugees uitstekend.
We hadden het gevoel dat we met de laatste wijn wijnland Portugal inmiddels wat dichter genaderd waren. En we zijn benieuwd naar de overige acht flessen, allemaal van inheemse Portugese druiven. Wordt vervolgd!
Foot Trodden. Portugal and the Wines that Time Forgot is te koop via een eigen website.