Wie in Nederland wijn wil maken, moet terdege rekening houden met het koelere en natte klimaat. Druivenrassen aanplanten die houden van zonnige oorden als de Middellandse Zee is niet aan te raden. Aansluiting zoeken bij de wijnbouwtradities en druivenrassen van Duitsland, Luxemburg en Noord-Frankrijk ligt meer voor de hand. In Nederland hebben de oudst gevestigde wijnboeren, in Brabant en Limburg, dan ook vooral gekozen voor klassieke rassen als auxerrois, pinot blanc, pinot gris, müller thurgau en riesling. Bedrijven die na 2000 zijn gestart, en dan vooral diegene boven de grote rivieren, hebben vaker de keuze gemaakt voor nieuw ontwikkelde druivenrassen, schimmelresistent(er) en vroegrijpend. De ervaring met die nieuwe rassen is nog pril, en de omgang in wijngaard en kelder moet nog groeien. Bovendien is de smaak van die nieuwe druivenrassen voor de gemiddelde wijnliefhebber vaak even wennen. Dat neemt niet weg dat er met nieuwe rassen inmiddels uitstekende wijnen gemaakt worden. Vooral johanniter en het vrij nieuwe ras souvignier gris zullen waarschijnlijk blijverdjes blijken. Ook solaris geeft boeiende wijnen, waarvan ik prachtige voorbeelden heb geproefd, al dan niet in een blend met johanniter.
Pinot Gris Tafel
Door de aandacht voor nieuwe rassen die niet bij iedereen in de smaak vallen, wordt Nederlandse wijn echter ook regelmatig zwaar bekritiseerd. Vooral onder consumenten leeft nog het idee dat Nederlandse wijn zuur bocht zou zijn, nauwelijks hun aandacht waard. Dat die bewering volkomen onterecht is, zowel voor wijnen van nieuwe rassen als voor die van klassieke, heb ik samen met Irene de Vette al proberen door te geven in Wijn van eigen bodem. De tijd van zuur bocht is grotendeels voorbij. Een vervelend neveneffect van die negatieve geluiden is echter dat de Nederlandse wijnen van klassieke rassen te weinig in de belangstelling staan. Gelukkig kon ik onlangs weer eens uitgebreid kennis maken met de kwaliteiten en mogelijkheden van zo’n klassiek druivenras: pinot gris. Op zondag 23 juli vond de zogenaamde Pinot Gris Tafel plaats. Tijdens deze bijeenkomst lieten zes wijnboeren uit Nederland en België hun Pinot Gris-wijnen proeven. De deelnemende bedrijven waren Aldeneyck (tevens gastheer), Bon Baron en Entre-Deux-Monts uit België en Thorn, De Wijngaardsberg en Apostelhoeve uit Nederland. Behalve de zes wijnboeren proefden ook een aantal wijnschrijvers en wijnliefhebbers uit beide landen mee. De wijnen werden blind geproefd, in zakjes die ook de vorm van de fles verborgen. Elke ronde bestond uit drie tot vijf wijnen, waarbij telkens Nederlandse of Belgische wijnen naast internationale benchmarks stonden.
Nederland en België versus de rest van de wereld
In ronde 1 bijvoorbeeld stonden Aldeneyck Pinot Gris 2016, 2015, 2014 en 2013 naast René Muré Côte de Rouffach 2014 (Elzas) en Cantina Terlano Pinot Grigio 2016 (Alto Adige). In al deze wijnen kwam het brede karakter van de druif goed naar voren, naast het licht tropische fruit en de kruidigheid, precies die dingen die je van een goede Pinot Gris verwacht. De Belgische wijnen vielen niet op als buitenbeetjes en konden zich volledig meten met de twee buitenlanders. Persoonlijk kende ik de wijnen van Aldeneyck nog niet, en ik was danig onder de indruk! In de volgende reeks stond het Nederlandse wijngoed Thorn centraal, met Pinot Gris 2016 en 2013 naast een Albino Armani Pinot Grigio 2015 (Veneto). Hier was voor mij de 2016 van Thorn de grote winnaar, met zijn bloemige aroma’s, impressies van drop en laurier, frisse zuren en een heel licht zoetje. De Pinot Grigio was daarbij vergeleken toch een wat schralere wijn.
Verschillende stijlen
Organisator Stefaan Soenen had een opbouw aangebracht in de wijnen die we zouden proeven: eerst proefden we de lichtere en frissere stijlen zonder malolactische fermentatie, daarna wijnen met malo, gevolgd door wat zwaardere wijnen, degene met wat meer restzoet, de houtgerijpte en tot slot de edelzoete. In totaal zouden zo 41 wijnen voorbijkomen. Elke reeks werd telkens in de hele groep besproken, waarbij de wijnboeren de gelegenheid kregen hun wijnen toe te lichten. Dat leverde boeiende gesprekken over zaken als terroir, onderstokken, klonen enzovoorts. Deze zes wijnboeren vonden het heerlijk informatie met elkaar te delen, en deden dat dan ook! Informatie delen gebeurde overigens niet alleen bij deze gelegenheid; uit alles bleek dat er ook door het jaar heen veel uitwisseling is. Zo hebben Karel Henckens van Aldeneyck en Harry Vorsselen van Thorn veel contact, aangezien zij zo goed als buren zijn. De wijngaarden van Thorn en Aldeneyck liggen op een steenworp afstand van elkaar, beide op de westelijke oever van de Maas, op licht glooiend terrein met leem en veel grind en kiezels. Beide wijnboeren vinden Pinot Gris een niet al te moeilijke druif, die vooral ook door het publiek gewaardeerd wordt. Dankzij ons koelere klimaat heeft Pinot Gris in zowel Nederland als België wat hogere zuren dan elders, wat hem drinkbaarder maakt dan loggere varianten uit zuidelijker streken. Diezelfde mooie zuren noteerde ik bijvoorbeeld ook bij De Wijngaardsberg Pinot Gris 2015, die het met gemak tegen een Nals Magreid Pinot Grigio (Alto Adige) uit hetzelfde jaar kon opnemen. Ik noteerde bij die wijn van De Wijngaardsberg: top, top, top. Ook de oudere Pinot Gris van De Wijngaardsberg mocht er zijn: de 2009, het eerste jaar dat Jules Nijst zelf zijn wijn maakte, vertoonde een prachtige ontwikkeling. Naast de Elzasser Clos Zwingel 2014 van Leon Boesch viel hij zeker niet weg.
In ronde 7 kwam de bekendste stijl van Pinot Gris in zicht: frisse wijnen met een beetje restzoet. In de beste exemplaren mag je hopen dat zuur en zoet goed met elkaar in balans zijn; in de Elzas, toch hét referentiegebied voor Pinot Gris, is dat lang niet altijd het geval. De diverse jaargangen van de Apostelhoeve konden echter aan die vereiste uitstekend voldoen. Zelfs naast een kwaliteitshuis als Trimbach hoeft Nederlands oudste commercieel actieve wijnhuis zich niet te schamen. Ook de meer door hout gekarakteriseerde Pinot Gris van de Apostelhoeve, bijvoorbeeld de 2015, geproefd naast een Kamptal Grauburgunder Reserve 2015 van Allram, verdiende zijn plek in de top. Het enige aanwezige Waalse wijnhuis, Château Bon Baron, had eveneens wijnen meegebracht waarbij de houtrijping kenmerkend is. Zij kregen onder andere een wijn van Dr. Heger uit Baden, Winklerberg Erste Lage 2014, tegenover zich, en voelden zij hierbij helemaal thuis! Jeanette van der Steen en haar man Pjotr waren zelf ook verrast hoe goed hun Pinot Gris 2008 zich ontwikkeld had. De elegante Bon Baron Pinot Gris 2014 was mijn favoriet in deze ronde. We sloten af zoals we begonnen waren, met wijnen van gastheer Karel Henckens. Dit keer waren het echter de houtgerijpte varianten, die allemaal indruk maakten. De Duitse Grauburgunder Feuerberg GG 2013 van Bercher was mooi, maar de Belgen konden er ook wat van. Het was werkelijk een genot met Wijndomein Aldeneyck kennis te maken.
Blends
Naast pure Pinot Gris was er een aantal blends, op verschillende momenten tijdens de dag geproefd. Een van mijn favorieten daar was de Entre-Deux-Monts Pinot Gris 2016, waarin ook auxerrois en chardonnay verwerkt waren. Vooral de frisse mix tussen citrus- en perziktonen beviel mij goed. Een andere prachtige blend was de XII van de Apostelhoeve, die in ons land al heel wat goede beoordelingen heeft gekregen. Edelzoete Pinot Gris van Aldeneyck en van Thorn, beide uit 2013, proefden we helemaal aan het eind, toen we al aan de thee, koffie en taart waren geschoven. Daarvoor hoef je ook al niet meer naar de Elzas, zo werd duidelijk!
Conclusie
Om een lang verhaal te gaan afronden: Pinot Gris bleek tijdens deze proeverij een geweldige druif voor Nederland en België! Vergeleken met wijnen van internationaal bekende en gewaardeerde producenten staan onze laaglandse wijnen van dit druivenras als een huis. In sommige gevallen zijn ‘onze’ wijnen zelfs beter: een uitkomst die we wel gehoopt, maar zeker niet verwacht hadden! Het slechte nieuws is echter dat er maar zeer beperkt pinot gris staat aangeplant: in beide landen samen rond de 30 hectare, met een iets groter aandeel in België dan in Nederland. Op de totale aanplant van zowel Nederland als België beslaat pinot gris zo’n 5 à 6%. Diverse wijnboeren maakten bij die aanplant nog een paar opmerkingen, die door de overige wijnboeren beaamd werden. Succesvolle teelt van pinot gris wordt de laatste jaren makkelijker gemaakt door de veranderingen in het klimaat, het stijgen van de gemiddelde temperaturen én nieuwe technieken en machines voor ontbladering. Zuid-Limburg is van oudsher even warm als Trier; 40 jaar terug zou pinot gris hier net als daar nét aan rijp geworden zijn, tegenwoordig lukt dat elk jaar goed. Wat betreft de ontbladering, ik vroeg er Jules Nijst nog eens expliciet naar: ‘De trossen van pinot gris zijn tamelijk compact. Vroeg ontbladeren is een relatief jonge techniek, die zorgt voor een lossere structuur van de tros en een betere belichting en beluchting van de bessen. Dat werkt erg goed tegen botrytis en is daarmee een belangrijke kwaliteitsmaatregel. Het is behoorlijk arbeidsintensief werk als je het met de hand doet, in een periode dat het toch al heel druk is. Veel boeren zagen er vroeger dan maar van af. Goede machines hebben de benodigde slagkracht gebracht.’
Ik vraag me bij deze opmerking af of pinot gris ook succesvol zou kunnen zijn in nog iets noordelijker streken? Waar het ook aan het opwarmen is? Wat zou er gebeuren als pinot gris op zuidelijke glooiingen aan de Veluwerand of in Gelderland zou worden aangeplant? In ieder geval op geschikte bodems, waarnaar eerst goed onderzoek is gedaan? Zou de ontbladeringsmachine daar ook kunnen helpen tegen schimmel en rot? Je zou hopen van wel, want meer Pinot Gris uit Nederland (en België), ik teken ervoor!
Met dank aan Stefaan Soenen, Jules Nijst en de gastvrijheid van Karel Henckens en Tine Linssen van Wijndomein Aldeneyck.