Tsjechië is in eerste instantie een land van witte wijnen! Tijdens mijn recente bezoek aan het belangrijkste wijngebied van het land, Zuid-Moravië, heb ik er tientallen mogen proeven. Dat neemt overigens niet weg dat er geen goede rode wijnen gemaakt worden. Daarvan zal ik in een volgend bericht verslag doen. Maar witte wijnen nemen ruim 60% van de productie in. Vandaag deel één van een verslag over de witte wijnen, en wel die van twee oude staatsbedrijven.
Producenten in Tsjechië zijn ruwweg in te delen in drie categoriën:
1. Oude staatsbedrijven die na de Fluwelen Revolutie een nieuwe start hebben gemaakt. Voorbeelden zijn Znovin in de regio Znojmo en Zámecke Vinařství Bzenec in de regio Mikulov. Dit laatste bedrijf heeft een kwaliteitstak, Mikrosvín Mikulov, waar we wijnen van hebben geproefd.
2. Particulieren die hun familiebezit van vóór 1949 hebben teruggekregen of teruggekocht: Jedlička & Novák in de regio Velké Pavlovice bijvoorbeeld. Dit bedrijf staat bekend om zijn rode wijnen en komt later aan bod.
3. Nieuwe bedrijven die met eigen geld of dat van investeerders een moderne onderneming hebben opgebouwd. Voorbeelden zijn Reisten, Víno Marcinčak en Sonberk.
Zoetekauwen
Wat allereerst opvalt aan de witte wijnen uit Moravië is de hoge restsuikerwaarden. In veel gevallen levert dat licht zoete wijnen op, minimaal ‘off dry’, maar vaker ‘semi sweet’, die helemaal toegesneden zijn op de lokale markt. De Tsjechen houden van een zoetje in hun glas! Dat viel niet allen op bij onze bezoeken aan diverse producenten, maar tijdens het diner op donderdagavond, bij Hotel Templ in Mikulov. De jonge sommelier daar had erg zijn best gedaan om bij de gerechten de juiste wijnen van lokale producenten uit te zoeken, maar of ze nu semi dry of semi sweet genoemd werden, wij vonden ze over het algemeen veel te zoet!
En waarom zouden de wijnboeren ook iets anders maken? Geen enkele Tsjechische wijnproducent hóeft te exporteren: de binnenlandse markt is goed voor afname van 99% van de productie! Het meeste daarvan wordt ook nog eens in de supermarkten verkocht. Dus waarom zouden je aansluiting zoeken bij de internationale trend van droge wijnen?
Toch doet een deel van de Moravische wijnproducenten graag en vaak mee aan buitenlandse wijnconcoursen, zo bleek tijdens deze reis. De keren dat wij trots op een medaille of eervolle vermelding van een meer of minder bekende wijnwedstrijd werden gewezen, zijn niet te tellen. Flessen waren regelmatig behangen met stickers die die lauwerkransen aanduiden. Om op zo’n internationaal concours onderscheiden te worden, en dus ook een kans te maken bij de export, moet een witte wijn anno 2011 wel droog zijn, of op zijn minst een goede balans hebben tussen zoet en zuur. Gelukkig zijn er wel degelijk producenten in Moravië die ook veelbelovende droge wijnen kunnen maken. Een van de succesvolste is bijvoorbeeld Mikrosvin Mikulov, de kwaliteitstak van één van de twee bezochte voormalige staatsbedrijven. Maar eerst een impressie van ons bezoek aan Znovin.
Znovin
We proefden wijnen van dit oude staatsbedrijf op twee locaties: in de oude, pittoreske wijngaarschuur in het dorp Šatov en in het immense klooster van Louka in Znojmo. In het dorp Šatov wordt door Znovin naast historische gebouwen ook een educatieve wijngaard onderhouden, waar oude druivenrassen uit de streek bewaard worden.
De gepresenteerde wijnen, allen wit, maakten weinig indruk: lief en simpel, duidelijk bedoeld voor de supermarkt. De aangenaamste was een Veltlinské Zelené 2010 (Grüner Veltliner), een van de druivenrassen die het meest aangeplant staat: droog, mineraal, licht kruidig, met te weinig fruit. Een correcte wijn zonder veel drinkplezier. Na onze matineuze vlucht vanaf Schiphol werden we hier nog niet echt wakker van.
Ook de wijnen die we proefden in het Louky Kláster, een oud Premonstratenzer klooster, konden niet heel erg bekoren. We proefden mousserend en stil, wit, rosé en rood. Wat mij opviel aan de witte wijnen was een bepaalde eenvormigheid die zich vooral uitte in weëe aroma’s. Of het nu de gisten waren of iets anders, ik ben er niet helemaal achter gekomen. (De volgende ochtend verwoordde een medereiziger het probleem nog weer iets anders…)
Palava
Een zeer populaire wijn in Tsjechië, ook bij Znovin, is de Palava, gemaakt van het gelijknamige druivenras. (Dat druivenras is overigens weer genoemd naar het historische wijnbouwgebied van die naam, op de Palava-heuvels ten noorden van de stad Mikulov.)
Deze kruising tussen müller-thurgau en traminer ontstond in de jaren ’70 in een Tsjechisch wijnbouwinstituut. Hij levert mildzoete en edelzoete wijnen met aroma’s van rozen en lychee. De zuurgraad is meestal vrij laag, wat nog al eens een disbalans met het zoet veroorzaakt. Vol trots wordt echter verteld dat een Palava van Znovin de eerste Tsjechische wijn was die in The Sunday Times Wine Club van Hugh Johnson een gouden medaille won, rond 1990. Veelzeggend is misschien ook dat een zoete Palava gebruikt wordt als miswijn voor de Augustijner Abdij van Brno.
Het Louky Kláster en het wijnproeflokaal dat Znovin hier exploiteert is overigens zeker een bezoek waard. Je krijgt er een goed beeld van wat de Tsjechen zelf graag in de supermarkt aan wijn halen en van de oude wijncultuur van het land. Diverse ruimtes zijn met een rondleiding te bezoeken en de firma sponsort bovendien diverse culturele en educatieve projecten.
Znovin is verder eigenaar van een van de beroemdste wijngaarden van Tsjechië, Šobes. Deze wijnberg in een nationaal park ligt in een bocht van de rivier de Thaya en is zeer fotogeniek. Vanwege het slechte weer werd een bezoek helaas afgelast.
Mikrosvin Mikulov
Veel vrolijker werden we van de wijnen die ons de volgende dag ’s morgens gepresenteerd werden. Petr Tacek, hoofd wijnmaker van het bedrijf, presenteerde ons diverse wijnen van de verschillende lijnen die het bedrijf op de markt zet: de Flower Line, bedoeld voor de supermarkten, de Traditional Line, voor een hoger prijssegment en de internationale markt, en een paar van de wijnen van het moederbedrijf Zámecké Vinarství Bzenec, die soms ook prima bevielen. Wijnen van de meest prestigieuze lijn, Premium, hebben we niet geproefd (die worden ook niet geëxporteerd). De presentatie vond overigens plaats in het hotel, zodat we van het bedrijf zelf geen indruk hebben gekregen. De wijngaarden van Mikrosvin liggen onder andere op de Palava-heuvels, waar kalk in de bodem een belangrijke rol speelt.
De wijnen van Mikrosvin waren beduidend frisser dan die van Znovin, en sloten veel beter aan bij onze smaak. Over de kwaliteiten van de individuele wijnen verschilden we soms van mening, maar over het algemeen liet dit bedrijf een goede indruk achter. Vooral de wijnen van de Traditional Line, bijvoorbeeld de Chardonnay 2008, de Welschriesling 2008 en de Grüner Veltliner 2007, vond ik erg goed. Tacek vertelde ons dat de wijnen van de Traditional Line heel bewust gemaakt worden als terroirwijnen. Ze moeten het het karakter van de bodem en de omgeving uitdrukken, veel meer nog dan dat van het druivenras. Voor wijnen die het druivenras moeten uitdrukken is er de Flower Line, die overigens ook prima wijnen bevat: de Sauvignon 2010 bijvoorbeeld, of de Kerner 2010.
Een paar proefnotities:
Grüner Veltliner 2007, gedecanteerd, Traditional Line
Kleur: zonnig geel; geur: kruidig en subtiel, maar ook romig en intens, met mineraliteit en het bekende pepertje. Later komen drop, laurier en grapefruit uit het glas.
Smaak: vettig en vol, frisse zuren, veel fruit. De wijn kreeg een opvoeding op roestvrijstaal; de druiven groeien op kalksteen en de stokken leveren slechts 1.5 kilo per stok.
Chardonnay 2008, Traditional Line
Kleur: zonnig geel; geur: schoon en zuiver met veel citrus, appel en wat noten. Smaak: vol en rijk, romig. Zoals René van Heusden het uitdrukte: eindelijk een wijn die geen ‘dip in the palate’ heeft. Ik realiseerde me dat dat was wat me bij Znovin was opgevallen: alle wijnen hebben in de mond ergens halverwege een gat in de smaak!
Welschriesling 2008, Traditional Line
Prachtig ontwikkelde wijn, met gras, hooi, kruiden en peer in de intense geur. Krachtig van smaak, vol, levendig, mooie zuren. ‘Wat een wijn!’, schreef ik op. Het bijzonder is bovendien dat de Tsjechen zelf ook van deze Welschriesling houden, terwijl hij toch helemaal droog is! Mikrosvin kan de Welschriesling niet aangesleept krijgen. Volgens vinoloog en Weinakademiker Jan Rokyta, onze begeleider op deze reis, is Welschriesling voor dit gebied dan ook absoluut de toekomst. Ik kan het alleen maar met hem eens zijn. Maar ja, ik was dan ook al Welschrieslingfan!
De wijnen van Mikrosvin Mikulov zijn in Nederland verkrijgbaar bij Vinice.
Volgende keer meer over de witte wijnen van onder andere Marcinčak, Sonberk en Reisten.