Hoewel ik tegenwoordig vooral een liefhebber ben van witte wijn, blijf ik natuurlijk ook geïnteresseerd in rood en rosé, vooral van minder bekende druivenrassen. Gelukkig trof ik dergelijke druivenrassen ook in Südtirol: rode wijnen zijn daar veelal gemaakt van de lokale druiven vernatsch (schiava) of lagrein.
St. Magdalener
Vernatsch is het hoofdbestanddeel (85%) van St. Magdalener-wijnen, waarvan ik talloze mooie voorbeelden proefde. Ik denk bijvoorbeeld aan drie schitterende wijnen die ik samen met Christine Mayr proefde bij restaurant Eberle: Pfannenstiel Hof 2013, Franz Gojer 2013 en Fliederhof 2013. We maakten combinaties van deze wijnen en twee kleine gerechtjes: rundertartaar en spaghetti met verse roomkaas. Bij de rundertartaar kwam het fruitige van de Pfannenstiel mooi tot uiting, bij de spaghetti ging onze voorkeur meer uit naar nummer drie, de Fliederhof. Een iets zwaardere St. Magdalener, Ansitz Waldgries 2013, proefden we bij Tiroler Geröstel: spek, aardappel en cantharellen. Heerlijk, dit gerecht en de complexe wijn, met veel fruit, vol en donker van kleur. Met dergelijke voorbeelden is het niet moeilijk te geloven dat St. Magdalener in de jaren dertig van de twintigste eeuw net zo beroemd was als Barolo en Brunello!
Lagrein en Kretzer
Ook onderdeel van de St. Magdalener zijn lagreindruiven. Ze mogen maximaal 15% deel uitmaken van de assemblage. En naast lagrein mag ook blauburgunder (pinot noir) onderdeel van die 15% zijn. Lagrein werd vroeger vooral toegevoegd om St. Magdalener kleur te geven. Lagrein-wijnen hebben de laatste veertig jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Tijdens ons bezoek aan de Unterganzerhof in Kardaun, sinds 1629 eigendom van de familie van Josephus Mayr (geen familie van Christine) hoorden we dat tot de jaren zeventig eigenlijk alle lagrein als rosé werd gevinifieerd. Dit type wijn is er nu nog, en wordt Kretzer genoemd. Daarnaast was er in vroeger tijden de zogenaamde Bauerlagrein, boerenwijn dus, veel donkerder, maar niet erg gewaardeerd. Vaak was die alleen bedoeld voor eigen consumptie. Tot consumenten in de jaren zeventig steeds meer interesse kregen in wijnen met een diepdonkere kleur; sinds die tijd heeft de Lagrein zoals wij die kennen – donkerpaarsrood van kleur, stevig, heftige tannines en soms ook fors alcoholisch – het overgenomen van de Kretzer.
Lagrein-specialist Josephus Mayr
Josephus Mayr geldt als absolute Lagrein-specialist in Zuid-Tirol, en dat was te proeven ook. Naast de Kretzer 2013 proefden we diverse grootste voorbeelden. Maar eerlijk gezegd: ik had het best bij de Kretzer willen houden. Fris zuur van smaak, met een licht zoete impressie. Geurend naar bessen en aardbeien, en gemaakt van de rijpste druiven. Lagrein is een laatrijpende druif, die normaal tussen eind oktober en half november geoogst wordt. Een aantal gangen door de wijngaard om te selecteren is gebruikelijk op de Unterganznerhof. Van de rijpste, potentieel krachtigste lading druiven wordt sap afgetapt voor de Kretzer, volgens de methode die als saignée bekend staat. Soms rijpt de Kretzer op barriques, maar vaak ook op staal. Malolactische gisting is niet gewenst, om de zuren hoog en de wijn fris te houden. In februari wordt Kretzer gebotteld. Advies van Mayr: drinken bij vis, gerechten met spek, of bij een dessert met aardbeien. Kretzer is zeker ook een rosé die lang bewaard kan worden.
Naast Lagrein-specialist is Josephus Mayr ook pergola-goeroe. Een wijngaard met pergola’s onderhouden is veel meer werk, erkent Mayr. 700 manuren per jaar tegen 150 voor een wijngaard met guyot-geleide stokken. Maar de kwaliteit van de wijn is echt beter: lagrein woekert graag, en met de pergola-snoeiwijze kan die tendens beter in toom gehouden worden. Bovendien, gaat Mayr verder, ondanks het feit dat 50% van de trossen wordt verwijderd, levert een wijngaard met pergola’s toch meer op dan een wijngaard met guyot. En zo hadden we nog wel uren kunnen luisteren naar deze bevlogen wijnboer. Wij moesten echter naar ons diner, en Mayr werd verwacht bij de plaatselijke muziekband.
Muri-Gries
Gelukkig kon ik mijn net ontdekte liefde voor Kretzer een dag later verder voeden. Ook bij Klosterkellerei Muri-Gries is lagrein de belangrijkste druif, en ook daar mocht ik Kretzer proeven. Het klooster ligt in Gries, tegen Bozen aan, van welke gemeente het tegenwoordig deel uitmaakt. Tot de tijd van Mussolini lag Gries midden tussen de wijngaarden, vooral met lagrein. Deze sneuvelden echter toen de Duce een nieuwe woonwijk uit de grond liet stampen, om Italianen uit andere delen van het land te huisvesten. Südtirol/Alto Adige maakte toen nog niet zo lang deel uit van de Italiaanse republiek. Een van de weinige wijngaarden die Mussolini’s bouwdrang hebben overleefd, is die van het Benedictijner klooster Muri-Gries.
We worden in het klooster ontvangen door keldermeester Christian Werth, die met veel passie over de geschiedenis van de wijngaarden en het klooster vertelt. Zo enthousiast raakt hij, dat we zomaar ineens in een deel van de gebouwen rondkijken waar normaal geen bezoekers komen. In een prachtige ontvangstkamer van de abt bijvoorbeeld, en de met kleurrijke schilderingen versierde ‘Zwitserse’ kamer. En Herr Werth vertelt, en vertelt…. Over de 30 hectaren wijngaarden, de oude kloosterkerk die verbouwd is tot wijnkelder, over de boeren die druiven leveren, en over de veertien monniken die anno 2014 nog altijd voorzien worden van wijn én tafeldruiven uit de eigen wijngaarden. En over lagrein natuurlijk. Rode wijnen maken 85% van de productie van de Klosterkellerei uit; de overige 15% zijn wit. Bij de rode wijnen domineert Lagrein, met 80%. In de Klosteranger, de ommuurde wijngaard van 2,7 hectare bij het klooster, staat de beste lagrein van Muri-Gries. Herr Werth vertelt ook over het onderzoek dat er naar de lagrein-klonen wordt verricht, en over de talloze verschillende klonen in de ommuurde wijngaard. De oudste stokken, geleid op pergola’s, stammen er uit 1930.
Bij Muri-Gries leer ik ook waar de naam Kretzer vandaag komt: een ‘Kretze’ is een gevlochten mand waardoor vroeger het sap gezeefd werd, om dat te scheiden van de schillen. Ongeveer tien procent van de Lagrein-productie van Muri-Gries bedraagt Kretzer. Zeventig procent is gewone Lagrein, de overige twintig procent is Lagrein Riserva Abtei.
Mijn favoriete wijn bij Muri-Gries was de Kretzer, hoewel de Lagrein Riserva Abtei er ook mocht wezen. Maar de kruidige, pittige rosé was precies wat ik nodig had op dat moment: een lekker opkikkertje bijna aan het eind van een lange dag. We sloten ons bezoek af met een nipje Rosenmuskateller 2012, eveneens een specialiteit van het gebied. Vooral de kleur is opvallend, prachtig bruinrood. En aroma’s van rozen en rozijnen die je ook terugvind in de smaak. De druiven worden indien mogelijk gedroogd aan de stokken. Als dat door de weersomstandigheden niet lukt, wordt het fruit binnen te drogen opgehangen.
De wijnen van Klosterkelleri Muri-Gries worden geïmporteerd door Import Pasione Italia (Leiden), Sagra dell´Uva / Dolce Vita (Amsterdam) en Voerman Wijnen (Rotterdam).
Deze bijdrage besluit mijn reeks verslagen over wijn en wandelen in Zuid-Tirol. Onder leiding van Jeanet Bruining van Wijnwandeltochten liep ik samen met zes andere deelnemers een week lang door de wijngaarden en over de beboste hellingen van deze Noord-Italiaanse wijnstreek. Voor mijn verblijf ter plekke dank ik Südtirol Wein, de Südtiroler Weinstrasse, Südtirol Info en de stad Bozen voor hun bijdrage.