Nog net op tijd dacht ik eraan. Het plantje had al een aantal witte bloemetjes, maar er waren ook nog stengeltjes zonder. En dus plukte ik afgelopen zondag wat lieve-vrouwe-bedstro uit de tuin en kon ik meiwijn maken. Ik schreef er al vaker over, maar vond de smaak meestal niet zo geweldig. Enige weken terug kreeg ik van mijn moeder echter een kookboek dat van haar oma was geweest: het Nationaal Kookboek voor Nederlandsche vrouwen, van de Hilversumse kok A.G.L. Westenberg. De eerste druk verscheen in 1893, mijn exemplaar is een derde druk uit 1910. Naar dit boekje en naar mijn overgrootmoeder ben ik nog wat onderzoek aan het doen. Maar het receptje voor meiwijn wil ik jullie niet onthouden, want het is eigenlijk heel erg goed! Vanmiddag proefde ik wat van de meiwijn die ik heb gemaakt, en dat bleek verrassend lekker.
Het oorspronkelijke recept is dit:
Meiwijn. Neem een paar bosjes zoogenaamd lieve-vrouwen-bedstroo. Snijd de uiteinden der stelen eraf. Doe het in een pot met 1 flesch Rijnwijn, 1 fles moezelwijn en een paar sinaasappelen aan partjes (zonder de schil). Voeg er 250 gram suiker bij. Sluit den pot goed dicht en laat het zoo een dag staan.
Mijn versie werd ietsje anders: ik nam slechts 1 fles wijn, een Riesling uit Rheinhessen. Ik deed daar vijf takjes lieve-vrouwe-bedstro in (zonder bloemetjes) en de partjes van 1 sinaasappel. De suiker halveerde ik nog eens; ik voegde een krappe 50 gram toe op 0,75 liter wijn. En ik liet het mengsel ruim vier dagen staan.
Het resultaat is heerlijk. Het kruid is duidelijk te proeven, de suiker is gelukkig goed gebalanceerd door zuren van de wijn en de sinaasappel. Alleen een zonnige dag in de tuin ontbreekt nog. Maar die schijnt er zondag aan te komen. Wie nog lieve-vrouwe-bedstro heeft staan dat niet bloeit: maken die meiwijn!
Meer over meiwijn lees je in de volgende artikelen: