Vandaag is het St. Maarten, en vanavond zullen er bij ons in Utrecht weer groepjes kinderen langs de deur komen met lampions en liedjes. De bedoeling is dat ze er iets lekker voor krijgen, voor die aandoenlijke liedjes.
Wat heeft St. Maarten met wijn te maken, vraag je je misschien af? Tegenwoordig niet veel meer, of je moet vanavond een lekkere pan bisschopswijn willen maken.
In de Middeleeuwen alles, en zeker in Utrecht. Want vanaf St. Maartensdag, 11 november, mocht de nieuwe wijn verkocht worden en was er eindelijk weer eens iets fatsoenlijks te drinken. Er werd op de dag van de patroonheilige van de stad ook gefeest op de St. Maartenskermis, waarbij al het ‘lagere volk’ zich eens lekker kon bezatten.
Van stadswege werd er die dag wijn uitgedeeld, onder andere aan de schutters van de schutterij en aan de stadsspeellieden. Waarschijnlijk hielden de schutters die dag een wedstrijd of oefening. Het ging niet om kleine hoeveelheden wijn: de schutters kregen ieder een take, 4,25 liter, de oversten en de koning van de schutters een dubbele hoeveelheid. Speellieden, hoornblazers en torenwachters moesten het doen met slechts 0,85 liter, net iets meer dan een twintigste-eeuwse fles.
Ook de geestelijken kregen wijn die dag: de kelderbewaarder van het Domkapittel deelt in 1532 ‘in festo Martini’ drie aam wijn uit aan de veertig kanunniken van de Dom: dat is zo’n 12 liter per persoon. We zullen er maar van uitgaan dat dat voor het hele huishouden van de kanunnik was, personeel en al.
Overigens moest die wijn vaak wel buiten, op de werf, bewaard worden: de inhoud was soms nog niet helemaal uitgegist, opslag in de kelders bracht het gevaar van ontploffing en schade met zich mee. Het transport van die vaten was dan ook een riskante onderneming, want de vaten konden niet helemaal afgesloten worden Er was bij een levering van wijn dan ook altijd wel een extra vat wijn nodig, om de verloren gegane hoeveelheden in de andere vaten aan te kunnen vullen. Er moest tenslotte zo min mogelijk zuurstof bij de wijn komen, om niet al heel snel azijn te hebben.
In het Museum Catharijneconvent is nog een schilderij van zo’n St. Maartenskermis overgeleverd. Let op de wijnton met de stadskleuren, en op de vlag op die ton. Hing de vlag uit, of de hoepel, boven de deur van een wijnkelder, dan betekende dat dat een herbergier een nieuw vat ging aanslaan, en dat er die avond weer ‘verse’ wijn te genieten viel.
Let op ook St. Maarten links op de afbeelding, die zijn mantel doorsnijdt voor de bedelaar.
Foto: Museum Catharijneconvent, St. Maartenskermis, olieverf op doek, Pieter Balten, eind 16e eeuw.
maarten zegt
Meer nog, mijn naamgenoot, of zijn ezel althans, zou het snoeien hebben uitgevonden!
St.-Maarten bond zijn ezel vast, om ergens iets te gaan drinken… dat drinken liep nogal uit, en de ezel kreeg honger. Die begon daarop de bladeren van de wijnstokken in de buurt op te knabbelen. Men merkte later dat de druiven aan deze ranken veel rijper werden…
Mariëlla zegt
Ja, dat verhaal ken ik ook. Leuke toevoeging nog Maarten, dank je.