Eerlijk is eerlijk: voordat ik onlangs een weekend in Ayl, aan de Saar, doorbracht, had ik slechts een vaag idee van het bijzondere van de wijnen daar. Ik wist dat ze tot de Moezelwijnen worden gerekend bijvoorbeeld. Maar welke beroemde wijnmakers er nu precies wijnen maakten, eigenlijk geen idee. Namen als Egon Müller en Van Volxem kende ik, maar dat zij in de Saar gevestigd waren, dat wist ik dan weer niet. En pas toen we bij Weinhotel Ayler Kupp een glas wijn in het zonnetje dronken, en ik het etiket zag, viel het kwartje. Deze wijnen had ik eerder op, maar nooit de link met de Saar gelegd. Helaas allemaal een teken van de onbekendheid van de Saar als wijngebied, zelfs bij iemand die toch al heel wat jaar semi-professioneel met wijn bezig is.
En dan te bedenken dat Saar Rieslings rond 1900 tot de top van de wereld behoorden. Voor Rieslings betaalden liefhebbers in New York en St. Petersburg hogere prijzen dan voor bordeauxs, en van die Rieslings waren Saar Rieslings vaak de gewildste. Roman Niewodniczanski van Van Volxem liet ons tijdens ons bezoek aan zijn bedrijf een aantal wijnkaarten zien waarop dat duidelijk te lezen is. Een voorbeeld is deze wijnkaart van de Kaiser Keller in Berlijn uit 1902.
Ik was nieuwsgierig of voor Saar Rieslings ook in Nederland relatief hoge prijzen werden betaald. En vond inderdaad een aantal prijslijsten in mijn archief die hetzelfde beeld lieten zien: hoge waardering voor Saar Rieslings halverwege de jaren ’20 van de 20ste eeuw. Allereerst een prijslijst van rond 1925 van Van Gils in Utrecht, een slijterij op de Nachtegaalstraat. De Scharzhofberger, een beroemde wijnberg in Wiltingen aan de Saar, is de duurste van de Moezel en Rijnwijnen.
Poortman en Van Hoorn, voorlopers van het huidige Van Wageningen en de Lange, hadden in 1926 een Canzemer Sonnenberg en een Oberemmeler Rosenberg op de lijst staan, onder de Moezelwijnen. Ook deze Saar Rieslings zaten in het hoogste segment. Er is geen bordeaux duurder dan de Canzemer. Alleen bourgognes zijn duurder.
In 1930 waren bij Stadswijnkelder Finjé, ook in Utrecht, maar enkele bordeauxs duurder dan de Saar Rieslings, die een aparte plaats op de prijslijst kregen.
Waarom zijn deze wijnen zo in de vergetelheid geraakt? Waar ligt die onbekendheid aan? De Tweede Wereldoorlog was zeker een waterscheiding: de ellende die deze tijd met zich meebracht had ook groot effect op de Duitse wijnbouw. Na de oorlog wilde de consument bovendien goedkope, wat zoete wijnen. Vervolgens namen het wijngaardareaal op vlakke en makkelijker te bewerken percelen én de opbrengsten in de jaren ’50 en ’60 enorm toe, met als gevolg groot kwaliteitsverlies. Maar veel funester nog voor de steile hellingen langs Moezel en Saar, die nauwelijks met een hoger rendement bewerkt konden worden, waren de ruilverkavelingen uit diezelfde jaren en de invoering van de Wijnwet van 1971. Hoe dat bijvoorbeeld voor Ayl in zijn werk ging, las ik in een map met historische informatie die bij Weingut Peter Lauer in het proeflokaal ligt. Eeuwenlang werden de percelen die in de omgeving van het dorp liggen met verschillende namen aangeduid: Rauberg, Sonnenberg, Feils, Neuberg, Ayler Kupp, bijvoorbeeld.
De grote Saar-wijnen van rond 1900 waren allemaal op dergelijke perceelnamen gebaseerd. Tijdens de ruilverkaveling en helemaal na de invoering van de Wijnwet van 1971 verdwenen die namen grotendeels, en daarmee ook de mogelijkheid om kwaliteit op de fles aan te geven. Alleen aan de hoeveelheid suiker in de druiven bij de oogst werd vanaf 1971 de ‘kwaliteit’ van een wijn afgemeten; het herkomstbeginsel werd volledig uitgehold. De introductie van zogenaamde Grosslagen was een ramp: alle wijnen uit Ayl mochten nu op de markt gebracht worden als Ayler Kupp. De naam van het beste perceel was de naam geworden van een Grosslage, een veel groter gebied dat ook tal van mindere percelen omvatte. Het vertrouwen in Duitse wijn stortte in. Dit gebeurde door heel Duitsland, maar uiteraard leden de grote namen van de Moezel en Saar daar relatief veel sterker onder. Gelukkig kwam de tegenbeweging ook al snel op gang. Wijnhuizen aangesloten bij de VDP bijvoorbeeld kwamen met een eigen classificatie, weer gebaseerd op herkomst en de kwaliteit van de verschillende percelen. Zij hanteren al enige tijd een indeling in Gutsweine, Ortsweine en echte (Grosse en Erste) Lageweine (wat iets heel anders is dat een wijn uit een Grosslage!) Deze indeling is nu ook opgenomen in de nieuwe Duitse wijnwet, die in 2021 is goedgekeurd en bindend is vanaf 2026. (Wil je meer lezen hierover, kijk dan in het boek Wijnland Duitsland of op de website van het Deutsche Weininstitut).
Dankzij de inspanningen van vele ‘tegendraadse’ en kwaliteit-gedreven individuen zijn Saar Rieslings weer zeer gewild. Edelzoete Rieslings van wijnhuis Egon Müller behoren inmiddels weer tot de duurste van de wereld. De kans daarvan een glaasje te proeven is voor de gewone sterveling al nauwelijks meer weggelegd. Maar voorlopig zijn de ‘gewone’ Guts- Orts- en Lageweine uit de Saar betaalbaar en van zeer hoge kwaliteit, dus mijn advies: leer ze kennen en ga ervan genieten!