Voor de achtste Nederlandse Wine Blogging Wednesday koos Ailko Faber opnieuw twee Zuid-Afrikaanse wijnen: Goat Door 2006 en Goats do Roam 2005 van het bedrijf Fairview. Beide flessen hebben een potige geit op het etiket, verwijzingen naar de geitenkaas die het bedrijf ook maakt. Maar er is meer aan de hand met die etiketten. Ze passen namelijk uitstekend in de marketingtrend van de zogenaamde ‘critter’ labels. ‘Critter’ komt van creature en betekent iets als wezentje, diertje. Etiketten met diertjes doen het de laatste drie jaar uitstekend, aldus het bekende marktonderzoekbureau AC Nielsen. Van de 438 nieuw geïntroduceerde wijnmerken tussen maart 2003 en maart 2006 hadden er 77 een diertje op het etiket – 18% van het totaal.
Het begon allemaal met de bekende Yellow Tail kangoeroe, die in de VS razend populair werd. Daarna zijn schildpadden, beertjes, pinguïns, krokodillen, emoes, rendieren, lama’s en ook geiten gevolgd. Overigens is de trend niet echt nieuw: denk maar aan de beroemd Duitse Schwarze Katz. Er zijn ook geluiden dat de critters al weer op hun retour zijn: Jon Bonné schreef voor SFGate.com (de digitale San Francisco Chronicle) een boeiend artikel over trends in labelling. Constellation Brands, de grootste wijnmulti-national ter wereld, gebruikt inmiddels ‘adventure labels’, met surfplanken en sportauto’s.
Al deze trends hebben maar één doel: merkbekendheid. Je zit naast iemand op het terras, ziet wat ze drinken en vraagt ook om die wijn met die geit. De zichtbaarheid en herkenbaarheid van de fles spelen niet alleen meer een rol in het onderste prijssegment, ook grote namen als Fairview richten zich hierop. Met een fles die herkenbaar van een groot, duur of bekend merk is, willen veel mensen graag gezien worden in het restaurant. Maar dan moet dat label ook wel herkenbaar zijn, en geen ondefinieerbaar goudgerand kasteel of heuvelrugje vertonen.
Dus: potige geiten en een onmiddellijke identificatie van de wijn.
Naast de afbeeldingen van de geiten hebben de etiketten van Fairview nog een ander onderscheidend kenmerk: de namen, die rechtstreeks verwijzen naar bekende wijnen uit het wijnland der wijnlanden Frankrijk. En ook deze keuze is niet toevallig: het is een directe verwijzing naar de tijd dat het nog toegestaan was een Australische, Californische of Zuid-Afrikaanse Chardonnay gewoon Chablis te noemen. (In Californië zat er soms niet eens Chardonnay in de Chablis…). Australië kende zijn ports, Californië zijn Bordeauxs, etc… Met de toegenomen mondiale regelgeving mag dat allemaal niet meer: een Chablis mag alleen uit de streek in Frankrijk komen, evenals een Champagne of een Bourgogne. Toch blijven deze wijnen DE standaard voor veel wijndrinkers, een feit waar wijnmakers dan wel weer graag bij aanhaken. Charles Bell heeft zijn wijnen – wel met een vette knipoog – heel bewust naar twee wijngebieden in Frankrijk genoemd: Côte d’Or (Goat Door) en Côtes du Rhône (Goats do Roam).
Slimme marketingtechnieken allemaal, die zorgen voor goede verkoopcijfers. Maar het zegt niets over de kwaliteit van de wijnen. Daarover gaan we binnenkort maar eens oordelen: volgende week in ieder geval een verslag over de Goats do Roam.