De Griekse eilanden Santorini en Kreta lijken op het eerste gezicht weinig gemeen te hebben. De zwarte lavabodems en witte huisjes van Santorini staan in groot contrast met het rijke groen van de Kretenzische heuvels en bergen. Santorini is klein, Kreta is groot. Maar in andere aspecten zijn er juist veel overeenkomsten. Zo kennen beide eilanden een lange wijngeschiedenis die vooral duidelijk wordt vanaf de Minoïsche tijd, tussen 3300 en 1200 voor het begin van onze jaartelling. Beide eilanden hebben verder een enorme en verrassende rijkdom aan oude druivenrassen die verder nauwelijks elders te vinden zijn. Veel van die druivenrassen dreigden eind 20ste eeuw te verdwijnen, maar dankzij de inspanningen van diverse individuen zijn er al weer vele van de ondergang gered. Over die druivenrassen vertel ik een andere keer meer, nu duik ik in de Minoïsche wijn.
Van oost naar west
Nadat de wijnbouw rond 6000 voor Chr. ontstond in Georgië, Armenië en Oost-Turkije, verspreidde de drank en de teelt van druiven zich langzaam door de millennia heen naar het westen. Via de eilanden in de oostelijke Middellandse Zee bereikte de godendrank uiteindelijk Italië, Spanje en Zuid-Frankrijk. Cyprus, Kreta en de Cycladische eilanden, waaronder Santorini, waren belangrijke tussenstations voor de groei van de wijnbouw.
Het is vooral door archeologische opgravingen dat we meer over de vroege wijnbouw op Kreta en Santorini weten. De archeologische opgravingen van Akrotiri (Santorini) en Knossos (Kreta) bijvoorbeeld zijn twee van de bekendste vindplaatsen van de Minoïsche cultuur. Deze cultuur ontleent zijn naam aan Minos, de legendarische koning die onder zijn paleis in Knossos in een labyrint een monster, de minotaurus, gevangen hield.
Santorini
Bij mijn vakantie op Santorini begin september had ik de gelegenheid zowel de daadwerkelijke opgraving van Akrotiri als het prachtige bijbehorende museum in de hoofdstad van Santorini, Fira, te bezoeken. Beide locaties vullen elkaar prefect aan. Onder de vondsten uit Akrotiri, een stad die vlak voor de grote vulkaanuitbarsting van 1645 voor Chr. verlaten werd en daarna eeuwenlang niet meer bewoond, vallen behalve de wereldberoemde fresco’s ook de aardewerken containers op, bestemd voor opslag van levensmiddelen. Hoewel op de fresco’s geen druiven of drank te zien zijn, staan op een aantal vaten heel duidelijk trossen druiven afgebeeld. Er wordt aangenomen dat het eiland toen ook wijnbouw kende. Wijn hebben ze in Akrotiri dan ook zeker gedronken. Opvallend genoeg staat op het aardewerken vat dat ik zag ook graan. Zouden de Minoërs behalve pure wijn ook ‘prehistorische grog’ gemaakt hebben, zoals Patrick McGovern het noemt, vroeg ik me af? Voor dit alcoholische drankje werden zowel graankorrels en druiven als kruiden gebruikt. McGovern vond sporen daarvan in aardewerk zowel in het Midden-Oosten als in metalen ketels in Scandinavië.
Hoewel Akrotiri zelf niet meer bewoond werd en het eiland sinds 1645 voor Chr. overdekt was met een dikke laag lava, kwamen er wel weer mensen naar Thira (de oorspronkelijke naam van Santorini). Rond 1300 voor Chr. brachten de Phoeniciërs onder andere wijnstokken naar het eiland, die daar sinds die tijd opnieuw tot bloei kwamen.
Kreta
Op Kreta vonden de archeologen uit de Minoïsche tijd persbakken en lage terracotta vaten met tuitjes, waarin ook druiven werden getreden. En veel kleitabletten en zegels met teksten in twee schriften, Lineair A en Lineair B. Deze schriften maken gebruikt van ideogrammen, tekeningetjes, om begrippen aan de duiden. Lineair A is nog nauwelijks ontcijferd, maar een verwant schrift, Lineair B, is dat wel. Dit schrift werd tevens gebruikt door de bewoners van Mycene op het Griekse vasteland. Een ideogram dat in beide schriften voorkomt is dat voor ‘wijn’. Uit bestudering van het gebruik van dit ideogram hebben onderzoekers kunnen afleiden dat wijn voor de economie van de samenleving op Kreta van relatief groot belang is geweest. Het werd geproduceerd op het eiland door boeren, en aan de elite in het paleis geleverd. Het is overigens niet bekend hoe ideogrammen van het Lineair A uitgesproken zijn. Voor Lineair B, dat behalve ideogrammen ook tekens heeft voor lettergrepen, is er wel een koppeling met klanken uit een gesproken taal, een heel vroege vorm van Grieks.
Zoete wijn?
Helaas is weinig bekend over de aard van de wijn uit die tijd. Waarschijnlijk was wijn die verhandeld werd of langer bewaard moesten worden in ieder geval zoet. Die zoete wijnen werden vooral verkregen door de druiven eerst te drogen, zoals dat nog steeds met onder andere vin santo en veel andere zoete wijnen in Griekenland gebeurt. Dankzij de kleitabletten met Lineair A en B weten we wel dat wijn een drank was voor de elite. Wijn speelde een rol bij initiatieriten en het drinken van wijn was een uiting van beschaafd gedrag, stellen de onderzoekers. Archeologische vondsten uit dezelfde tijd leverden ook tal van kostbaar drinkgerei op, vooral in aardewerk, maar ook soms in goud.
Druivenrassen
Op Kreta hoorde ik het verhaal dat aangetoond zou zijn dat de wijn in de Minoïsche tijd gemaakt geweest is van de druivenrassen dafni en plyto, druivenrassen die sinds kort een revival beleven. Ik heb van dit verhaal echter geen enkele bevestiging gevonden, en het lijkt me ook hoogst onwaarschijnlijk. Om druivenrassen die nu bekend zijn terug te kunnen voeren op een tijd zo lang geleden moet er DNA-onderzoek gebeurd zijn aan overgeleverde druivenpitten. Een dergelijk onderzoek naar pitten waarbij dafni of plyto is aangetoond, heb ik na veel speuren nergens kunnen achterhalen, als het al mogelijk zou zijn met zulke oude druivenpitten. Vaak zijn ze verkoold, wat DNA analyse sterk bemoeilijkt of onmogelijk maakt.
De Minoïsche cultuur raakt echter in ieder geval een snaar bij de wijnmakers op Kreta. Stelios Klados van Klados Winery in de omgeving van Rethymno liet zich door de oude Minoërs en het Lineair B inspireren om een wijn te maken met de naam ‘wi-nu-ma-ta-ri’: wijn gewijd aan moeder natuur. Het label toont niet het wijn-ideogram uit Lineair A en B, maar een aantal tekens voor lettergrepen. In de lettergrepen ‘wi-nu’ is natuurlijk duidelijk het woord ‘wijn’ te herkennen. Klados maakte de stevige rode wijn van de druivenrassen kotsifali (40%), syrah (30%) en liatiko (30%). Minoïsche wijn in een heel modern jasje!
Meer lezen over Minoïsche wijngeschiedenis? Een goede tip is The Origins and Ancient History of Wine, onder redactie van Patrick McGovern, Stuart J. Fleming en Solomon H. Katz, 1996. Beschikbaar als ebook.