In de wijngaarden van de Apostelhoeve staat een perceel stokken dat nog dateert van 1978. Meer dan 40 jaar oud zijn ze dus, en behoren daarmee hoogstwaarschijnlijk tot de oudste nog producerende wijnranken in ons land. En het is niet meer dan passend dat het in dit geval om riesling gaat, een van de nobelste druivenrassen die er bestaan. Ik sla er Wine Grapes nog maar eens op na: ‘One of the world’s greatest white wine grapes, capable of making particularly geographically expressive and long-lived wines at all sweetness levels.’
Riesling-land bij uitstek is Duitsland (circa 22.500 ha.), gevolgd door Frankrijk (3.400 ha.), waar deze druif echter officieel alleen is toegestaan in de Elzas. Inderdaad: ooit een Duitse regio. Ook Oostenrijk kent een aanzienlijke aanplant (1.900 ha.), gevolgd door tal van andere wijngebieden over de hele wereld. Zelfs China en Japan hebben riesling-stokken, respectievelijk 378 en 7,6 hectare (cijfers uit 2009 in Wine Grapes). Daarmee heeft Japan waarschijnlijk net iets minder riesling-stokken dan er momenteel in Nederland én België samen aangeplant staan. Noch voor ons eigen land, noch voor België zijn er echter up-to-date cijfers. De aanplant in België wordt door Peter Doomen, auteur van de Belgische Wijn van eigen bodem, geschat op minder dan 5 ha., die in Nederland zou ook zoiets moeten zijn of net iets meer.
Riesling Tafel
Waarom ik dit allemaal zo opsom? Onlangs vond de Riesling Tafel plaats, een evenement waarbij Rieslings uit Nederland en België blind geproefd werden naast diverse soortgenoten uit bekende buitenlandse wijnstreken. Doel van de dag, georganiseerd door de Belgische wijnschrijver Stefaan Soenen, was gezamenlijk te bepalen wat de plaats van laaglandse Riesling in het wereldspectrum zou kunnen zijn. Aan tafel zaten 6 wijnbouwers en 10 wijnprofessionals uit beide landen. De wijnboeren hadden gezorgd voor een aantal van hun eigen wijnen, uit diverse jaargangen. De professionals – wijnschrijvers, bloggers, wijnhandelaren en sommeliers – leverden de zogenaamde benchmark-wijnen. Waarbij benchmark niet is bedoeld als dé beste Riesling uit een bepaald land of bepaalde streek, maar als voorbeeldflessen met goede naam waarmee de Belgische of Nederlandse Riesling vergeleken kunnen worden. Het evenement vond plaats op zondag 21 juli jl. bij de Apostelhoeve in Maastricht. Al eerder zijn er dergelijke proeverijen geweest, rondom Pinot Noir en Pinot Gris. Van dat laatste evenement kun je hier een verslag op Wijnkronieken lezen.
Geproefd
Wat waren onze bevindingen, en wat proefden we dan? Voor diegenen die snel antwoord willen: de Nederlandse en Belgische Rieslings staan hun mannetje, dat was zonneklaar. Maar om de wijnen recht te doen, ga ik toch nog wat uitgebreider in op de diverse flessen op onze tafel. We proefden de wijnen blind, in flights, en wisten van te voren niet welk Nederlands of Belgisch wijnhuis aan de buurt zou zijn. Wel wisten we dat alle wijnen van een maker in dezelfde flight zaten, aangevuld met minimaal één maar meestal twee of drie benchmark-wijnen. Ook van deze benchmark-wijnen wisten we niet welke wijn in welke flight was beland. Alleen organisator Stefaan Soenen wist wanneer welke wijn aan de beurt was. Per flight geef ik hier mijn bevindingen en wat opmerkingen.
Groep 1 – Hoeve Nekum
We begonnen met de Rieslings van Hoeve Nekum, zo bleek, met de jaargangen 2017, 2016, 2015 en 2014. Daarnaast stonden drie andere wijnen: uit de Elzas Brandluft 2015 van Domaine Boeckel en Riesling 2017 van Andre Stuber; en uit de Moezel Bremmer Calmont 2013 van Weingut Franzen. Allereerst: in deze groep (noch in enig andere groep trouwens) was niet onmiddellijk te zeggen welke Rieslings nu ‘van bij ons’ zouden kunnen zijn. In ieder geval niet op basis van kwaliteit. Er was een hele kale, simpele wijn, maar dat bleek de Elzasser van Stuber (inderdaad een simpele wijn van een slijtersketen). De slankheid en de mineraliteit van de Brandluft trof ik niet aan in de andere wijnen, dat niet. Maar bijvoorbeeld de fruittonen van de Bremmer Calmont sloten goed aan bij die van de wijnen van Hoeve Nekum. Een van mijn favorieten in deze serie was de Hoeve Nekum Riesling 2015, met zijn rijke, complexe en aantrekkelijke neus en volle smaak met tonen van abrikoos en ander rijp fruit.
Math Bollen, eigenaar van Hoeve Nekum (Louwberg, Maastricht), vertelde ons dat de riesling een druif is die sterk op het veranderende klimaat reageert, meer nog dan andere druiven. Op Hoeve Nekum staat vanaf het begin in 1988 riesling aangeplant, die dan typisch pas in november met moeite rijp werd. Tegenwoordig kan er half oktober al rijp fruit geoogst worden!
Groep 2 – Domein Steenberg
Naast twee wijnen van Domein Steenberg in Epen, 2016 en 2017, stonden Kahlenberg Trocken 2014 van Dönnhoff (Nahe) en de cultwijn Spioenkop 2016 uit Elgin, Zuid-Afrika. Duidelijk herkenbaar was de overeenkomst in stijl van de twee wijnen van Steenberg (zo bleek achteraf): vooral de spicyness vond ik opvallend, aangevuld met een mooie mineraliteit, precieze zuren (vooral in de 2017) en grote elegantie. Wat betreft die cultwijn uit Zuid-Afrika, laat die maar daar waar hij geproduceerd wordt. Echt teleurstellend: agressieve zuren, weinig nuances. Wat betreft de Nahe Riesling: iets slanker dan de Steenberg-wijnen, iets hoger in de zuren, duidelijk anders. Maar niet ‘beter’ of ‘slechter’.
Domein Steenberg in Epen is eigendom van de broers Marc en Luc Creusen; zij maken wijn die zij onder andere schenken in het hotel dat Luc leidt. 2016 was het eerste jaar waarin zij een Riesling op de markt brachten. In totaal staan er slechts 700 stokken riesling aangeplant. De bodem van hun wijngaard wordt gekenmerkt door silex.
Groep 3 – Wijndomein Aldeneyck
Mijn buurman had zich tijdens het proeven van deze flight opvallend stil gehouden, terwijl we het de andere flights vaak roerend eens waren. Dat had me moeten waarschuwen: het bleken Karel Henckens eigen wijnen, van het Belgische wijnhuis Aldeneyck, in de Maasvallei. Wijnen van 2016, 2017 en 2018 stonden naast de Eins Zwei Dry 2017 van Leitz uit de Rheingau en de Vom Kalkstein 2018 van Wittmann (Rheinhessen). Voor mij was er één wijn die er met kop en schouders bovenuit stak: de Aldeneyck Riesling 2017, gekenmerkt door een ongelooflijke vrolijkheid, frisheid, noem maar op. Een glas waar ik naar terug bleef gaan, en nog eens, en nog eens… Grapefruit, steenfruit, tonic bittertje. Ook de 2016 kon me enorm bekoren: zeer verleidelijk en toegankelijk. Een instap-Riesling, zeg maar. Henckens vertelde dat hij voor deze 2017 in allerijl machinaal had geoogst, en dat hij de druiven door omstandigheden een nacht maceratie had gegeven. Dat mag vaker zo fraai uitpakken!
Samen met wijngoed Thorn aan de Nederlandse kant van de Maas is Aldeneyck de aanvrager van de BOB Maasvallei. Het door de rivier afgezette grind in de bodem geeft de wijnen een duidelijke signatuur, die later ook weer bij de wijnen van Thorn naar voren zou komen. En in die van wijnhuis Thilesna, dat hierna aan de beurt is. Dat ‘particularly geographically expressive’ van de definitie in Wine Grapes kwam in deze wijnen in ieder geval duidelijk naar voren, wat mij betreft. De kalksteen van de Wittmann-wijn bood een net iets anders karakter: wat strakker, rechtlijniger, meer ingetogen.
Groep 4 – Wijndomein Thilesna
Opnieuw wijnen uit de Maasvallei in deze flight: wijndomein Thilesna 2016, 2017 en 2018 stond er naast Le Cecche Riesling 2015 (Langhe, Italië) en Watervale Riesling 2018 van Richard Hamilton (Clare Valley, Australië). De wijn die er in deze flight voor mij uitsprong was het tankmonster van Thilesna 2018. Een vrolijke, speelse wijn, met een open karakter, vol grapefruit en citrus. Maar ook de beide andere jaargangen van dit jonge wijnhuis mochten er zijn, met hun mooie zuren en warme, rijpe fruit. Ook hier spelen het grind onder het zand en het leem van de oude Maasafzettingen weer hun rol in het karakter van de wijn. De Australische wijn uit de Clare Valley, met leembodems, bevond zich naar mijn mening in dezelfde liga, met een vergelijkbare vrolijkheid, mooie fruittonen en sappig karakter. Een enorm compliment voor het Belgische wijnhuis van Johan Jacobs in Dilsen, dat pas in 2016 zijn eerste Riesling bottelde. In Clare Valley staat Riesling al sinds de 19e eeuw!
Groep 5 – Apostelhoeve
Maar liefst zeven wijnen in een flight: vier van de Apostelhoeve, drie buitenlanders. Naast Apostelhoeve 2016, 2012, 2008 en 1999 stond Fronholz 2007 van Domaine Ostertag (Elzas), Muenchberg 2007 ook van Domaine Ostertag en Riesling Terrassen 2017 van Brundlmayer (Kamptal, Oostenrijk). Geen kleine jongens, de wijnen van het bio-dynamisch werkende Ostertag en het Oostenrijkse huis Brundlmayer. Het wordt misschien een beetje afgezaagd, maar ook hier was op basis van kwaliteit weer zo goed als niet te zeggen wat laaglands was en wat niet. Een Brundlmayer naast een Apostelhoeve uit hetzelfde jaar (2016) geeft verschillen, zeker. Maar daarbij is er voor ieder wat wils. Hou je van een iets frissere stijl, dan koos je voor de Apostelhoeve. Wil je het strakker en misschien een fractie gerijpter? Dan koos je voor de Brundlmayer. Maar opnieuw: met beter of slechter heeft dat niets te maken. Het zelfde gold voor de 2007 wijnen van Ostertag naast een Apostelhoeve 2008. Eerlijk gezegd heb ik bij de Apostelhoeve 2008 geschreven: beste van de serie… Vooral de mineraliteit van de wijn (löss boven mergel op de Louwberg) kwam hier mijns inziens goed naar voren.
Mathieu Hulst benadrukte na afloop van deze flight nog eens dat voor hem de Riesling ook echt op de beste en warmste percelen moet staan. En dat is dus gewoon zo op de Apostelhoeve!
Groep 6 – Wijngoed Thorn en Gloire de Duras
Opnieuw zeven wijnen: vier van Wijngoed Thorn (2013, 2015, 2016 en 2017) aan de Maas, twee van Gloire de Duras (2018) in de Belgische Haspengouw en een Elzasser, Bollenberg 2014 van Valentin Zusslin, een bio-dynamisch huis. Verrassend én aangenaam was de kennismaking met de twee wijnen van Gloire de Duras, beide uit hetzelfde jaar (2018). Wijnmaker Peter Nijskens kon helaas niet zelf aanwezig zijn, maar liet een fraai visitekaartje achter. De druiven van de zuivere en fruitige Riesling Clos de Duras 2018 komen van een speciaal perceel met veel zand in de bodem, in de schaduw van het kasteel van Duras. De Cuvée Classique 2018 van hetzelfde huis ervoer ik als vrij zoet, met tonen van oranjebloesem. Of de Bollenberg 2014 van Zusslin helemaal goed paste in deze serie is lastig te zeggen. In ieder geval was deze wijn breder en zilter dan de wijnen van Thorn en Gloire de Duras; hij had duidelijk een anders karakter. De wijnen van Wijngoed Thorn, opgericht in 2001 door Harry Vorselen, waren vol en rijk, met mooie gerijpte tonen van honing en thee in de 2013 en exotisch fruit in de 2016. Mijn favoriet in deze serie: Thorn 2017, met zijn verleidelijke geur, vleugje botrytis, mooie bitters en grapefruittonen. Het was de laatste wijn van deze serie én van de proeverij van droge wijnen. Een fijne wijn om mee af te sluiten!
Groep 7 – het toetje
Tot slot volgden de Cuvée Speciale 2018 van Gloire de Duras en de Mellifluous 2018 van Eva Fricke (Rheingau), beide lichtzoete wijnen. En zelfs in deze laatste flight bleek het weer: ook laaglandse wijnmakers beheersen het spel van zoet en zuur, de balans die voor lichtzoete wijnen zo belangrijk is. Fijn!
Aan het slot
Enigszins uitgeput leunden we na 38 wijnen achteruit. Onze dag was slechts onderbroken geweest door een uitstekende lunch bij Café Prix de Rome, en we hadden zeer geconcentreerd geproefd, gespuugd en beschreven. We verschilden af en toe van mening over de kwaliteiten van een individuele wijn, soms laaglands, soms buitenlands. Maar we waren het er met zijn 16-en roerend over eens: de geproefde Nederlandse en Belgische Rieslings hebben dezelfde kwaliteiten als de Rieslings uit bekende productiegebieden. Veel van onze eigen Rieslings vertonen duidelijk terroir-kenmerken, toch een teken van de betere Riesling. Een onderscheid in Lage Landen of ander land was op basis van kwaliteit zo goed als niet te maken, en geen moment kon ik aanwijzen: ‘Oh, maar dat is er eentje van bij ons’. Niet in positieve, noch in negatieve zin. Wel zal in de toekomst het karakter van Riesling uit de Lage Landen mogelijk duidelijker te herkennen worden voor geoefende proevers: de wijnen zijn over het algemeen rond en breed en hebben veel fruittonen. De strakheid van de leisteenbodems van de Moezel zul je in Nederland en België niet vinden.
Over prijzen heb ik het nog niet gehad. Die liggen voor de Nederlandse en Belgische wijnen tussen de 12 en 15 euro. De meeste geproefde buitenlandse wijnen gaan daar, soms ver, overheen. In individuele gevallen misschien gerechtvaardigd, maar eerlijk gezegd is mijn conclusie dat Nederlandse en Belgische Riesling in veel gevallen te bescheiden is geprijsd, en dat daar best wat aan mag veranderen. De enige goedkopere buitenlandse wijn, de Stuber van de eerste flight, kostte 8 euro. Deze wijn had ik bewust meegenomen, om te zien hoe wijnen uit Nederland en België het deden tegenover goedkopere Riesling uit de Elzas. Conclusie: ze gaan daar glorieus overeen, stuk voor stuk!
Wat moet ik er nog meer over zeggen? Ik zou je aanraden: ga op verkenning in België en leer die prachtige Rieslings kennen. Neem vakantie in Limburg, en geniet van onze vaderlandse kwaliteitswijnen. Succes gegarandeerd! (Maar let op: de voorraden zijn héél klein, dus wees er snel bij.)
Meer lezen over de Riesling Tafel?
Op Anne-Wies.nl, een sfeervol verslag door Thijs Akkerman
Op Vrienden van de Riesling, door Marc Roovers
Meer verslagen zullen volgen en worden tzt toegevoegd.