Je hebt wijnliefhebbers in soorten en maten. Sommige houden alleen van Bordeaux, anderen gaan voor Bourgogne. Een groot deel heeft niet echt een idee wat ze drinken: ze willen gewoon een lekkere fles voor bij de pasta. En dan zijn er die fanatiekelingen die kicken op iedere bijzonder druivenras dat in een wijn gaat, zoals ik. Toen ik dan ook twee flessen Saint- Pourçain toegezonden kreeg, was ik helemaal in mijn nopjes. Want in Saint-Pourçain zit meestal een flink percentage tressalier. Saint-Pourçain? Tressalier? Wat is dat nu in hemelsnaam weer?
Sinds dit voorjaar is Saint-Pourçain, een wijnregio zo’n 100 kilometer ten zuiden van Bourges, een officiële AOC. De regio produceert ongeveer 3 miljoen flessen per jaar; ongeveer 650 hectare is beplant met chardonnay, sauvignon blanc en tressalier (wit) en gamay en pinot noir (rood).
Maximaal 50% van de blend van witte Saint-Pourçain mag bestaan uit tressalier, een druivenras dat lichte, zure wijnen geeft. Tressalier staat elders wel bekend als sacy. Sacy staat aangeplant in het département Yonne (noorden van de Bourgogne), waar deze druif vooral gebruikt wordt voor de blend van crémant de Bourgogne. Volgens druivenrassenkenner Galet komt de sacy (en dus de tressalier) uit Italië, vanwaar het druivenras in de 13e eeuw naar de abdij van Reigny in Vermonton, Frankrijk kwam. Vanwege zijn hoge productiviteit was de druif erg populair, wat in 1732 leidde tot een verbod door het parlement van Besançon, later gevolgd door het parlement van Vermonton.
De wijnen die ik proefde, waren een 2008 Saint-Pourçain Blanc van 50% chardonnay, 25% sauvignon blanc en 25% tressalier, en een 2006 Saint-Pourçcain Le Grand Jardin, van 80% tressalier en 20% chardonnay.
De 2008 rook bloemig, met wat vanille, smaakte als chardonnay met wat frissere zuren en was kruidig in de afdronk. De 2006, met meer tressalier dus, kwam mineralig en wat minder vol over. We hadden de indruk dat hij iets frisser geweest zou zijn als we hem jonger hadden geproefd.
Beide ervoeren we als ‘fragiele’ wijnen, die heel lekker fris zijn op een terrasje in de Auvergne (waar Saint-Pourçain ligt) bij een visje of wat pure schaaldieren. Of zomaar, om de dorst te lessen. Of ze naar Nederland gehaald moeten worden, vind ik twijfelachtig. Voor € 9,95 koop ik toch ‘meer wijn’ dan deze twee, op zichzelf niet slechte, wijnen. De prijs-kwaliteitverhouding is naar mijn idee niet helemaal in orde.
De beide Saint-Pourçains waren afkomstig van François Ray, die naast witte wijnen ook rode maakt. Van de gamay maakt hij bovendien een verrukkelijke, uiterst gevaarlijke vin d’orange, L’Orang Ray. Aan de rode wijn van gamay wordt bittere sinaasappel, citroen en vanille toegevoegd. Een wijn die als limonade drinkt, maar niet het alcoholpercentage van limonade heeft…. Erg lekker, erg dorstlessend!
De wijnen van François Ray worden geïmporteerd door il diVino in Hilversum.