Op een regenachtige zondag in november reisde ik naar Heemstede en interviewde ik Marco Pallanti, samen met zijn vrouw Lorenza Sebasti eigenaar van het wijnhuis én dorpje Castello di Ama in Toscane. Naast wijnmaker was Pallanti van 2006 tot 2012 ook president van het Consorzio Vino Chianti Classico; in deze tijd heeft hij zich sterk gemaakt voor kwaliteits- en imagoverbetering van de Chianti Classico, waarbij zijn eigen Castello di Ama zeker een modelrol vervulde. Het werd een boeiend gesprek met een uiterst charmante voorvechter van dé bekende wijn van Toscane, de Chianti Classico, en zijn druif, sangiovese.
‘Ama is een klein dorpje in het hart van de Chianti Classico. Het bijzondere en tegelijk de schoonheid van de plek is de hoogte, gemiddeld 500 meter boven zeeniveau. Om de typiciteit van onze wijnen te begrijpen, is die hoogte van groot belang. Want voor sangiovese, hét druivenras voor Chianti Classico, is de plaats waar je de stokken plant erg belangrijk. Van evenveel belang is de bodem: kalkrijk en rijk aan stenen, zoals op diverse plekken in de wijngaarden van Castello di Ama, is uitstekend. Deze kalkrijke bodems geven frisheid aan de wijnen en een geweldig aroma. Hoogte, bodem én het druivenras geven mij de mogelijkheid míjn interpretatie te maken van Chianti Classico, mét respect voor de plaats.
Sangiovese van lager gelegen land, of van de kust, wordt krachtiger en heeft net iets meer kleur, maar is ook minder elegant. Sangiovese is net Pinot Noir: Pinot Noir zonder de Bourgogne is niets, en voor mij is Toscane voor Sangiovese wat de Bourgogne is voor Pinot Noir. Toscaanse Sangiovese is uniek, en heel anders dan Sangiovese van elders.
Ik had het geluk terecht te komen op Fattoria di Ama, in 1982; ik kom niet uit een wijnbouw-familie, en moest na mijn studie echt ervaring gaan opbouwen. Dankzij een vriend kwam ik op Ama terecht, en ben er altijd gebleven; ik heb een groot vertrouwen in de plek. En, heel belangrijk, ik hou van de wijnen! Voor mij is wijn een echte passie. Ik heb landbouwwetenschappen gestudeerd omdat je toen in Italië nog geen universitaire opleiding wijnmaken had; ik had echter geen enkele interesse in koeien of schapen. Het was voor mij vanaf het begin: wijn!’
In 1985 maakte Castello di Ama één van de eerste Super Tuscans: L’Apparita, een wijn gemaakt van 100% merlot, en dus, historisch gezien, niet volledig passend in Toscane. Waarom deed u dat , aangezien u zelf zo’n voorvechter bent van Sangiovese van hoge kwaliteit?
‘Dat was fout, om een wijn te maken van 100% merlot. We waren in die tijd aan het kijken naar een druivenras dat de sangiovese zou kunnen aanvullen. Sangiovese is, net als pinot noir, een kieskeurig partner voor een blend. Als je bijvoorbeeld blendt met een witte druif, wordt het al snel een oranje wijn; als je blendt met een krachtige druif als cabernet sauvignon, verandert de identiteit van de wijn volledig en herken je de sangiovese niet meer. Dus zochten en vonden we een andere partner, merlot. We entten merlot op oude stokken in een deel van onze wijngaard en het resultaat verraste ons enorm. Zo werd L’Apparita geboren.’
‘Ja, en dat is tegelijkertijd ook een groot probleem. Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn we beroemd om L’Apparita. Daarmee zijn we eigenlijk niet zo gelukkig, hoewel L’Apparita natuurlijk wel belangrijk voor ons was. Het was erg moeilijk in die tijd om de aandacht te krijgen van de internationale wijnpers, of zelfs van de klanten, met een Chianti Classico. Toen L’Apparita op de markt kwam en we ook nog eens wonnen in een blinde proeverij, ontdekte het publiek Ama. L’Apparita werd ons vlaggenschip. Maar wanneer mensen bij ons langs komen, dan zetten we ze Chianti voor. Bellevista [een wijn van één wijngaard, Bellavista, van sangiovese en malvasia nera, mb] bijvoorbeeld, dat is óns origineel!
Op dit moment houden we de productie van L’Apparita constant, zowel wat betreft kwaliteit als kwantiteit. We gaan niet méér produceren omdat de markt daarom vraagt: het blijven gemiddeld zo’n 6.000 flessen per jaar, ondanks het feit dat L’Apparita een uitstekende Merlot is, zelfs een unieke Merlot. Maar het is geen Pomerol of Saint Emilion. En onwillekeurig gaan je gedachten toch in de richting van die ‘originelen’, als je een wijn van 100% merlot proeft.’
Hoe zou u de wijnen van Castello di Ama karakteriseren?
‘Wat al mijn wijnen karakteriseert is de geur, die is uniek, en de frisheid. Daarnaast is er nog de zoetheid van de tannines. Mijn tannines zijn niet agressief, ze zijn eerder rond. Dat is de rode draad die door mijn wijnen loopt, van de basis Chianti Classico tot de cru’s.
Toen ik in 1982 begon, waren het jonge wijngaarden. Vier families kochten het landgoed in de jaren ’70. In 1973, ‘74 en’ 75 werden de wijngaarden aangeplant, waarbij de fouten van die tijd gemaakt werden. Bij voorbeeld: op één en hetzelfde perceel stonden alle variëteiten van de Chianti, wit en rood; volkomen dwaas! Sangiovese werd overal aangeplant, ook op akkers die lager dan 500 meter boven zeeniveau lagen. Dit is gewoon niet goed: sangiovese heeft de beste plaatsen nodig. Ik begon deze fouten te verbeteren, bijvoorbeeld door alleen sangiovese te handhaven op de beste plekken.
Een probleem met een landschap dat op en neer gaat, is de homogeniteit van de kwaliteit. In Bourgondië heb je heel kleine cru’s; in Toscane zou het net zo moeten zijn voor sangiovese. Ik vind het belangrijk de beste druiven te selecteren, ze te scheiden van de andere, ze apart te vergisten en ze dan te labelen met de naam van de wijngaard. Op die manier werd Bellevista geboren, en La Casucia. We waren op Castello di Ama de eersten om het cru-concept in Chianti Classico te introduceren. Van dergelijke wijn produceren we 10-12.000 flessen.
We willen verder het totale aanbod verbeteren. Ook voor de andere wijnen selecteren we de druiven, zoeken we de beste percelen. We hadden 14 jaar nodig om in 1996 uit te komen bij Castello di Ama, nu onze belangrijkste wijn. Dit is echt de wijn van het chateau, met expressie van het terroir. Het is een assemblage van verschillende wijngaarden, maar het resultaat is hoogste kwaliteit.’
Deel twee van dit interview verschijnt dit weekend.
Meer over het cru-concept en de Gran Selezione lees je hier
.