Het heeft een chique en duur imago, champagne. Voor mij had de gelijknamige wijnstreek dat ook altijd, totdat ik er onlangs eindelijk een weekendje naar toe ging. Gewoon, om eens kennis te maken, de sfeer op te snuiven en wat te ontspannen. En dat is uitstekend gelukt. Twee dingen vielen me op dat weekend: dat het imago van de wijn in groot contrast staat met de kneuterigheid én lieflijkheid van het landschap, en dat er een ongelooflijk verschil is in de verschillende champagnes die je er drinkt. Wat een nuances, wat een rijkdom! Voor de wijnliefhebber die ook toe is aan een (eerste) kennismaking met de Champagne, tien reistips!
- Natuurlijk besteed je minstens een halve dag in Reims, de oude Franse kroningstad. De Franse koningen werden eeuwenlang gekroond in de kathedraal, en een bezoek aan de regio is niet compleet zonder een bezoek aan deze indrukwekkende kerk. Kijk vooral naar de kunst in de diverse kapellen, en de glas-in-loodramen. De grote en beroemde roosvensters waren bij ons bezoek in restauratie, maar er was nog genoeg fraais te genieten. Zoals de ramen van Marc Chagall, bijvoorbeeld. Heb je aan één kerk niet genoeg, dan is de kerk van Saint Remi een volgende aanrader. Deze voormalige abdijkerk heeft bovendien een band met Nederland: de abdij had in de middeleeuwen heel wat landbezit in onze streken, waaronder de Wijngaardsberg in het Limburgse Ulestraten…
- Champagne wordt in Reims werkelijk overal geschonken, bij iedere bar of restaurant. Een goede plek om een leuk tentje voor de lunch uit te zoeken is in de omgeving van de Halles des Boulingrin, in het noordoosten van de oude binnenstad. Deze hallen herbergen een dagelijkse markt, met groenten, vis, vlees, kaas, brood. Kortom alles wat het leven in Frankrijk zo lekker Frans maakt. Romeinen-liefhebbers lopen even naar de nabijgelegen Porte de Mars. Hopelijk is hij binnenkort ontdaan van zijn steigers en doeken en weer in volle glorie te bewonderen.
- Natuurlijk bezoek je ook een wijnhuis in Reims. Liefst een met veel historie én kelders in de oude krijtgroeven, al in gebruik door de Romeinen. Bijvoorbeeld Pommery, waar je je kunt onderdompelen in 19e-eeuwse architectuur (met vooral ook de Villa Demoiselle) én moderne kunst. De huidige eigenaren hebben van de kelders (tenminste, dat deel dat voor bezoekers toegankelijk is), een ondergronds museum gemaakt, waar zowel wijnen rijpen als intrigerende kunstwerken te bewonderen zijn. Spreek wel op tijd een rondleiding af. Deze worden afgesloten met een kleine proeverij. Het is niet goedkoop, maar wel de moeite waard.
- Verlaat Reims niet zonder de bekende biscuits rose te proeven of kopen. Wij zouden deze tweemaal gebakken luchtige koekjes lange vingers noemen, al zijn ze iets breder én roze. Vroeger werden ze vaak bij champagne geserveerd, en het schijnt dat dat nog wel gebeurt. Ze smaken echter alleen bij de zoetere soorten, dus bewaar ze voor thuis, voor bij de thee.
- Voor een eerste kennismaken met de wijngaarden is de Phare de Verzenay een prachtig startpunt. Deze nep-vuurtoren, gebouwd begin twintigste eeuw door een slimme champagnehandelaar met marketing-inzicht, ligt op een helling van de Montagne de Reims en herbergt een interessant Ecomusée over het gebied en de wijn. Na afloop van je bezoek kun je diverse champagnes uit het dorp proeven, tegen schappelijke glasprijzen. Vanaf het kleine terras buiten heb je een fantastisch uitzicht, tot aan Reims toe.
- Een korte wandeling langs de grillig gevormde faux de Verzy is uitstekend om even iets heel anders te doen. De faux zijn grillig gevormde dwergbeuken, uniek in de wereld. Vlakbij is de beroemde Perching Bar, een bar hoog in een boomtop. Wij zijn er zelf niet geweest, maar het schijnt de moeite waard te zijn. De bar wordt met bordjes duidelijk aangegeven.
- Natuurlijk bezoek je ook het bloemrijke en pittoreske Hautvillers, waar de beroemde Dom Perignon zijn werk in de wijnkelders van de abdij verrichtte, en waar hij zijn laatste rustplaats heeft. Wandel door de wijngaarden rond het stadje via een van de gemarkeerde routes en lunch bij het vlakbij gelegen Au 36. Hier schenken ze je graag een vergelijkende serie champagnes, met bijpassende lokale gerechten. En je kunt de wijnen tegen ‘cellar door’-prijzen kopen. Ik vond er een uitzonderlijke champagne gemaakt met zeven (!) verschillende druivenrassen. Proeven bij de champagneboer kan in Hautvillers ook, zelfs op zondagochtend. Bijvoorbeeld bij Gobillard, tegenover de abdijkerk. Voor 5 euro schenken ze drie proefbeetjes. Het bedrag wordt in mindering gebracht als je een aantal flessen koopt. Bereid je wel voor op veel Nederlanders en Belgen: het is een populaire bezigheid van vooral Belgen om hier even wat te gaan proeven met een vriendengroepje of en famille.
- Vanuit de omgeving van Reims rij je over een prachtige weg dwars door de bossen naar Epernay, de hoofdstad van de champagne. Hier wandel je langs de Avenue de Champagne en vergaap je je aan de luxe panden van de champagnehuizen. Doe dat niet op een zondag (zoals wij), want dan is het een verrassend doodse boel. Bewonder de fin-de-siècle architectuur van Champagne Castellane en loop even binnen bij Moët et Chandon, maar laat je creditcard thuis. Het lijkt er meer op een Amsterdamse diamanthandel dan op een wijnhuis, eerlijk gezegd.
In het nabijgelegen centrum van Epernay is op zondag gelukkig wijnbar C Comme open. De kaart biedt hier een grote selectie wijnen die je tegen schappelijke prijzen per glas kunt proeven. Bovendien zijn er betaalbare snacks en hapjes te krijgen en je kunt er de wijnen kopen. - Eten kun je in Epernay uitstekend bij La Banque. De sfeer in dit voormalige bankgebouw is gezellig, de bediening vriendelijk, de wijnen voortreffelijk. Neem vooral het wijnarrangement, en laat je verrassen door de diversiteit aan stijlen en nuances in champagnes. Een enkel glas nemen kan natuurlijk ook, en ook dan is de keuze ruim.
- Tot slot zijn er tal van leuke routes om te rijden: van Verzenay via Ambonnay en Bouzy terug naar Reims bijvoorbeeld. Of van Epernay over de Côtes des Blancs naar het zuiden. Je krijgt dan een goed idee van de streek, en tuft door slome dorpjes bezaaid met champagneboeren. Aan de gevelborden te zien, lijken ze allemaal hun eigen wijn te maken. Een groot deel verkoopt het merendeel van zijn druiven echter aan de grote jongens, begreep ik. Probeer vooral bij een wijnboer in de Côtes des Blancs te gaan proeven, om zo kennis te maken met deze zeer minerale wijnen van uitsluitend chardonnay.
Als je nog tijd over hebt, is een wandeling langs de Marne aan te raden. Zelf hadden we daar helaas geen tijd meer voor. We moeten zeker nog een keer terug!