Hoewel het vulkanische Santorini, een van de Cycladische eilanden in de Egeïsche Zee, per jaar miljoenen toeristen trekt, zullen er maar weinig bezoekers speciaal voor de wijn komen. De zee, zon en fotogenieke witte huisjes op de rand van de vulkaankrater trekken deels glamourtoeristen uit de hele wereld, deels cultuur- en natuurliefhebbers. Maar als al die toeristen – vaak ook aangeleverd door grote cruiseschepen die slechts één nacht voor anker gaan – op het eiland één goed glas wijn drinken, is dat al een belangrijke bron van inkomsten voor de circa 40 producenten van het eiland.
Begin september hield ik vakantie op Santorini, en zette mijn verblijf daarna voort tijdens een wijnreis van de Verenigde Vinologen Nederland. Zowel tijdens mijn vakantie als tijdens de 30 uur die we met de VVN op het eiland bleven, bezocht ik diverse wijnmakers. Als inleiding op een aantal van die wijngaardbezoeken allereerst een korte karakterschets van Santorini als wijneiland.
Dreiging van toerisme
In totaal kent Santorini ongeveer 1200 hectaren wijngaard; aan het begin van de 20ste eeuw was dat echter nog 4500 hectare. Huidige bedreiging is de uitdijende toeristenindustrie, met altijd behoefte aan meer hotels, pensions en vakantiewoningen. De wijngaarden zijn slechts ten dele in bezit van de producenten. Van ouds heeft iedere familie een eigen perceeltje, om zelf wijn van te maken; tegenwoordig worden de druiven daarvan vaak verkocht aan de grote producenten. Wijngaarden tref je dus bijna overal op het eiland, dat slechts 30 km lang en maximaal 10 km breed is. Van ouds is Santorini, of Thira, zoals het eiland in het Grieks eigenlijk heet, beroemd om zijn zoete vin santo. Vooral de Venetianen, die het eiland noemden naar de heilige Irene of Irini, speelden van de middeleeuwen tot in de zeventiende eeuw een belangrijke rol in de productie en handel van de wijn. Later, onder Ottomaanse heerschappij, waren Egypte en Rusland belangrijke afnemers van de zoete wijnen. Overigens gaat de wijngeschiedenis van het eiland veel verder terug. Daarover schreef ik vorige keer, over de wijn uit de Minoïsche tijd.
Assyrtiko
Sinds een aantal decennia is Santorini onder wijnliefhebbers echter wereldberoemd om zijn droge Assyrtiko’s, krachtige witte wijnen van het druivenras assyrtiko met een kenmerkende mineraliteit en stevige zuren. De bodems op het eiland, ontstaan door diverse vulkaanuitbarstingen, bestaan uit lava, as en steen. Behalve de olijfboom en de wijnstok is er weinig andere vegetatie. Het gebrek aan organisch materiaal in de bodem heeft ervoor gezorgd dat phylloxera nooit een kans heeft gekregen (dit in tegenstelling tot Kreta, waar phylloxera nog in de jaren ’90 van de vorige eeuw keihard toesloeg). Er is dan ook nooit herplant en de stokken op Santorini kunnen letterlijk eeuwenoud zijn. Op het eiland worden leeftijden van wel 500 jaar genoemd! Bovendien zijn veel druivenrassen uniek voor Santorini. Internationale druivenrassen zijn er wel, maar zeer beperkt en pas in de afgelopen decennia geïntroduceerd als experiment, zoals door de bekende wijnmaker Paris Sigalas.
Oude stokken
Die oude stokken zijn overigens een bezienswaardigheid op zich. De groei- en snoeiwijze is namelijk volledig op de bijzondere weersomstandigheden op het eiland aangepast. Altijd waait er een stevige wind, er is weinig regen (in 2021 was er tot ons bezoek op 6 september nog geen druppel gevallen) en heel veel zon. De zomers zijn heet, de winters mild. De ranken van de wijnstokken worden traditioneel laag bij de grond in een mandvorm geleid en gesnoeid, waarbij een natuurlijke bescherming tegen de wind wordt gecreëerd. Deze snoeiwijze staat bekend als kouloura. De stokken mogen bovendien alleen door afleggen vermeerderd worden. Het belangrijkste vocht voor de planten is afkomstig van zeenevel in de ochtend, die zowel in de bodem als in het mandje vastgehouden kan worden. Irrigeren is vooralsnog verboden; alleen planten jonger dan 5-6 jaar mogen geïrrigeerd worden. Gezien de huidige klimaatontwikkelingen wordt er echter door de wijnmakers op Santorini gestreefd naar aanpassing van dat verbod.
Hoewel de lavabodems vrij uniform zijn, is er de laatste 6 jaar op het eiland ook steeds meer aandacht voor het terroir van de verschillende dorpen. Daarbij spelen hoogte en beschutting tegen de wind een belangrijke rol. Inmiddels hebben zich een aantal dorpen met specifieke terroirkenmerken uitgekristalliseerd. Meer daarover is onder andere te lezen in het fraaie boek dat Master of Wine Yannis Karakasis recent publiceerde, The Wines of Santorini. [link naar website Yannis Karakasis]
Hoewel de wijnproducten allemaal wel Assyrtiko produceren en velen ook vin santo, heeft ieder wijnhuis toch zijn eigen karakteristieken en aanpak. Sommigen onderzoeken het potentieel van de overige bijzondere druivenrassen, anderen experimenteren met vergistingsvaten, met spontane vergisting etc… In een volgende verhaal vertel ik iets meer over die wijnhuizen.