Berichten over de wijnbouw in Nederland haalden dit jaar al regelmatig de pers. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland kent ons land inmiddels 134 commerciële wijnboeren en 240 hectare wijngaard. Daar gaat af en toe een hectare af, maar er zijn ook diverse ‘nieuwe’ initiatieven. Twee daarvan bezocht ik eerder deze maand.
Sint Catharinadal
De zusters Norbertinessen van Sint Catharinadal in Oosterhout hielden op 1 juli jl. een open dag, waarbij het publiek voor het eerst een kijkje mocht nemen in onder andere het nieuwe wijnhuis en de winkel. Daarnaast kon in de wijngaard Franse wijn geproefd worden van druivenrassen die ook op Sint Catharinadal staan aangeplant. Twee jaar geleden gingen op de landerijen van dit klooster de eerste stokken de grond in. Uitsluitend klassieke rassen werden aangeplant: 8,5 hectare met pinot gris, pinot blanc, chardonnay, auxerrois, gamay en pinot noir. Zowel in de wijngaard als in de nieuw aangelegde moestuinen wordt biologisch gewerkt. Voor het wijnmaken is inmiddels expertise van buiten ons land aangetrokken: keldermeester Andries Burger van het Zuid-Afrikaanse bedrijf Paul Cluver. Paul Cluver Wines ligt in Elgin, en het bedrijf is gespecialiseerd in cool climate-wijnen, waaronder Pinot Noir. Voor het werk in de wijngaard is Marc Mulder verantwoordelijk, samen met een stagiair uit Geisenheim.
Andries Burger zal in oktober de eerste oogst van Sint Catharinadal begeleiden. Niet de hele druivenopbrengst zal tot wijn verwerkt worden. De zusters gaan het rustig opbouwen: slechts 30 tot 40% wordt gebruikt, en dan alleen de witte druiven. Mogelijk wordt er van de rode ook een beetje rosé gemaakt. Dit alles omdat de stokken nog erg jong zijn, maar het team toch al enige ervaring wil gaan opdoen met wijnmaken. De nieuwe pers en de roestvrijstalen tanks staan al klaar. Met het maken van rode wijn wordt nog twee jaar gewacht. Dan zijn de stokken vier jaar oud. Uiteindelijk zouden de wijngaarden van Sint Catharinadal zo’n 50.000 flessen per jaar moeten gaan opleveren.
Ondertussen kan in het Wijnhuis De Blauwe Camer al wel een glas wijn genuttigd worden: er is een goede kennisuitwisseling met het Zeeuwse bedrijf De Kleine Schorre opgebouwd, en de wijnen van De Kleine Schorre zijn er voorlopig te proeven. Daarnaast zijn er wijnen van verwante Belgische kloosters en uiteraard diverse kloosterbieren te koop: Averbode en Postel bijvoorbeeld. Wil je het Wijnhuis zelf bezoeken en de wijngaarden zien? Dat kan op woensdag tot en met zondag van 11.00 tot 20.00 uur. Het klooster heeft verder een programma om belangstellenden aan zich te binden. Zo kun je Metgezel worden, en voor een bepaald bedrag per jaar diverse flessen wijnen ontvangen, plus uitnodigingen voor een jaarlijkse bijeenkomst, een wijnproeverij etc… Informatie hierover via wijndelersgilde@catharinadal.nl Zelf hoop ik in oktober mee te gaan helpen met de oogst, dus verdere verslagen volgen.
De Belaeving
Een initiatief van een heel andere orde is Belvinage, een reeks wijnen gemaakt door Wijnerij de Belaeving in het Limburgse Egchel, in de Peel. In het voorjaar ontving ik daarvan ronkende persberichten. Bijzonder aan deze wijnen is namelijk dat de druiven gekweekt zijn in de kas. ‘Joep en Monique van Schaijk, eigenaren van Wijnerij de Belaeving, begonnen twee jaar geleden met het telen van wijndruiven onder glas. “We wilden graag bewijzen dat in Nederland wijn maken van Spaanse, Franse of Duitse druivenrassen mogelijk is,” aldus Joep van Schaijk. De wijngaard is de enige ter wereld die op zo’n grote schaal wijndruiven in een kas teelt. Volgens Van Schaijk tot nu toe niet zonder succes. “Onze stokken doen het ontzettend goed!”’. Aldus een passage uit het persbericht. Ook volgens het persbericht zouden er inmiddels 12 wijnen zijn, deels op hout opgevoed. De laatste mogen “daarom de naam ‘excellence’ voeren.” Nou ja, ‘daarom’ ….
Op onze weg terug van een weekendje Zuid-Limburg besloten we bij De Belaeving langs te gaan, en maakten tijdig een afspraak. Enige verwarring trad op toen we onderweg midden tussen de dennenbossen langs een restaurant met wijngaard reden dat ook De Belaeving heette. Het bleek later de ‘buitenwijngaard’ van het bedrijf, ooit bekend als Elkandré en toen eigendom van Jo en Wim Kanders. Beide broers stopten in 2010 met deze wijngaard en verkochten hem in 2014 aan de Van Schaijks, waarbij Jo als adviseur aanbleef. Jo was ook degene die ons vervolgens ontving, toen we de overdekte wijngaard in een oude rozenkas in Egchel hadden gevonden. Hij vertelde ons dat de druivenstokken waar hij toen mee werkte (rivaner, kerner, chardonnay) inmiddels vervangen zijn door nieuwe. Wij zagen op het perceel tussen de dennen in de gauwigheid chardonnay en riesling staan.
In de kas van 1,5 hectare mochten we niet fotograferen. Waarom werd ons niet duidelijk. Het was er in ieder geval flink heet. De bodem is er afgedekt met wit doek, tegen het onkruid. Aangeplant staan cabernet sauvignon, merlot, tempranillo, chardonnay en riesling. Over uitbreiding met andere rassen wordt nog gedacht. De 10.000 stokken gingen in 2015 de grond in, en sommige waren nu al flink ontwikkeld, met vrij dikke stammen. Sproeien tegen insecten hoeft in de kas niet, bemesten evenmin. Water krijgen de stokken via een irrigatiesysteem. Al na een jaar werd er wijn gemaakt: de reeks wijnen die onlangs is gelanceerd. De 10.000 stokken leverden 15.000 liter wijn 15.000 kg druiven. Jo vertelde ons dat het ook voor hen nog wel spannend is: wat doen druivenstokken in een kas, hoe zullen die zich in de loop der tijd ontwikkelen en hoe moeten we die het beste onderhouden? Ook de plantingsdichtheid is nog een onderwerp van aandacht.
Na een korte rondleiding door kas en productieruimtes met barriques, stalen tanks, pers, filters etc… proefden we de Riesling en de Tempranillo, beide zonder houtrijping. Van de Riesling was ik niet gecharmeerd. Veel te jong, groen, en met weinig drinkplezier. Waarom je ook Riesling in een kas zou willen zetten, ontgaat mij. Overrijpe Riesling, daar moet je toch niet aan denken! Jo vertelde ons wel dat de binnen- en de buiten-Riesling met elkaar geblend worden, om de juiste zuren te houden. De Tempranillo beviel me veel beter. Ook nog erg jong, maar herkenbaar Tempranillo, kruidig, fruitig en prettig om te drinken. Al met al ben ik persoonlijk nog lang niet overtuigd van deze wijnen. Daarvoor kregen we ook te weinig te proeven. Maar naar mijn mening heeft een wijndruif lucht, wind, regen, kortom, de elementen, nodig, en moet liefst nog een beetje werken voor de kost. Al die verwennerij lijkt mij niet goed voor de ontwikkeling. Maar goed, ik ben geen druiventeler. En druiven in de kas telen is niets nieuws, dat bestaat in het Westland ook. (Zij het niet voor wijn, maar voor tafeldruiven.) De tijd zal leren of Belvinage echt zal aanslaan. Over een jaar of wat nog maar eens proeven en langsgaan, heb ik me voorgenomen. Van fruit uit de omgeving en van allerlei andere ingrediënten worden bij De Belaeving verder distillaten en likeuren gemaakt. Je kunt dit alles proeven tijdens rondleidingen op de Wijnerij en in het restaurant bij de buitenwijngaard in Helden.