Zo, tijd om nog eens even wat aandacht te besteden aan de wijnmakers van de Pfalz. Want wat heb ik er mooie wijnen geproefd. Jeanette Bruining, de organisator van de wijnwandeltocht, had iedere dag voor ons een bijzondere proeverij georganiseerd, die ik in een aantal artikelen zal beschrijven.
Dag 1 – zondag 25 oktober
Na het dumpen van de koffer restte mij nog net een half uurtje om de wandelschoenen aan te trekken: we gingen om 14 uur onmiddellijk op pad, de wijngaarden en het Haardtgebergte in. De 16 man en vrouw zetten er een stevig tempo in. Eerst door het vriendelijke Forst, waar de Weinstrasse dwars door het dorp loopt en de wijngoederen zich aaneenrijgen. Dan door beroemde wijngaarden als Jesuitengarden, Kirchenstuck, Ungeheuer en Freudenstuck. Na een stevig klim, onder andere langs een oude basaltgroeve en dwars door het bos, arriveerden we in de ruïneWachenberg. De koele Riesling smaakte er uitstekend..
Na een steile afdaling liepen we door het dorpje Wachenheim in de avondschemering naar het Weingut Dr. Bürklin-Wolf, waar we vervolgens zeer professioneel werden onthaald. In de stijlvolle ontvangstruimte was de proeftafel al voor ons gedekt. Heerlijk, een proeverij waarbij je zittend mag genieten. Dat is wat mij betreft essentieel om aandachtig je ‘werk’ te kunnen doen. Het glaasje Ortswein (Wachenheimer Riesling 2008) ging er wel in: een prettige, mineralige wijn met veel frisse zuren. Helaas bleken mijn proefvaardigheden die dag gehinderd door het hoestmedicijn dat ik de afgelopen dagen tegen de kriebelhoest had genomen. Een echt goed oordeel vormen over de wijnen van Bürklin-Wolf (BW) kon ik dan ook niet.
Vatenkelder
Het korte bezoekje aan de vatenkelder was als altijd erg leuk. BW werkt vooral met gisting op grote houden vaten voor de Riesling, die dan ook nog lustig stonden te ploppen. Overal staken de watersloten omhoog en in de kelders ging de lucht van gist. De houten vaten worden wel gecontroleerd op temperatuur: koelelementen zijn ingebracht, zodat de most op temperaturen onder de 20 graden kan blijven. BW is de afgelopen jaren overgeschakeld op biodynamie; in 2008 hebben ze een erkenning gekregen van Biodyvin. Dit jaar, 2009, was, vanwege die omschakeling, voor het eerst de gisting spontaan op gang gekomen. Dit betekent dat er geen gist aan de Rieslings is toegevoegd, maar dat de gisten die op de druivenschillen zaten, voldoende waren om de alcoholische fermentatie op gang te brengen. Tom Benns, verkoopleider en onze gids, was er erg trots op.
BW gebruikt overigens voor haar Riesling een eigen classificatiesysteem. Grand Cru (GC) en Premier Cru. Het bedrijf is lid van de VDP, maar hanteert desondanks niet de term Grosses Gewächs. Wat mij betreft is dit onnodig ingewikkeld doen, maar Benns wist met verve te vertellen waarom BW toch gekozen heeft voor een eigen systeem. Mij overtuigde het niet.
Hohenmorgen en Ungeheuer
Maar zoals altijd gaat het natuurlijk om de wijnen: we proefden er nog zeven, allemaal Riesling, en als achtste een Pinot Noir. Jeanette had ervoor gezorgd dat we telkens van één en hetzelfde jaar maar van twee verschillende Lagen een wijn proefden. Zo stond er een 2008 Wachenheimer Rechbächel PC tegenover een 2008 Rupertsberger Hoheburg PC en een 2001 Hohenmorgen GC tegenover een 2001 Ungeheuer GC. Ondanks het hoestmedicijn kon ik gelukkig het verschil ruiken en proeven tussen bijvoorbeeld de akker Hohenmorgen en de akker Ungeheuer. De Hohenmorgen was al wat verder ontwikkeld, rook naar toffee en appeltjes en had een wat korte afdronk. De Ungeheuer rook naar anijs (zo’n blokje voor de anijsmelk), was nog heel fris en had een ellenlange afdronk. Het was duidelijk de betere wijn, met een heel andere terroir dan de Hohenmorgen. De bodem van Ungeheuer bestaat uit kalk en basalt, een vulkanische gesteente. De Hohenmorgen bevat naast kalk vooral zandsteen.
Een echte favoriet kwam er voor mij niet uit deze proeverij, maar dat kan ook de invloed van het hoestmedicijn zijn.
Of het moet misschien de Forster Riesling Auslese 2008 zijn. Daar ging een flesje van mee naar huis!