In de eerste decennia van de zeventiende eeuw zijn ze er ineens, in allerlei Nederlandse teksten en bronnen: wijnen uit het diepe zuiden van Spanje. Gisteren schreef ik al over de druif pedro ximenez en de wijn Pietersemeynse, vandaag kijken we naar een tweede sherry.
Soms worden die nieuwe wijnen aan het begin van de zeventiende eeuw alleen aangeduid als ‘het nieuwe Spaansche vocht’, zoals in een gedicht van de satirische dichter Mattheus Tengnagel uit 1640. Een andere aanduiding lezen we bij de beroemde dichter Brederode. Hij dichtte in zijn blijspel Moortje uit 1615: ‘Het was by een sulcken kellick met nuwe Spaensche Moskedel | Ick roock, ick proefde, ick dronckse, o myn het smaakte so wel!’ Je ziet dat glas ‘moskedel’ rechts op het schilderij van Nicolaes Moeyaert hierboven, uit circa 1635. Het stelt de vier hoofdrolspelers van Moortje voor.
Moskedel, of moscatel, is een wijn die ook nu nog in het gebied van de DO Jerez gemaakt wordt. Het is een type sherry dat tegenwoordig helaas een wat onderbelicht bestaan leidt. Dat moscatel rond 1600 mogelijk al uit de omgeving van Jerez kwam, blijkt uit prijslijsten van wijnen die verhandeld werden op de Amsterdamse markt. Die lijsten zijn er voor tal jaren uit de zeventiende eeuw. In de eerste, uit 1609, staat keurig op een rijtje onder het kopje Spaensche wynen: Syrese secken, Condaetse secken, Pieter Cemeynes, Condaetse bastart en Syprionse bastart. ‘Syrese secken’, dat is de seck of sack uit Jerez waar Shakespeare het ook al over had. ‘Sack’ komt van sacar, wat duidt op de uitlevering van wijnen speciaal voor de export. ‘Condaetse’ slaat op ‘van de Condaet’, het gebied rond Huelva ten noorden van Jerez, in het Spaans El Condado. ‘Syprionse’ slaat waarschijnlijk op ‘van Chipiona’, een plaatsje aan de monding van de Guadalquivir, zuidelijk van San Lucar de Barrameda. ‘Bastart’ is een zoete wijn, maar welke precies, is nog door geen auteur overtuigend aangetoond.
Rond Chipiona, aan de kust en op zanderige bodems, liggen tegenwoordig de moscatel-wijngaarden van de DO Jerez. Bovendien heeft Chipiona een museum voor de moscatel, zo ontdekte ik onlangs. Als er een museum is, dan moet die wijn wel een lange geschiedenis hebben, vermoed ik. Moscatel, Chipiona, Syprionse bastert… Het heeft ongetwijfeld met elkaar te maken. Misschien ontdek ik ooit nog eens of ‘bastert’ inderdaad ‘moscatel’ kan betekenen. Ik hou het er voorlopig op dat die nieuwe Spaanse moscatel van Brederode uit de omgeving van Chipiona kwam. En daarmee is het heel waarschijnlijk opnieuw een vroeg voorbeeld van de invoer van de wijnen uit Jerez in de Lage Landen.
Meer over allerhande wijnsoorten in vroeger eeuwen vind je in mijn publicatie Wijnkronieken. Twintig eeuwen Nederlanders en wijn. Dit boek bevat verhalen over de lange relatie die Nederlanders met wijn hebben, van de Romeinen tot nu. Het boek is rijk geïllustreerd en bovendien wordt per hoofdstuk een moderne wijn gesuggereerd die past bij het historische verhaal. Je vindt Wijnkronieken bij de boekhandel, of kunt het bestellen bij mij persoonlijk, door me een mailtje te sturen.