Dé grote verrassing van mijn recente reis naar Umbrië waren de witte wijnen. Natuurlijk, ik kende Umbrië als wijngebied, maar echt een beeld van de kwaliteit die daar vandaan kwam, had ik niet. Van Montefalco Sagrantino had ik gehoord, een stevige rode wijn met forse tannines. Verder kende ik de termen Colli Martini en Colli Amerini, uit het vinologenopleiding-verleden. Maar wat er nu echt vandaag kwam? Welke druivenrassen overheersten er, wat voor wijnen kwamen er vandaan? Ik had het niet echt paraat meer. Eenmaal ter plekke realiseerde ik me al snel een paar dingen. Bijvoorbeeld dat ik wel degelijk witte wijnen uit Umbrië kende: Orvieto, bekend van Orvieto Classico DOC, ligt immers in deze regio. En dat dit wijngebied veel meer te bieden heeft dan wat wij uit de supermarkten kennen, dat besefte ik ook al snel; en dat trebbiano en grechetto de belangrijkste witte druiven zijn. En tot slot dat er een trebbiano-variant is die heel spannende wijnen oplevert: trebbiano spoletino.
Muffato
Om met Orvieto te beginnen: rondom deze stad wordt al meer dan 2500 jaar wijn gemaakt. Voor het begin van onze jaartelling door de Etrusken, later door Romeinen, adellijke middeleeuwse families en kloosters. De faam van de wijnen van Orvieto was groot: de fresco-schilders die meewerkten aan de Dom van de stad lieten er zich graag in uitbetalen. Deze wijnen waren vaak zoet, een traditie die recent weer nieuw leven in is geblazen met de creatie van een DOC voor de zogenaamde ‘muffato’, wijnen met edele rotting. Een uitstekende muffato dronken we op Castello della Sala, een 12e-eeuws kasteel dat sinds de jaren zeventig van de 20ste eeuw in bezit is van de familie Antinori. Helaas gebruikt Castello della Sala tegenwoordig veel internationale druivenrassen, waardoor de wijnen hun Umbrische karakter kwijt zijn. Met trots werd zelfs verteld dat veel grechetto en procanico (een trebbiano-variant) gerooid is de afgelopen jaren, in het voordeel van chardonnay. De aanwezige wijnliefhebbers gruwelden collectief! Een bekend voorbeeld van zo’n internationale wijn is de Cervaro della Sala, van 90% chardonnay en 10% grechetto , en ook de Muffato della Sala. Umbrisch zijn ze niet, maar goed zijn ze dan weer wel, die Antinori-wijnen, ondanks deze kritische noten.
Na een gezellig diner de maaltijd beëindigen met een schaal ciambelle di patata en een glaasje Muffato 2007 erbij, dat viel bij iedereen in mijn gezelschap in uitstekend in de smaak. (Ciambelle di patata zijn een soort donuts van aardappel, en ze horen in Italië bij de carnavalstijd.) Bij Castello della Sala zelf vergelijken ze hun wijn met edele rotting graag met Sauternes, maar dat vind ik eerlijk gezegd toch te hoog gegrepen, ondanks de overeenkomst in gebruikte druivenrassen (sauvignon blanc en semillon aangevuld met traminer, riesling en grechetto) en vinificatiemethode. Muffato della Sala mist de rijkdom en de diepgang van een Sauternes, maar blijft een heerlijke wijn!
Decugnano dei Barbi
Het merendeel van de wijnen van Orvieto is echter wit en droog; ze worden voornamelijk gemaakt van de druivenrassen trebbiano toscano en grechetto en een handvol andere niet-aromatische variëteiten. Een echt goede Orvieto Classico is strakdroog en mineraal (de bodems bevatten tufsteen en kalk) en kan heel krachtig zijn. We proefden er diverse, maar de absolute topper was die van Decugnano dei Barbi, gevestigd in Orvieto. De Orvieto Classico Superiore 2011 was stevig van structuur, fris, sterk mineraal, zilt en notig. De afdronk was indrukwekkend, en iedere slok vroeg om een volgende. Dit was even wat anders dan het simpele spul dat in Nederland in de supermarkten verkrijgbaar is!
Een deel van de kracht van de Decugnano Bianco komt inderdaad uit de bodem, die rijk is aan fossielen, en dus kalk. De zuiverheid komt ongetwijfeld van de biologische werkwijze: de wijngaarden kennen geen enkele vorm van chemische interventie.
Overigens vielen ook de andere wijnen van Decugnano dei Barbi in de smaak: een Rosso (IGT Umbria) en een Brut. Helaas stond de Muffato van het huis niet op de proeftafel. Ook bij dit bedrijf is die gemaakt met sauvignon blanc, semillon en grechetto.
Grechetto en trebbiano toscano
In heel Umbrië werken wijnmakers met de druivenrassen grechetto en trebbiano toscano. Er wordt veel standaardwijn van gemaakt, maar je treft ook echte kanjers. Een simpele maar frisse en prettige Grechetto dronken we bijvoorbeeld bij een maaltijd met truffel in Taverna del Torchio in San Gemini. (Truffel ,dat is naast wijn de andere grote troef van Umbrië!) De meeste Grechetto’s die ik proefde waren uitstekende begeleiders van de maaltijd: ze verveelden niet, hadden een niet al te hoog alcoholpercentage, lieten een schone mond achter en hadden prettige, frisse zuren. Het zijn over het algemeen wijnen die breed inzetbaar zijn, en ook prima als apéritief kunnen dienen. Een zeer aangename Grechetto was die van Saio, een wijnhuis waar ik bij de rode wijnen nog op zal terugkomen.
Zanchi
Zo ook de Grechetto 2012 van Zanchi, een wijnhuis uit Amelia, zuidelijk van Orvieto: jong, fris, notig en levendig, waren mijn notities. Heerlijk bij kaasplateau’s of bij vis. Het huis Zanchi was overigens in al zijn wijnen een grote ontdekking: ook de gedeeltelijk houtgerijpte Majolo 2008, gemaakt van malvasia, wil ik nog wel eens aan tafel ontmoeten. De wijn blijft één jaar in cementen tanks, verhuisd dan naar houten vaten en wordt pas na nog een jaar gebotteld. De Majolo was wat zoet in de aanzet, had een strakdroge finish en gaf een licht geoxideerde indruk. Heerlijk bij schaaldieren!
Dat zelfs werkpaard trebbiano toscano uitstekende wijnen kan voortbrengen, bewees de Vignavecchia, Trebbiano 2009 van Zanchi. Hij wordt gemaakt van laat geoogste druiven afkomstig van 40 jaar oude stokken, rijpt 12 maanden op vaten van 500 liter en 10 maanden op fles. Een ‘big wine’ luidt mijn notitie…
Daarnaast heeft Zanchi een aantal interessante rode wijnen: we proefden de Ciliegiolo 2011, jong, fruitig en vrolijk, en de levendige Sciurio Amelia Riserva 2006, van 70% sangiovese, canaiolo en merlot. (Ciliegiolo is een lokaal druivenras.)
De troef van Umbrië zou echter wel eens een andere druif kunnen worden: de trebbiano spoletino. Hierover binnenkort meer.
De wijnen van Decugnano dei Barbi worden in Nederland geïmporteerd door Poot Agenturen. Van Zanchi is mij geen importeur bekend. Castello della Sala is via diverse kanalen verkrijgbaar. Saio is verkrijgbaar bij Les Clos wijnimport.