In Oostenrijk werd ik onlangs verliefd op de wijnen van de druif Blaufränkisch, vooral die uit Mittelburgenland. Het gaat dan om volle, geconcentreerde bijna bordeauxrode, donker gekleurde wijnen die over het algemeen rijping op barriques hebben ondergaan, soms gedeeltelijk nieuw. Het hout overheerst echter nergens, de fruitigheid voert de boventoon. Het zijn wijnen voor bij het eten, bij een stevig stuk vlees. Er is echter nog een andere stijl Blaufränkisch, waar ik gek genoeg pas in Nederland mee kennismaakte, en die ik wel zo prettig vind, misschien zelfs wel beter verteerbaar, zeker voor doordeweeks.
Op de proeverij van de wijnen van Herrenhof, bij Good Grapes thuis, stond ook een rode wijn op tafel: Hummergraben 2009, gemaakt van 100% Blaufränkisch. Dat bleek een totaal andere Blaufränkisch dan de stevige jongens uit Mittelburgenland, Eisenberg en Leithaberg die ik eerder in Oostenrijk zelf geproefd had. De Hummergraben was helderrood en doorzichtig van kleur, elegant, slank, soepel, met relatief lage tannines en een lekkere kruidigheid. Kleur en structuur deden aan een goede maar simpele Pinot Noir denken, type Maconnais. Heel wat anders dus dan de volle, fluwelige en donkere wijnen die ik eerder had leren kennen.
Eisenberg
Ik dacht even dat het aan de herkomst van de druiven zou kunnen liggen: Steiermark, waar Herrenhof ligt, is toch weer een heel ander wijngebied, redeneerde ik. Gottfried Lamprecht, wijnmaker van Herrenhof, blijkt de druiven voor deze wijn echter niet zelf te verbouwen in Steiermark, maar te halen in Eisenberg (Südburgenland) waar hij van een boer de oogst opkoopt. Vreemd is dat niet: Eisenberg is voor Gottfried slechts een paar heuvelruggen verder naar het oosten, 50 minuten rijden van huis. In dit gebied heeft iedere huisbezitter, en zeker iedere landbouwer, nog een aantal rijen druivenstokken in de achtertuin staan. Iedereen maakte vroeger wijn van eigen stokken voor eigen gebruik. Velen hebben daar in de 21ste eeuw echter geen zin meer in, en verkopen hun druiven of hun rijen stokken. Met als gevolg dat échte wijnboeren in het gebied Eisenberg steeds vaker perceeltjes verspreid over diverse locaties hebben, dat families samenwerken, en dat er nu langzaam ook grotere bedrijven ontstaan. Tijdens de persreis na EWBC bezochten we paar van die familie- of samenwerkingsbedrijven, waaronder Wachter-Wiesler en Vinum Ferreum in Deutsch-Schützen. We proefden er ook de wijnen, en uit ervaring weet ik: in Eisenberg maken ze Blaufränkisch met min of meer dezelfde structuur en concentratie als in Leithaberg of Mittelburgenland.
Het lag dus niet aan de herkomst van de druiven. Gottfried had de volgende verklaring voor de verschillen: “Ik ontsteel het grootste deel van de trossen, die vervolgens in een open vergistingstank gaan. Met de hand duw ik pitten en schillen onder de most. Vervolgens pers ik met een oude mandpers die ik een jaar geleden in de winter heb gerepareerd. De wijn gaat daarna in barriques van oud eiken en wordt gebotteld na tien maanden. Ik voeg alleen een klein beetje zwavel toe. Ik gebruik geen nieuw hout; dat zorgt namelijk voor donkerder en dikker wijnen. Voor mij telt de vraag: hoe smaakt een wijn écht als wijnmaaktechniek een stap terug doet? Die oorspronkelijke smaak wil ik zo puur mogelijk zien te krijgen; dat houdt voor mij ook het bereiken van complexiteit in.”
Het toeval wil verder dat ik enige dagen na de Hummergraben een zelfde soort Blaufränkisch proefde uit het assortiment van importeur Miranda Beems. Miranda importeert Hongaarse wijnen, waaronder de wijnen van Pfneiszl Hungarian Vineyards . De wijngaarden van dit domein liggen in Sopron. En Sopron ligt… net over de grens met Mittelburgenland. Het is de grote hap uit de Oostenrijkse grens die door politieke en historische gebeurtenissen nu Hongaars is, in tegenstelling tot het omringende gebied. Deze Kékfrankos 2009 – Hongaars voor Blaufränkisch – was eveneens helderrood en doorzichtig, fris en fruitig, kruidig, elegant en slank, misschien een tikje voller dan de Hummergraben. Een zeer prettige wijn, en met slechts 12,5% alcohol. En daar houden de overeenkomsten met de Hummergraben nog niet op: Gottfried wist me wel te vertellen dat hij met Birgit Pfneiszl, een van de twee wijnmakende zusjes, op school (wijnschool, dan) heeft gezeten.
Twee stijlen Blaufränkisch, allebei uit hetzelfde gebied in Midden-Europa. Iets zegt mij dat de wijnen uit Steiermark en Sopron veel meer de nazaten zijn van een wijntraditie uit de tijd van de Oostenrijk-Hongaarse dubbelmonarchie dan die uit Burgenland. De ene stijl is daarmee niet meer of minder dan de andere. Beide zijn spannend en origineel, maar leveren gewoon andere wijnen. En dat maakt de wijnwereld voor mij zo ongelooflijk fascinerend.
Women in Wine zegt
leuk dat je de zusjes Birgit en Katrin benoemd. Ze doen echt hun best om mooie, bio wijnen te produceren. En voor wie wil. In januari komen ze naar Nederland, voor de Wine Professional.