In het Joods Historisch Museum is de komende maanden een boeiende tentoonstelling over de joodse keuken te zien, Lekker joods. Hij werd in december geopend door Claudia Roden, kookboekenschrijfster en winnaar van de Johannes van Damprijs 2012, die 18 januari uitgereikt wordt.
Ik heb de tentoonstelling nog niet gezien, maar wat ik wel weet is dat er geen aandacht voor wijn is, helaas. Het paste niet in de opzet. Ook in de publicatie moest een passage over wijn sneuvelen. Een gemiste kans, maar gelukkig wordt die goedgemaakt door een proeverij van koosjere wijnen binnenkort. Daar hoop ik wel verslag van te doen!
Voor de publicatie Lekker joods schreef ik oorspronkelijk een tekstje van 200 woorden. Speciaal voor alle bezoekers van het Joods Historisch Museum plaats ik het hier: de noodzakelijke wijn bij de maaltijd!
Koosjere wijn
In het Geïllustreerd Ritueel Kookboek uit 1932 staat het duidelijk: ‘In dit werk mag een hoofdstuk over de wijnen niet ontbreken’. Wijn hoort bij de maaltijd, ook bij de koosjere! Uiteraard moet ook die wijn koosjer zijn en voldoen aan diverse regels. Eén van de belangrijkste is dat de druiven vanaf het moment dat ze in de kelder aankomen alleen nog maar in contact mogen komen met joden die de sjabbat naleven. De diverse regels die een wijn koosjer maken, beïnvloeden echter niet de kwaliteit van de wijn. Koosjere wijn in de 21ste eeuw komt uit bijna alle bekende wijnlanden, waaronder Frankrijk, Italië, Spanje, Israël en de VS en wordt in Nederland zelfs verkocht bij de Hema.
Wijn speelt niet alleen een rol bij de dagelijkse maaltijd; vooral voor de viering van sjabbat en andere religieuze feesten is het aanleveren van wijn sinds eeuwen belangrijk. Joodse wijnhandelaren vind je in het middeleeuwse Worms, het negentiende-eeuwse Amsterdam en de twintigste-eeuwse Verenigde Staten. Vóór 1940 kwam veel koosjere wijn naar Nederland vanuit Palestina, de zogenaamde Palestina-wijnen. Wereldberoemd in het Amsterdam van rond 1900 was de punch van Beertje, een drank die vooral in de koude decembermaand en rond de feestdagen gretig aftrek vond, onder joden én niet-joden. Hij werd geleverd door joodse wijnhandel H.B. de Beer, opgericht in 1770.
Aanvulling
Om volledig te zijn, moet ik dit tekstje eigenlijk aanvullen. Wat een wijn koosjer maakt, is natuurlijk gecompliceerder dan ik hierboven meldde. Ten eerste maakt het uit of de wijn binnen of buiten Israël geproduceerd wordt: buiten Israël gelden minder regels. De drie regels die ook buiten Israël gelden zijn: alleen koosjere gereedschappen en vaten mogen gebruikt worden, de druiven mogen vanaf hun komst in de kelder alleen nog door sjabbat-observerende joden aangeraakt worden en alle gebruikte ingrediënten voor het maken van wijn (denk aan gist bijvoorbeeld) moeten ook koosjer zijn. En dan is er nog de kwestie van de mewusjal-wijnen, wijnen die ook door niet-joden uitgeschonken mogen worden aan joden. Deze wijnen werd vroeger gekookt, waardoor de smaak niet al te geweldig was. Tegenwoordig past men pasteurisatie toe.
Aangezien ik het fijne van de kwestie alleen maar kan overschrijven, kun je beter te rade gaan bij bijvoorbeeld Daniel Rogov in de catalogus van het Jüdisches Museum in Berlijn, Koscher & Co. Über Essen und Religion. Of je kunt deze aflevering van De Koosjere Hamvraag van Jigal Krant bekijken.
De tentoonstelling Lekker joods is te zien tot en met 5 mei 2013. De komende dagen besteed ik op Wijnkronieken nog enkele malen aandacht aan koosjere wijnen, met onder andere een citaat en een recept voor bisschop.
————————————————————————————————————————————————–
12 januari 2013, aanvulling vanuit het Joods Historisch Museum:
Wijn, klein maar fijn, zit wel in de tentoonstelling, als onderdeel van Ritueel fruit: een miniatuur gebedenboekje (handschriftje uit de 18de eeuw) met de zegenspreuk voor het oogsten van de druiven en het drinken van de ‘vruchten van de wijnstok’ (met een prachtig kleine illustratie van een man die druiven plukt), en uiteraard ontbreekt ook een (moderne) kiddoesjbeker niet.